Digitalisering wordt vriend van journalist met nieuwsdienst Yovoli

Sinds de digitalisering is nieuws vergaren op redacties radicaal veranderd. Nieuws lijkt voor iedereen en overal te vinden. Is de journalist ingehaald door de digitalisering?

Nee, zeggen tegenwoordig niet alleen de belanghebbenden. De roep om hoor, wederhoor en duiding weerklinkt. We moeten ten strijde tegen nepnieuws op internet en daar zijn vakmensen bij nodig. Waar digitalisering eerst de vijand leek, blijkt het nu een goede vriend. Alleen moet je verder kijken dan je neus lang is.

ICT/Magazine keek voorbij het puntje van de neus en sprak met een paar mensen die digitalisering in de journalistiek voor, in plaats van tegen de journalist willen laten werken. Met de door crowdfunding te realiseren (digitale) nieuwsdienst Yovoli willen ze laten zien hoe je dat het beste kunt doen.

 

Nieuw land

Jan Halkes Nieuwsdienst ovoli

“Als je op je telefoon naar nieuws kijkt, verzand je in de grote hoeveelheden meuk,” stelt oud-journalist Jan Halkes, oprichter en directeur van persbureau Nieuwsbank. “Om wederhoor en de echte waarheid achter de stellingen te vinden, moet je veel harder werken dan vroeger. Eigenlijk moeten we ons vak leren uitvoeren in een nieuw land waar de regels vaak niet vastliggen.”

Nieuwsbank verzamelt en distribueert al jaren persberichten en doet dat van het begin af helemaal digitaal. “Dat je op een redactie persberichten op maat in je inbox kreeg was destijds een noviteit. Nu is dat allemaal heel gewoon en een groot voordeel. Maar inmiddels hebben we meer nodig. Niet nog meer bronnen, maar sneller inzicht uit relevante bronnen.”

Yovoli

Halkes en een aantal medewerkers willen de persberichtendienst daarom uitbreiden. Dat gaat echter niet zonder een radicale omslag. “Financiering voor dit soort projecten krijg je haast niet,” stelt Halkes. “Maar toch moeten we verder. Vandaar dat we de nieuwe nieuwsdienst, Yovoli, geheel non-profit opzetten. Die stap is nodig omdat we behalve persberichten, ook nieuwsberichten en nieuws van sociale media aan abonnees willen leveren, voor de laagst mogelijke prijs.”

Yovoli is momenteel een stichting in oprichting. “We willen eerst kijken of het idee aanslaat voordat we er bergen tijd en geld in stoppen,” aldus Halkes. “Momenteel zijn we naarstig op zoek naar voorinschrijvers zodat we een startkapitaaltje hebben. We richten ons vooral op redacties en de ondersteunende bedrijven, maar ook op zelfstandige journalisten (ZZP’ers), scholen voor de journalistiek en onderzoekers die veel online werken.”

Als alles goed gaat biedt Yovoli straks drie digitale nieuwsstromen:

  1. real time attendering op het nieuws van de belangrijkste online media. Elke nieuwssite die door de robots van Yovoli bezocht kan worden. Attendering gaat via trefwoorden of trefwoordcombinaties die in de nieuwsberichten gevonden worden. Met auteursrecht wordt rekening gehouden. De zoekdienst biedt de kop en de eerste regel van het verhaal. De lezer moet naar de site van de bron  om het verhaal verder te lezen.
  2. social mediaberichten. Met name tweets maar verder alle interessante sociale media waarvan de Yovoli-gebruikers vinden dat ze gevolgd moeten worden.
  3. persberichten, integraal en real time, uit meer dan 2000 bronnen waaronder al het nieuws uit overheidsbronnen, van Rijksvoorlichtingsdienst tot  Waterschappen.

 

Robot

Yovoli gaat werken met de software van Telpress, een oudgediende in het medialandschap als het gaat om de techniek achter de productie van nieuws.
Het in Den Haag gevestigde mediabedrijf produceert als sinds 2001 zoekrobots. Nieuwsbank gebruikt deze zoekrobots sinds 2012 voor het semi-automatisch vinden en verwerken van persberichten.

Om dat goed te laten verlopen gebruikt Telpress zogenaamde spiders. Robots die op vooraf ingestelde pagina’s wachten tot er een nieuwe link of nieuwe tekst verschijnt. Door de combinatie met trefwoorden isoleert de spider veel relevante informatie en weinig ruis. De abonnee krijgt automatisch een melding.

Gewone zoekmachines gebruiken doorgaans webcrawlers. Deze robots ‘kruipen’ van de ene pagina naar de andere door steeds links te volgen die ze in de nieuwe pagina tegenkomen.

“Het lijkt een beetje op Google Nieuws maar dan met materiaal van sites die je zelf bepaalt en met trefwoorden die je zelf of in overleg instelt,” vertelt Yoerak van Voorst, een van de initiatiefnemers van Yovoli.

Yoerak van Voorst, Yovoli en Nieuwsbank

Van Voorst werkt momenteel met de spider van Nieuwsbank en zorgt dat die naar de juiste pagina’s kijkt. “Het blijft natuurlijk een robot. De Nieuwsbankspider is inmiddels goed gevuld. Voor Yovoli gaan we dat uitbreiden. Ik ben al aan het kijken waarmee en hoe, zodat we goed kunnen starten. De rest bepaalt de klant en ik ga dat ondersteunen.”

Volgens van Voorst wordt daarbij goed gelet op waarborgen van het auteursrecht. “Persberichten zijn rechtenvrij en mag je zo overnemen. Het zijn bouwstenen waarmee je een verhaal kunt maken. Met nieuws uit kranten en bladen ligt dat natuurlijk anders. We gaan dus niet een andere hardwerkende journalist het brood uit de mond stoten. Wel kun je straks als je bijvoorbeeld zoekt op “belastingdienst” en “datalekken” meteen zien dat het programma ZEMBLA daar onlangs een mooie uitzending over maakte.”

Maar dat kan toch ook in Google? “Dit wel ja,” lacht van Voorst. “Maar probeer zoiets maar eens bij een onderwerp waar veel minder aandacht voor is. Dan verzink je bij de grote zoekmachines al snel in een soort moeras. Zie daar maar eens voor de deadline het goeie uit te vissen!”

 

Speld

Vincenzo D’Innella Capano, CEO van het van oorsprong Italiaanse Telpress International is het daar roerend mee eens. “Journalisten zijn vaak naar andere dingen op zoek dan de gemiddelde consument,” stelt hij.

“Voor de huis-tuin-en-keukendingen is een standaard zoekmachine prima. Zo gauw je naar een onderwerp zoekt dat nog niet of nauwelijks in het nieuws was, loop je ofwel vast, ofwel kost het veel tijd om de speld in de hooiberg te vinden. Dat is deels ook wat onderzoeksjournalistiek duur maakt.”

D’Innella Capano ondervindt dat zelf. “Ik moet vaak in andere talen of landen zoeken dan waar ik zelf ben. Wij doen bijvoorbeeld veel zaken met het buitenland, en mijn Nederlands is niet zo goed. Als ik vanuit mijn kantoor in Den Haag iets op Google Nieuws zoek krijg ik automatisch Nederlandstalige resultaten. Dat komt omdat een gewone zoekmachine kijkt naar wat je intikt in combinatie met je ip-adres. De resultaten worden in eerste instantie gezocht in de populairste bronnen. Ik moet dus goed mijn best doen om relevantere resultaten te krijgen.”

Telpress heeft om de spiders heen een aantal producten gemaakt die je in verschillende settings gebruikt. “De NewsSlider is bijvoorbeeld bedoeld om overal en altijd snel nieuws te vinden. Daarbij hebben we het 5Wpad gemaakt. Dat helpt weer om al dat verzamelde nieuws makkelijk te verwerken. Je kunt daar ook zien of collega’s niet al bezig zijn met het zelfde. Kortom: we willen ervoor zorgen dat de techniek de journalist helpt.”

 

Handzaam

Allang bekend was dat de oplossing voor het snel doen van geavanceerd zoekwerk lag in spiders die je voor eigen gebruik kon inzetten. Maar dat was voor de gewone journalistieke leek tot nu toe slecht bruikbaar, want tijdrovend en erg technisch. Pas het afgelopen jaar werd de software zo handzaam dat je ze ook zonder ict-deskundigheid kunt gebruiken.

D’Innella Capano: “Nieuwsbank heeft heel lang eigen spiderprogrammatuur laten draaien. Maar toen wij in 2012 kennis maakten was al snel duidelijk dat zo’n dienst meer toekomst had als je meer kon automatiseren. En dat konden wij. Maar ook al was het eenvoudiger, we hadden nog steeds een journalistiek onderlegde technicus nodig voor de spider. Nu is de bediening veel eenvoudiger. De technicus is nog steeds nodig maar hoeft een stuk minder voor te kauwen.”

 

Somber

Zowel Jan Halkes als Vincenzo D’Innella Capano zijn ondanks de vooruitgang aan de ICT-kant nog wel somber gestemd over de diversiteit van het journalistieke landschap. Met name de ‘ruwe bronnen’ voor het nieuws zijn in aantal sterk geslonken. Bijna alle persbureaus die ons land rijk was gingen failliet of werden opgekocht. Denk aan GPD (Gemeenschappelijke Persdienst), De Persdienst van Wegener en Persbureau Novum.

“Op internet lopen feit, fictie en mening dwars door elkaar,” stelt Halkes. “En wat doe je dan als je veel tijdsdruk hebt? Dan ga je berichten overnemen uit de bron waarvan je weet dat die zijn feiten checkt. Of je trapt er per ongeluk in en ziet nepnieuws voor waar aan. Een saaie eenheidsworst is het gevolg. Of hypes op basis van een nepfeit. Dat is niet alleen lastig, het zorgt dat lezers slecht geïnformeerd raken, met alle gevolgen van dien. Met Yovoli willen we een aanzet geven om deze trend definitief te keren. Feiten checken en goed onderzoek plegen moet weer gewoon worden, ook al gaat het nu digitaal en met veel minder mensen dan vroeger.”

D’Innella Capano beaamt dat. “Persbureau Novum (2001 – 2015) werkte bijvoorbeeld met een versie van het 5Wpad. “Het NRC was destijds klant van Novum. En dus zag je daar vaak andere nieuwtjes met andere invalshoeken. Maar Novum is helaas overgenomen door het ANP (Algemeen Nederlands Persbureau). En dus is die verrijkende bron ook helaas weg. Nu er zo weinig over is en de redacties zo sterk zijn gekrompen kun je alleen effectief werken als je goeie digitale tools hebt”.

“Daarbij: iedereen moet volwaardige toegang krijgen tot alle bronnen die je voor je werk nodig hebt. Dat is een noodzaak om als journalist of mediabedrijf te overleven. Daarom ook zijn wij in eerste instantie de samenwerking aangegaan met Nieuwsbank en willen nu ook de drijvende kracht worden achter Yovoli.”

 

Zijpad

Vanwege het verarmde medialandschap is Telpress inmiddels ook een zijpad ingeslagen. Maar het is er wel een waaruit de journalistiek in een later stadium voordeel kan halen.
Een jaar of twee, drie geleden ontwikkelde het bedrijf een transcriptiesysteem.
D’Innella Capano: “Het systeem is opgepikt door medici. We werken momenteel met een aantal universiteiten samen om te zien hoe je deze software verder kunt ontwikkelen.“

Het gaat om een ‘next generation’ speech to text-systeem voor het online uitwerken van opgenomen interviews. De software herkent verschillende onderwerpen en geeft tags en tijdcodes in de tekst mee. Het systeem is ook in staat om achtergrondgeluid automatisch te filteren. Dat verhoogt de kwaliteit van de geproduceerde tekst aanzienlijk, naast de grotere bruikbaarheid ‘in het veld’. Bovendien is apart software installeren niet meer nodig.

“De nieuwe software gaat met drag en drop. Je gooit een opname in een beveiligde browser en die maakt er tekst van. Lean mean and fast, zonder gezeur.”

Journalisten hebben er straks, als de software goed is doorontwikkeld, veel profijt van. “Stel dat je ergens een grote reportage gaat maken, op straat of zo. Je kunt slecht aantekeningen maken door in je telefoon te prutsen. Dat duurt te lang. Dus, wat zie je, het aloude blocnote komt weer tevoorschijn. En vaak worden die gesprekken voor de zekerheid ook opgenomen. Daar zit je dan, thuis achter je laptop of weer terug op de redactie. Met een stapel  aantekeningen, twee uur aan geluidsopnames en een uur om je verhaal te maken. Met wat we nu ontwikkelen ga je dat halen!”

 

Vroeger…

De omslag van zoeken naar een speld in een hooiberg naar efficiënt en snel kunnen zoeken en vinden is de derde digitale omslag waar Telpress mee te maken heeft. In de jaren tachtig van de vorige eeuw begon dat met hardware  op redacties, voor het sneller verwerken van het nieuws naar het papier van de krant. Destijds ging het merendeel van de werkzaamheden nog per typemachine, maar de computerterminal was in opkomst.

“Vanaf de vroege jaren negentig verschoof de focus naar software,” zegt D’Innella Capano. “Dat was nodig omdat hele redacties met terminals werden aangesloten op de eindredactie en het zet- en druksysteem. Nu staan we weer voor een keerpunt.”

Die omslag beslaat volgens de Telpress-CEO deze keer van het maken van design software voor redacties naar leveren van al dan niet mobiel ‘design lean’. Door elke journalist overal te gebruiken en nog snel en veilig ook. Het non-profitinitiatief van Yovoli haakt aan bij de laatste trend.

 

En de veiligheid?

Telpress wil traagheid maar ook onveiligheid ten koste van zo ongeveer alles voorkomen. “We werken dan ook met meerdere spiders tegelijk die op meerdere servers draaien. We spreiden alles. Gaat er ergens iets kapot, dan heb je dus maar een klein beetje ongemak. Zo hebben we ook de beveiliging opgebouwd,” legt  D’Innella Capano uit.

Hij vergelijkt het met een pakket losse bouwsteentjes. “Je kunt ze aan elkaar maken tot een mooi bouwwerk. Maar intussen is elk steentje een aparte eenheid. Elk blokje moet je apart hacken. En komt een hacker ergens binnen, krijgt hij bijvoorbeeld alleen een bestand met links naar kranten te zien. Lekker belangrijk! Net als in een fysiek huis moet je zorgen dat de inbreker zo lang mogelijk bezig is. Hoe meer tijd nodig is, hoe groter de kans om gepakt te worden.”

Het bedrijf werkt momenteel graag met JSON (JavaScript Oject Notation). “Maar eigenlijk gebruiken we alle denkbare standaards, als het maar past in ons lean and mean-beleid.”

 

Dus toch!

Wat de mediaheren betreft ligt de toekomst van de journalistiek dus toch in het digitale. Yovoli is daar een exponent van. Jan Halkes: “Vroeger had je al je bedrijven en contactpersonen in je rolodex. Je moest goed weten hoe je via een van die contactpersonen verder kwam, waar je wanneer moest zijn voor geheime stukken of mensen die hun mond voorbij praatten. Dat lijkt nu met de krimpende redacties en budgetten onbegonnen werk, maar het digitale kan daarbij helpen, als je het goed weet aan te pakken. Ik hoop dat we met Yovoli en Telpress de sector kunnen helpen op te bloeien als nooit tevoren. Dat is niet alleen mooi maar ook broodnodig.”

 

Gerelateerde berichten...