Pilot continu monitoren in Sint Maartenskliniek

“Implementatie sensoren in klinische praktijk staat nog in kinderschoenen”

Smarten the clinic van de Sint Maartenskliniek is innovatie en onderzoek ineen. Innovatief is de methode van continu meten. Het analyseren van de verzamelde data moet de geleverde zorg nog verder verbeteren. Maar zover is het nog niet. Een pilotproject test de meetmethode eerst op praktische haalbaarheid en validiteit. Junior onderzoeker Maartje Hendriks vertelt hoe zij en haar collega’s de pilot hebben opgezet.

Ondanks intensieve, multidisciplinaire begeleiding van hun patiënten realiseerden de behandelaren van de Sint Maartenskliniek zich dat het lastig is om te beoordelen wat patiënten dagelijks precies doen. Hoe vaak de patiënt zelf oefent bijvoorbeeld, of hij wel eens een ommetje maakt, al dan niet met hulpmiddelen, wat zijn algehele bewegelijkheid is. Smarten the clinic gaat daarin verandering brengen, vertelt Hendriks. “Als we door continue monitoring en het verzamelen en analyseren van de data iemands bewegelijkheid in kaart kunnen brengen, dan kunnen we zijn vooruitgang op dagelijkse basis volgen. De behandeling is dan veel sneller aan te passen.”

 

Werken aan mobiliteit

De Sint Maartenskliniek is gespecialiseerd in aandoeningen van het bewegingsapparaat en heeft inmiddels zes vestigingen in Nederland. Zo wordt één op de vijf mensen die in Nederland een dwarslaesie oploopt, behandeld in de Sint Maartenskliniek. Al die patiënten doorlopen een programma dat voor hen is samengesteld op basis van de doelen die de revalidatiearts mét hen vaststelt. Het is belangrijk dat de patiënt zo snel mogelijk werkt aan zijn mobiliteit. Bijvoorbeeld vanuit het bed naar de rolstoel. Vaak zijn voor mensen met een incomplete dwarslaesie staan en zelfs lopen te realiseren einddoelen, al dan niet met rollator of krukken. Patiënten worden daarin begeleid met onder meer fysiotherapie en groepslessen.

Door continue monitoring van patiënten moet de voortgang van de behandeling beter dan nu inzichtelijk worden. Om die continue monitoring goed in te voeren, voert Hendriks momenteel een pilotproject uit. Hiertoe is ze, toen ze in september als medisch biologe van de universiteit kwam, voor een jaar aangesteld. Hendriks: “Het doel van de pilot is onderzoeken of continue monitoring op deze manier praktisch uitvoerbaar is en of de onderzoeksopzet valide is voor het beoogde einddoel: de vooruitgang van de patiënt objectief vastleggen.”

Voor deze pilot worden in totaal twintig patiënten uitgerust met een sensor om de enkels en één onder het matras waarop zij slapen. Gedurende een week wordt zo van iedere patiënt data verzameld. De kwantiteit en de kwaliteit van de loopbeweging wordt gemeten. Hoeveel men loopt, maar ook hoe men loopt door de stapgrootte, de stapfrequentie, de cadans en de snelheid te meten. De bedsensor brengt in beeld wat het rust- en slaappatroon is. Voldoende en adequaat slapen draagt bij aan geestelijk en fysiek herstel. Met name mensen met een dwarslaesie geven aan dat ze minder goed slapen. Door het slaappatroon te monitoren kunnen wij achterhalen of zij echt minder goed slapen of dat de perceptie van de patiënt hier een rol speelt.

Mensen met een incomplete dwarslaesie zijn overigens niet de enige doelgroep van de pilotstudie. Mensen die herstellen van een CVA vormen de andere helft. De doelgroepen zijn zo gekozen omdat ze beiden een grote groep patiënten van de Sint Maartenskliniek vertegenwoordigen, legt Hendriks uit. “Daarbij komt dat ‘lopen’ een van de belangrijkste revalidatiedoelen voor hen is. En dat kunnen we goed meten.”

 

Van opname tot ontslag

Gedurende de meetweek gaan de data via de sensoren naar een docking station, waar ze automatisch uitgelezen worden. ’s Nachts gaat de enkelsensor af, net als tijdens de fysiotherapie in het zwembad. ’s Ochtends gaat de sensor na het douchen weer om. Deze praktische zaken worden nu uitgewerkt.” Iedere ochtend vult de patiënt een slaapvragenlijst in om de kwaliteit van de genoten slaap op te nemen.

Fujitsu heeft een technisch platform ontwikkeld en algoritmes ontworpen om de sensordata te kunnen analyseren. De basis voor het algoritme is een gezond looppatroon. Om de validiteit van zowel de meetmethode als de analyse te kunnen controleren, heeft Hendriks enkele controles ingebouwd. Zo laat ze de deelnemende patiënten gedurende die week enkele looptests doen die op video worden opgenomen. Naast de sensordata heeft zij vervolgens ook haar eigen observatiedata. Hierdoor kan ze de algoritmes controleren op bruikbaarheid.

“Voor de Sint Maartenskliniek is het uiteindelijke ideaal om van iedere patiënt de vooruitgang te kunnen monitoren”, legt Hendriks uit. “Vanaf opname tot aan ontslag. Als we de vooruitgang continu in beeld hebben, is de behandeling op ieder moment te optimaliseren voor iedere individuele patiënt.” Zo ver is het dus nog niet. Implementatie van sensoren in de klinische praktijk staat nog in de kinderschoenen, benadrukt ze. “We willen voorop lopen, ook op dit gebied. ‘Stilstand is achteruitgang’ geldt niet alleen voor onze patiënten.”

 

Innovatie als kernwaarde

Innoveren is een van onze vier kernwaarden, vertelt Remco Hoogendijk, Innovation Manager van de Sint Maartenskliniek. “Naast mensgericht, excellent en ondernemend. Voorop lopen en dus nieuwe technologie proberen of toepassen, vinden we essentieel.” Sinds de start van het innovatieteam twee jaar geleden ligt de nadruk nog intensiever op innovaties en lopen er inmiddels 50 projecten. Samen met de afdeling Research worden de innovaties geëvalueerd onder meer op haalbaarheid en effectiviteit.

 

 

 

Gerelateerde berichten...