SenSafety wordt burgerwacht 2.0 in Twente

Paul Havinga, SenSafety

In Enschede zijn ze de vuurwerkramp nog niet vergeten. Op het moment dat de veiligheid in gevaar is, wil iedereen mobiel bellen, waardoor al snel het GSM-netwerk plat gaat. Het onderzoeksproject SenSafety van de Universiteit Twente richt zich op alternatieve vormen van communicatie en meten in situaties waarin onze veiligheid in het geding is.

De naam SenSafety zegt het al: het gebruik van sensoren om de veiligheid in de openbare ruimte te vergroten. Dat wil zeggen: op straat, maar ook in publiekelijk toegankelijke ruimten. Prof.dr.ing. Paul Havinga en ir Hans Scholten van de Pervasive Systems Research Group aan de Universiteit Twente zijn de kartrekkers van dit publiek-private onderzoeksproject van COMMIT, waarin de universiteit samenwerkt met de TU/e, de politie, TNO, Tendris, Thalis, Ambient Systems en Strukton.

“Bijna al die telefoons zitten vol sensoren en hebben bovendien Wi-Fi of Bluetooth aan staan,” vertelt Havinga. “Wij gebruiken dit om een draadloos netwerk te vormen tussen de telefoons onderling zodat ze onderling informatie kunnen uitwisselen. We laten de radio’s in de telefoons rechtstreeks met elkaar praten. We maken ook andere sensoren in de publieke ruimte onderdeel van dit netwerk, zoals sensoren in slimme lantaarnpalen die bewegingen meten en daar de lichtsterkte op aanpassen, sensoren die de luchtkwaliteit meten, sensoren in bewakingscamera’s die koppen kunnen tellen en ga zo maar door.”

Zijn onderzoeksgroep ontwikkelt de algoritmen voor analyse van de gegenereerde data en op basis daarvan de sensoren aan te sturen. Zo ontstaat een intelligent netwerk dat signalen kan doorgeven en patronen en afwijkingen daarin registreren. Het is een droom om hiermee een soort Burgerwacht 2.0 te realiseren die de kwaliteit van leven verbetert.

Het slimme sensorennetwerk wordt niet alleen gebruikt om te constateren dat er iets aan de hand is. Het kan ook worden ingezet om mensen de goede kant op te sturen, bijvoorbeeld met behulp van licht. Scholten licht toe: “Een van de partners in dit project is Tendris. Zij maken lantaarnpalen die twee kanten op kunnen schijnen en waarvan de kleur kan worden aangepast. We kunnen groen licht laten bewegen in de richting waarin we willen dat mensen gaan lopen. Op die manier kun je grote mensenmassa’s weg laten lopen van het gevaar, zonder dat je meteen een hele politiewacht hoeft in te zetten.”

De technologie werkt alleen als het nodig is. De telefoon wordt heel even basisstation. Daarbij wordt gebruikgemaakt van mechanismen die mensen al aan hebben staan, zoals Wi-Fi en Bluetooth. Havinga: “We gebruiken dat om hele korte berichten te verzenden, en zodra dat berichtje is verzonden, schakelt het protocol zichzelf ook weer uit. De belasting is daardoor verwaarloosbaar klein.”

Deze manier van werken heeft nog een ander voordeel, en dat is privacy. “Doordat we steeds maar heel kort gebruikmaken van een mobiele telefoon,” vertelt Havinga, “kunnen we niet zien hoe iemand loopt (wat juist wel het onderzoeksdoel is van EWiDS en waarom deze technologie zich dus niet leent voor dat project, red.). We hebben ook geen idee wiens eigendom die telefoon is. Dat willen we ook helemaal niet weten. We gebruiken die telefoon alleen even om een kort berichtje – bijvoorbeeld ‘er komt een gaswolk aan’ – door te geven aan een volgende sensor, zodat op basis van die stroom aan data hulpdiensten en publiek kunnen worden geïnformeerd.”

Lees het hele verhaal online of in ICT/Magazine van januari/februari 2015.

 

Geef een reactie

Gerelateerde berichten...