Kamer moet kwetsbaarheid voor digitale manipulatie onderzoeken

Zijn de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart aanstaande ook kwetsbaar voor (digitale) manipulatie? Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken wil dat onderzoeken, zo schrijft hij in een brief aan de Kamer.

De ministersbrief is een antwoord op het eind vorig jaar ingestuurde schriftelijke verzoek van Kees Verhoeven (D66). Hij stelde vragen over het manipuleren van verkiezingen door hacks en nepnieuws.

 

Vertrouwen

De minister vindt dat Kamerleden in aanloop naar de verkiezing zeer alert moeten zijn. “We moeten niet naïef denken dat in Nederland niets mogelijk is,” stelt Plasterk in de brief. “Het vertrouwen in de integriteit van het verkiezingsproces in Nederland is groot. Daardoor wordt de betrouwbaarheid van de uitslag van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer niet ter discussie gesteld. Dat is een groot goed dat beschermd moet worden.”

In aanloop naar de verkiezingen wil Plasterk goed analyseren waar er eventueel kwetsbaarheden zijn. Hij denkt daarbij vooral aan de organisatie van de verkiezing zelf. Ook het stemproces en het proces om de uitslag te bepalen moeten onder de loep. De minister richt zich ook op de fysieke en digitale beveiliging van personen en voorkoming van verspreiding van nepnieuws.

 

Nepnieuws voorkomen

Voorkomen van nepnieuws is in navolging van de kwesties rond de Amerikaanse verkiezingen wat de minister betreft een de speerpunten. De overheid en de partijen zullen er alert op zijn, stelt hij in de brief. Plasterk vindt Kamerleden rekening moeten  houden met buitenlandse overheden (of diensten die daaronder vallen) die de verkiezingen willen beïnvloeden.

“Het kabinet kan niet uitsluiten dat statelijke actoren baat kunnen hebben bij beïnvloeding van de politieke besluitvorming en van de publieke opinie in Nederland. En dat zij daartoe middelen zullen inzetten om te proberen die beïnvloeding ook te realiseren.”

 

Ondersteuning

Plasterk wijst echter ook in de richting van instanties als bijvoorbeeld de media. Zij moeten zich volgens hem ook wapenen tegen hacks. “Men is immers primair zelf verantwoordelijk voor de eigen (informatie)beveiliging. Waar dat moet en kan wordt er vanuit de rijksoverheid ondersteuning geleverd,” aldus de minister in de brief.

Dat wijzen naar anderen geldt ook voor verspreiding van nepnieuws. De minister vindt dat de invloed van het kabinet daarin minimaal is. “In Nederland voeren private bedrijven opiniepeilingen uit. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor de beveiliging van hun infrastructuur, dus ook voor het voorkomen van hacks. De media bepalen zelf welke selectie zij uit het nieuwsaanbod maken. Ze dienen daarbij zelf af te wegen of er sprake kan zijn van nepnieuws. De rol van de overheid beperkt zich tot het stimuleren van awareness dat er nepnieuws kan worden verspreid.”

Gerelateerde berichten...