Maak van eHealth altijd maatwerk

De grote kracht van eHealth is dat je de zorg eenvoudig kunt aanpassen aan de behoeften van patiënten en cliënten. Toch gebeurt dat lang niet overal. Te vaak wordt efficiency centraal gesteld en een ‘one size fits all’-oplossing geïmplementeerd. GGZ-organisatie Altrecht laat op het Health Valley Event 2016 zien dat het ook anders kan.

 

Als Hans van Klaveren enkele jaren geleden bij Altrecht wordt aangenomen om de informatisering te verbeteren, is zijn eerste gedachte bij het EPD en andere applicaties: dit kan veel beter. “Op alle fronten”, zegt hij. “De software zelf, de verhouding met de leverancier, de manier van denken over ondersteuning van het primaire proces door ICT. Op dat moment was de keus al gemaakt om te gaan werken met eHealth, maar er was nog weinig inzicht wat dat nu precies voor welke patiënten zou gaan betekenen. Wij hebben veel verschillende soorten patiënten, van tienermeisjes met een eetstoornis tot mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen die verslaafd zijn en vaak geen smartphone hebben. Voor iedere groep en misschien wel voor iedere behandelaar zal de inzet van eHealth anders zijn. Dat moet je als uitgangspunt nemen, anders kun je er net zo goed niet aan beginnen.”

 

Omdenken

Van Klaveren noemt als grootste voordeel van eHealth dat de patiënt contact kan opnemen als hij of zij zorg nodig heeft. “Dat betekent natuurlijk nogal wat voor de organisatie. De zorgverlener moet omdenken. eHealth is geen technische tool bovenop een bestaande behandeling, het vraagt om een heel andere aanpak. De zorgverlener werkt niet meer van 8 tot 5, maar op het moment dat de patiënt hulp nodig heeft. De behandelaar zal dan ook een ander soort gesprek met de patiënt hebben dan wanneer die eens in de drie weken langskomt. Hoe organiseer je dat? Dat is een complex vraagstuk dat verder gaat dan de inzet van ICT of het aanpassen van een behandeling.”

Tegelijkertijd ervaart Altrecht dat externe veranderingen om haast vragen. Er is sprake van grote financiële druk door wijzigingen in wet- en regelgeving, zoals de impact van het feit dat gemeenten nu verantwoordelijk zijn voor jeugd. Daarnaast beginnen samenwerkingspartners van Altrecht met initiatieven om informatie over de patiënt te delen. Zo doorloopt de organisatie samen met UMCU een traject om te komen tot naadloze informatiedeling. Altrecht werkt bovendien samen met zeven andere GGZ-instellingen in het initiatief Blended 8, dat tot doel heeft om door samenwerking sneller en kostenefficiënter blended behandelmethodes te ontwikkelen.

 

Flexibilisering van ICT

“Deze veranderingen en samenwerkingsverbanden betekenen dat wij op een heel andere manier moeten kijken naar ICT en eHealth”, stelt Van Klaveren. “Je kunt niet meer, zoals voorheen, beslissen wat je de komende vijf jaar gaat doen. Je moet morgen kunnen veranderen. Dat vraagt veel van ons, en van onze leverancier. Je moet samen stappen zetten, niet in een traditionele, puur zakelijke klant-leverancier-verhouding, maar echt als partners voor de lange termijn. Dat betekent dat je geen ellenlange SLA’s meer opstelt, maar samen een traject ingaat waarvan je vooraf niet weet waartoe het gaat leiden. Je maakt waar mogelijk afspraken, maar als onderdelen nog onduidelijk zijn, zul je elkaar op basis van vertrouwen moeten kunnen vinden. Dat moet je als organisatie durven.” Hij koos ervoor om dit traject samen met Karify in te gaan.

 

Geen pilots meer

Een grote verandering in de visie op implementatie is dat Altrecht is gestopt met pilots. Van Klaveren: “Wij zien eHealth nu als integraal onderdeel van de dagelijkse operatie. We zijn ‘gewoon gaan implementeren’, zonder eerst in pilotvorm iets op kleine schaal uit te proberen en daarna op te schalen. We hebben vijf mensen vrijgemaakt die zorgteam voor zorgteam langsgaan en voor hen eHealth-toepassingen op maat ontwikkelen, steeds gebruikmakend van de ervaringen die ze in eerdere situaties opdeden.” De gemiddelde doorlooptijd van een implementatie is drie maanden.

Het projectteam heeft een aanpak opgezet om snel samen met het zorgteam tot een werkend resultaat te komen. De eerste applicatie die op deze manier is ontwikkeld, was ter ondersteuning van jongeren met eetstoornissen. “In vier dagdelen heeft het eHealth-team samen met enkele behandelaars bedacht welke modules er moesten komen en hoe die er in grote lijnen moesten uitzien”, vertelt Van Klaveren. “De software is samen met Karify ontwikkeld en daarna met de betrokken behandelaars fijngeslepen. Toen iedereen tevreden was, vond er een kickoff plaats voor alle medewerkers die betrokken zijn bij de behandeling van eetstoornissen. De behandelaars die hebben meegedacht over de functionaliteit zijn de kartrekkers, zij maken collega’s enthousiast. Wij geven iedereen mee: wat er nu staat, is het eerste concept. Geef input om het verder te verbeteren en door te ontwikkelen. Dat werkt goed. Daardoor zien zorgteams het echt als hun applicatie. We gaan de hele organisatie door om per zorgteam te bekijken hoe eHealth hen en de patiënt kan helpen. Het is de vrije keus van ieder zorgteam wat er precies wordt ontwikkeld en hoe het wordt ingezet.”

 

Patiënt geeft input

Het is aan Karify om de lessen van Altrecht toe te passen bij de andere zeven samenwerkingspartners in de Blended 8. Joris Moolenaar, CEO van Karify: “Iedere organisatie ontwikkelt zijn eigen modules en kiest de functionaliteiten die passen bij de geboden zorg. Daarbij kun je rekening houden met bedrijfsstructuur en –cultuur. Er komt dus niet één applicatie voor mensen met een eetstoornis, iedereen ontwikkelt zijn eigen modules op basis van hoe zij zorg kunnen en willen bieden. Behandelaars moeten immers zelf kunnen kiezen op welke manier zij willen behandelen. Wij zorgen er alleen voor dat niet in acht organisaties het wiel wordt uitgevonden.” Karify toont als het ware hoe een as, spaken, velg en banden kunnen worden samengevoegd tot een wiel. Maar dat wiel ziet er in iedere situatie anders uit. Moolenaar: “In vrijwel iedere applicatie die we ontwikkelen ziet een patiënt na het inloggen eerst met wie hij een behandelrelatie heeft. Daaronder verschijnen de modules die bij zijn zorgpad horen, zoals een intake. Die modules passen bij de specifieke patiënt, maar zijn wel generiek voor de GGZ-organisatie. Het maatwerk voor de patiënt ontstaat door de keus van modules en doordat de behandelaar data terugkrijgt uit het traject dat een patiënt online doorloopt. Groot voordeel is dat de behandelaar precies kan zien wat een patiënt heeft gedaan, waar het goed gaat en wat iemand nog lastig vindt. Daardoor kun je veel gerichter behandelen, en daarmee de gedragsverandering versnellen en beter borgen.”

 

Nooit klaar

Altrecht heeft inmiddels in een jaar tijd tien afdelingen voorzien van eHealth-toepassingen die passen in een blended-care-concept. De modules zijn niet statisch, maar worden steeds verder verbeterd aan de hand van feedback van behandelaren. Van Klaveren: “Dat is het mooie van eHealth: we leren voortdurend van ervaringen en kunnen die lessen meteen verwerken in de modules. We zijn nooit klaar, je kunt jezelf altijd verbeteren.”

 

Gerelateerde berichten...