tanteLouise geeft bewoners met dementie vrijheid

Visie belangrijker dan technologie

Wie mensen met dementie in vrijheid wil laten leven, moet veel hordes nemen. Hordes op het gebied van technologie, wet- en regelgeving en vastomlijnde denkbeelden van verpleegkundigen, vrijwilligers, mantelzorgers en de buurt over wat veilige zorg is. Toch kan het hand in hand gaan: veiligheid en vrijheid. Vissershaven – een tanteLouise-locatie – laat dit zien.

Drie jaar geleden opende dit nieuwe verpleeghuis zijn deuren, na een voorbereidingstijd van anderhalf jaar. Jan-Kees van Wijnen is directeur zorg bij tanteLouise. Hij vertelt: “Vijf jaar geleden keken we samen met de Raad van Bestuur naar het verhogen van de kwaliteit van leven van onze dementerende bewoners op onze nieuwe locatie. Ook keken we hoe we dit konden doen met technologie.” Het team werkte een plan uit met in de kern dat bewoners de vrijheid krijgen die zij aan kunnen. De meesten mogen naar buiten, velen zelfs de wijk in, terwijl het voor anderen de binnentuin het veiligst is. Een polsband met sensor opent op basis van iemand vrijheidsgraad al dan niet deuren, bedient liften enzovoort. Alle bewoners hebben daarnaast een GPS-tracker waarmee ze in de gaten kunnen worden gehouden.

 

Buurt activeren

Wanneer de lift een polsbandje herkent, gaat deze automatisch naar de juiste verdieping, ongeacht welk knopje mensen indrukken. Het kan voorkomen dat er twee mensen in de lift staan en iemand daardoor op de verkeerde etage uitstapt. Daarom is er tegenover iedere liftuitgang een winkeltje: een bakker, snoepwinkeltje of fotograaf. Zo herkennen bewoners gemakkelijker of ze op de goede verdieping zijn.

In het pand is weinig gevaar, buiten des te meer. Zoals de naam Vissershaven al aangeeft is de locatie gevestigd bij een haven. Aan de voorzijde ligt een drukke weg. Toch merkt locatiemanager Marcha Kwisthout in de praktijk dat het wel meevalt met de risico-incidentie. “Er zijn heel veel denkbare risico’s, maar wij opereren vanuit risico’s die zich structureel en aantoonbaar voordoen. En die zijn er nauwelijks. Gebeurt iets vaker, dan doen we daar wat aan.”

Het betrekken van de buurt is een belangrijk onderdeel van deze werkwijze. “Alle winkeliers van het winkelcentrum aan de overkant weten dat hier 48 mensen wonen met dementie. Als loopt bijvoorbeeld de winkel uitloopt zonder te betalen, dan bellen ze niet de politie maar ons. De buurtbewoners zijn ook geïnformeerd. Die weten dat ze niet iedereen die buiten loopt terug hoeven te brengen, maar dat het wel slim is om iemand even aan te spreken als hij of zij een verwarde indruk maakt.”

Ook de bewoners worden geactiveerd. Vanuit hun opleiding om het maximale te halen uit het leerbaar en trainbaar vermogen, trainen de verpleegkundigen de cliënten dagelijks. Bijvoorbeeld op het onthouden van de etenstijd.

 

Gedoogconstructie

Van Wijnen krijgt vaak vragen in de trant van: ‘wat als’, ook van de Inspectie. “Wij hebben alle mogelijke scenario’s uitgewerkt. Dat resulteerde onder meer in een document waarin alle risico’s, de kans daarop, de impact daarvan en de tegenmaatregel zijn beschreven. Ook hebben we een bewonerskamer en woonkamer nagebouwd waar we scenario’s in kunnen naspelen. De Inspectie komt regelmatig kijken en gedoogt onze werkwijze.” Die gedoogconstructie is niet te danken aan de technologie, maar voornamelijk aan de achterliggende visie. “Alle onderdelen moeten kloppen”, zegt Kwisthout. Een heel belangrijk onderdeel is de nieuwe manier van werken, die wezenlijk anders is. Daarom gold er een strenge sollicitatieprocedure. “We hadden 140 aanmeldingen voor 50 vacatures. Iedereen heeft een theorie- en een praktijkexamen gedaan waarmee we konden toetsen of medewerkers aan het profiel voldoen.”

 

Wet- en regelgeving

Een ander punt is wet- en regelgeving. De werkwijze ligt op de grens van het toelaatbare van de wet BOPZ. Vandaar ook dat de Inspectie vanaf het begin zo nauw betrokken is en dat het ministerie van VWS de resultaten op de voet volgt. Ook het CIZ speelt een rol. Van Wijnen: “Zij zullen bij het stellen van de indicatie andere vragen moeten gaan stellen. De vragen zijn nu gericht op de wet BOPZ, die het verpleeghuis verantwoordelijk stelt voor het handelen van bewoners. Daar moeten we vrijer mee omgaan, wederom niet denkend vanuit potentiële risico’s, maar vanuit reële risico’s.”

Wie op de gangen van Vissershaven rondloopt, ervaart wat deze werkwijze oplevert. Overal heerst rust. Relatief veel bewoners zijn aan de wandel. Ze lachen vriendelijk. Kwisthout: “Dat komt ook doordat we heel terughoudend zijn met het geven van medicatie voor dementie, dat doen we in de regel alleen als er al een psychiatrisch beeld was voordat iemand dement werd.”

Om de resultaten van werken volgens deze visie ook in harde cijfers aan te tonen heeft tanteLouise een wetenschappelijk onderzoek laten uitvoeren. Van Wijnen: “We hebben kunnen aantonen dat frustraties afnemen en de algemene dagelijkse levensverrichtingen van onze bewoners veel minder snel achteruit gaan dan bij de controlegroep. Op deze locatie zit bijvoorbeeld niemand in een rolstoel, terwijl veel mensen hier drie jaar geleden al zijn komen wonen. Dat is echt bijzonder.”

Hoewel technologie, wet- en regelgeving en de maatschappelijke visie op veilige zorg zich nog verder moeten ontwikkelen, staan de signalen op groen voor andere zorginstellingen om ook volgens deze visie te gaan werken. Beiden moedigen dat van harte aan, al waarschuwt Kwisthout wel: “Zie dit niet als een technologieproject. Als je dit concept half-half kopieert, is de kans groot dat je risico’s introduceert. Veiligheid en vrijheid moeten hand in hand gaan. Dat lukt alleen als je vanuit een totaalvisie werkt.”

 

 

Gerelateerde berichten...