“Ga toch aan de slag met digitale zorg”

We praten al jaren over digitale zorg of eHealth. We zien ook allemaal de voordelen. Toch blijft de sector het zien als ‘iets waar we in de toekomst misschien wat mee moeten’. Lucien Engelen, directeur van het REshape Center van het Radboudumc, begrijpt niets van dat gedrag. “De techniek is er, het kan veilig en het kost over het algemeen ook niet veel meer, terwijl de voordelen – in ieder geval voor de gebruiker – vaak snel herkenbaar zijn. Het zit vooral in houding en gedrag van zorgverleners.” Engelen roept de ict-professionals daarom op het voortouw te nemen: “Laat zorgverleners zien hoe je met digitale zorg de patiëntbeleving verbetert, en waarschijnlijk ook nog betere zorg levert tegen lagere kosten.”

 

Lucien Engelen, directeur REshape Center van het Radboudumc

Lucien Engelen, directeur REshape Center van het Radboudumc

Afgelopen oktober verscheen de jaarlijkse eHealth monitor van Nictiz en NIVEL. Deze laat zien dat het aanbod van eHealth-diensten langzaam groeit, maar dat de communicatie hierover achterblijft. De meeste patiënten weten daarom niet wat er mogelijk is. Uit datzelfde onderzoek blijkt ook dat patiënten, als zij eenmaal begrijpen hoe eHealth hen kan helpen, over het algemeen erg enthousiast zijn. Een ruimer aanbod en betere communicatie zullen de vraag aanwakkeren. Professionals halen aan dat patiënten het hen niet vragen en dat er derhalve dus geen behoefte aan is. De bekende vicieuze cirkel.

 

Korte terugverdientijd

Lang hikten zorgorganisaties aan tegen de kosten van eHealth. Die kosten dalen, zeker nu er steeds meer oplossingen uit de cloud zijn waarbij een zorginstelling per maand betaalt. Denk aan technologie voor videoconsults. “Bij behoorlijk wat toepassingen leidt digitalisering tot goedkopere en ‘betere’ zorg. Er is vaak een businesscase met korte terugverdientijd”, zegt Engelen. “Soms is die terugverdientijd langer omdat het grote investeringen vergt. Ik snap dat instellingen daar tegenaan hikken, maar aan de andere kant: ze investeren wél in een EPD of ECD en dat is ook iets voor de lange termijn.”

Natuurlijk moeten we wetenschappelijk valideren wat het effect van een digital tool is, áls die er al is, zegt Engelen. “Maar dat gaan we niet meer doen volgens de ‘oude’ methode. Einstein zei ooit ‘gebruik geen oude kaarten om nieuwe werelden te verkennen.’ Dat geldt ook voor digitale zorg.”

 

Voortouw

Aan de privacy-discussie wil hij niet teveel woorden meer vuil maken. “Natuurlijk is privacy uitermate belangrijk. Maar aan de andere kant hebben wij als Radboudumc reeds in 2012 de dossiers voor onze patiënten online gezet. Anno 2017 zeggen dat het allemaal nog niet veilig kan, is zó 2010. Bovendien, als je online bankieren goed kunt beveiligen, kun je digitale zorg ook beveiligen. Waarom bankieren mensen wel massaal online, maar maken ze nauwelijks gebruik van digitale zorg? Omdat banken éérst hebben geïnvesteerd in een product dat het voor het gros van hun klanten makkelijker maakte en daarna klanten hebben gestimuleerd dit kanaal te gebruiken. Ze hebben niet afgewacht tot consumenten zeiden: wij willen graag online bankieren. Nee, ze hebben zelf het voortouw genomen.”

 

Creëer de vraag

Dat zou de zorg ook moeten doen, vindt hij. “Het probleem lijkt vooral te zitten in houding en gedrag van zorgorganisaties en zorgverleners. Zij doen veel te weinig onderzoek naar de mogelijkheden, of op een manier die niet meer past bij deze tijdgeest.” Daarnaast wachten ze af tot een patiënt bij hen komt en er zelf actief om vraagt. Op die manier breng je geen innovatie op gang. Of het nu gaat om de wasmachine, de smartphone of de elektrische auto: het zijn ideeën van leveranciers die met een technology push aan consumenten laten zien wat de voordelen zijn. Vervolgens creëren ze zelf actief een vraag. “In de zorg is dat heus niet anders. Natuurlijk zit daar een risico aan, maar dat is inherent aan innoveren. Er zit echter een nog veel groter risico aan niet innoveren en straks links en rechts ingehaald worden door anderen die wél inspelen op wensen van hun patiënt of cliënt.”

Engelen roept ict-professionals op om zorgorganisaties hierbij te helpen. “Of je nu bij een leverancier werkt, in een ziekenhuis of in een verpleeghuis: neem de eHealth monitor in de hand en ga daarmee het gesprek aan met je directie, met artsen en verpleegkundigen, met paramedici. Vraag ze: waar zit jouw barrière om digitale zorg in te zetten? Hoe kan ik jou als ict-professional helpen? Trek lessen uit andere sectoren die al een digitale transformatie achter de rug hebben. Ga samen op zoek naar manieren hoe digitalisering de zorg beter en goedkoper kan maken en betrek daar patiënten bij. Dat het voor hen allemaal makkelijker wordt, staat als een paal boven water. Als je dat ook nog eens weet te combineren met betere uitkomsten en lagere kosten staat helemaal niets een massale omarming van digitale zorg in de weg.”

 

Het is tijd dat de zwaailichten aangaan

“De zorg realiseert zich eindelijk dat ze zich niet alleen moet richten op het behandelen van ziekten, maar dat ze levensbreed moeten kijken naar gezondheid en welzijn. Juist op dit vlak kun je eHealth zo mooi inzetten, maar dat gebeurt nog veel te weinig.” Aan het woord is Anne-Miek Vroom, initiatiefnemer en directeur van stichting IKONE, een organisatie die een brug slaat tussen zorgorganisaties en patiënten met een chronische fysieke aandoening. Ze is medisch socioloog en heeft door Osteogenesis Imperfecta, in de volksmond ook wel de broze botten ziekte genoemd, veel ervaring met de zorg. “Voor veel patiënten zijn zelfmanagement en zelfregie heel belangrijk. Dat zien zorgorganisaties ook wel, maar we hebben op dat terrein de afgelopen jaren nauwelijks vooruitgang geboekt. De silo’s bestaan nog altijd. Een belangrijk struikelblok is dat systemen van verschillende zorgverleners niet gekoppeld zijn. Iedereen houdt een eigen medicatiedossier bij. Het delen van PACS-beelden gaat nog altijd via een DVD en als patiënt heb je eigenlijk geen idee van de communicatie die plaatsvindt tussen de diverse zorgverleners. Als zij al geen integraal beeld hebben, hoe kan de patiënt dat dan wel hebben en daar ook nog de regie over nemen? In de eHealth-monitor lees ik: ‘Langzaam maar zeker komt online inzage in dossiers op gang’. Langzaam maar zeker? Het is tijd dat de zwaailichten aangaan.”

 

Struikelblokken

Als zorgorganisaties digitale toepassingen willen ontwikkelen, betrek daar dan vanaf het allereerste moment patiënten bij, adviseert Vroom. ‘Patients included’ ontwerpen dus. Je maakt een valse start als je begint met een fictieve patiënt en het doen van allerlei aannames. Je moet alle stappen in het ontwikkelproces van A tot Z samen doorlopen. Een Keniaans gezegde luidt: alleen ga je snel, samen kom je verder. Dat is hierop zeker van toepassing. Als je patiënten betrekt bij alle stappen in het ontwikkelproces dan sluit je concept veel beter aan bij de behoeften. Want daar gaat het heel vaak mis en gebruiken patiënten nog weinig van de beschikbare toepassingen. Als bijvoorbeeld het zelf maken van een afspraak bij een huisarts of medisch specialist in de portal veel handelingen vereist, dan is het sneller om even te bellen.”

Ontwikkel samen

Vroom verbaast zich erover dat op zoveel plekken hetzelfde wiel wordt uitgevonden. “Waarom wordt er niet meer samengewerkt tussen zorgorganisaties en leveranciers? Nictiz speelt op dit vlak een goede rol. Zij delen kennis over wat wel werkt en wat niet? Welke standaarden zijn er en worden die wel gebruikt? Er is al zoveel, je zou verwachten dat organisaties gebruikmaken van deze kennis en technologie. Dat gebeurt veel te weinig.”

Toch blijft ze hoopvol gestemd. “De sector ziet in dat grote groepen patiënten veel meer regie willen nemen dan nu mogelijk is. Ook zien ze in dat ze meer oog moeten hebben voor welbevinden en minder voor enkel en alleen het behandelen van de ziekte. Deze twee terreinen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Juist daarom kan eHealth een grote bijdrage leveren. Pak die kans!”

Gerelateerde berichten...