Vanessa Evers: hybride samenleving mens en robot komt eraan

robotica kinderhand en robothand boks

Robotica neemt een hoge vlucht, in de maatschappij maar vooral ook in de gezondheidszorg. Met name in sociaal opzicht kunnen robots impact hebben. Hoe precies? En wat moet er gebeuren voordat het zo ver is? ICT/Zorg sprak erover met prof. dr. Vanessa Evers, hoogleraar Sociale Robotica aan de Universiteit Twente.

Vanessa Evers voorspelde in haar oratie dat wij binnen nu en twintig jaar in een ‘hybride samenleving’ zullen leven, waarin mens en robot hand in hand met elkaar functioneren. Maar is die hybride samenleving niet eigenlijk nu al een feit? Immers, robots en intelligente systemen hebben al hun intrede gedaan op tal van terreinen. “Dat is waar”, zegt Evers. “We zijn steeds beter in staat om intelligente technologie te maken die menselijk gedrag kan herkennen, misschien zelfs voorspellen en erop kan reageren. Met andere woorden: technologie die zich sociaal gedraagt, die leert zoals wij leren en communiceert zoals wij communiceren.”

 

Technologische doorbraken

Toch is er volgens Evers nog een aantal technologische doorbraken nodig voordat sociale, intelligente, interactieve, zelflerende robots ons leven kunnen verbeteren. “Neem bijvoorbeeld energie. Nu zit er altijd een stekker aan een robot of er is sprake van een grote, zware batterij die snel opraakt. En hoe intelligenter, dus complexer, de robot, hoe meer energie hij nodig heeft. Die energietoevoer is nog een grote uitdaging.” Een ander terrein waarop nog veel moet gebeuren is gebruik en interpretatie van natuurlijke taal, zegt Evers. “We zijn al een stuk verder gekomen met Siri, maar het is  niet zo dat je willekeurig spraak kunt opnemen en dat de computer het echt begrijpt.”

Volgens Evers zijn op alle terreinen nog grote stappen en doorbraken nodig om een samenleving te creëren van mens en robot, waarin intelligente robots ons leven daadwerkelijk vereenvoudigen, zelfs verrijken. Maar dat die samenleving eraan komt, staat voor haar als een paal boven water.

Robots moeten dus nog meer op ons gaan lijken, en nog beter en slimmer met ons gaan interacteren. Daarom houdt de vakgroep van Evers zich bezig met vragen als: hoe moet een robot zich gedragen om goed over te komen op mensen? Hoe gedraagt een intelligent systeem zich zodanig dat dit voor mensen zinvol en aangenaam is? Hoe kan een goede en doorgaande dialoog ontstaan tussen mens en robot? Maar ook: hoe herkent een robot de toestand van de mens via analyse van gezichtsuitdrukking, gebaren, stem, en van data als hartslag, lichaamstemperatuur, bloeddruk, ademhaling, en eet-, bewegings- en slaappatronen?

Lees het hele verhaal online of in ICT/Zorg van juni 2016.

 

Gerelateerde berichten...