Huisartsen wordt wakker!

Op 13 maart 2018 verscheen het Nictiz-rapport ‘Toekomst digitalisering eerstelijnszorg Huisartsen’. De schrijvers melden dat het noodzakelijk is om de ‘digitaliserings-paradox’ daar te doorbreken. Nu ben ik gek op paradoxen, zeker als het de digitalisering in de zorg betreft. Deze paradox is indrukwekkend maar ook schokkend.

Er wordt geconstateerd dat de huisartsen in 2017 “digitaal de meeste dossiers bijhouden van patiënten in Nederland”. Meer dan 90 procent. Dat is indrukwekkend! Deze dossiers worden van oudsher vastgelegd in het Huisartsen Informatie Systeem (HIS). Op dit moment zijn er circa negen HIS’sen die ondanks ‘kritiek’ van gebruikers gemiddeld een zeven scoren. Maar die situatie verandert snel. Inmiddels worden er naast de HIS’sen en KIS’sen nog vele andere it-oplossingen (los) aangeboden op de markt: veilig mailen, veilig chatten, apps en websites ten behoeve specifieke ziekten en patiëntengroepen, patiënt/regio/zorgverleners-portalen, pgo’s enzovoort. Het probleem bij dit overdadige aanbod is dat de huisartsen als ondernemer zelf hun IT moeten verzorgen. De huisartsensector heeft, anders dan de ziekenhuizen, GGZ en de VVT, nooit beschikt over eigen it-afdelingen. Leveranciers hebben dus vrij spel. Partijen als Nictiz en de NHG introduceren ´referentiearchitecturen´, maar die hebben hooguit invloed op de eigen omgeving van de eerste lijn, zonder dat andere zorgverleners zoals ziekenhuizen daarbij worden betrokken.

Tegelijkertijd constateren de schrijvers van het rapport dat de huisarts “wordt gezien als hoeksteen van het Nederlandse zorgmodel. Het is belangrijk dat de ‘connected huisarts’ als wenkend perspectief een sterke positie krijgt in het realiseren van een duurzame, doelmatige, persoonsgerichte gezondheidszorg dicht bij huis en van een hoge kwaliteit.”

Nu is er iets bijzonders aan de hand. Om te willen en te kunnen veranderen moet het probleem duidelijk zijn en moet de last worden ervaren. Toch wordt geconcludeerd dat de pijn op het gebied van digitalisering op dit moment onvoldoende wordt gevoeld. Zicht op het probleem en een breed gevoel van urgentie ontbreken. De huisarts is te druk om de zorg voor de patiënten goed uit te voeren. De afzonderlijke systemen die daarbij worden gebruikt, beschikken over voldoende functionaliteit, vinden ze, om de dagelijkse werkzaamheden te ondersteunen.

De paradox: huisartsen zijn tevreden over het dagelijks gebruik van IT en men is gewend aan enig ongemak, maar de digitale transformatie is noodzakelijk in de nabije toekomst, zodat de eerste lijn de sleutelrol van ketenregisseur in de zorg waar kan maken. De slotconclusie van het rapport luidt: “Als op landelijk niveau hier nu niet een visie op komt die duidelijk, en overtuigend is (…), is de kans groot dat huisartsen de regie en invloed kwijtraken. (…) Huisartsen lopen al jaren voorop in digitalisering, echter ziekenhuizen hebben de afgelopen paar jaar serieus geïnvesteerd in ICT-systemen en zijn bezig de achterstand met de eerste lijn in te lopen.”

En als de huisartsen niet snel wakker worden dan pakken slagvaardige zorgorganisaties (ziekenhuizen of commerciële marktpartijen) de rol van de huisarts over. Ik vraag mij ernstig af of de patiënt daarbij gebaat is. Wie belt u dan als u aandacht wil voor uw probleem? En wat kost dat dan?

 

 

Gerelateerde berichten...