Next Big Thing: Denkende machines

Fred Teunissen

Op de luchthaven van Barcelona raak ik na het ophalen van mijn bagage de weg even kwijt. Dat was vorig jaar precies zo en op precies hetzelfde punt in de hal, realiseer ik me. Het is de eerste déjà vu van deze reis. Er zullen er meer volgen. Maar al snel wordt het me duidelijk: hier staat iets belangrijks te gebeuren.

Ik herinner mij 2004, de persbriefing van Skype in hotel Royal Riviera in Cap Ferrat bij Nice. Destijds wist nog vrijwel niemand wat Skype was. Zoals nu nog amper iemand weet wie of wat Amelia is. Ik zal het maar meteen verklappen: Amelia is een kunstmatig brein. Een virtuele helpdeskmedewerkster die kan meedenken en zelfs kan meevoelen.

 

Zondag 9 november

In de namiddag kom ik aan bij het CCIB (Centre de Convencions Internacional de Barcelona). Alles ziet er precies zo uit als vorig jaar. Alsof er geen tijd verstreken is. Ook binnen in het grote complex lijkt november 2013 uit de as herrezen. Dezelfde kleuren, dezelfde indeling, dezelfde slogans, nou ja voor 90 procent dan. Vorig jaar stond ‘the digital world’ centraal. Nu is het thema ‘driving digital business’. What’s the difference? Bij mijn verblijfplaats, een &B-boot in de nabijgelegen jachthaven, ervaar ik een eerste verschil. De Nederlandse eigenaar geeft me de hut naast die van vorig jaar.

 

Maandagmorgen 10 november

Bij het ontbijt praat ik met een Italiaanse CIO. Er is telepathie in het spel. Hij stelt de vraag die mij op datzelfde moment ook bezighoudt: signaleert Gartner als louter waarnemer wat er gebeurt, of zet Gartner zelf de trend (met daarachter de it-industrie)? Hoe onafhankelijk zijn de voorspellingen? We neigen allebei naar het eerste antwoord en geven tot nader order Gartner de ‘benefit of the doubt’.

In de grote zaal van het CCIB – vlak voordat de openings-keynote losbarst – tuurt negentig procent van de vijfduizend aanwezigen op een beeldscherm en veegt en toetst dat het een aard heeft. Ik – met een notitieblokje en pen op mijn schoot – zit tussen viereneenhalfduizend zombies. Het leggen van contact met de buren voor, achter of opzij, stuit op onzichtbare, maar zeer voelbare muren. Contact leidt af. Totdat ik mijn rechterbuurman even uit de screenmode weet te wrikken en in de ogen mag zien. Ik wijs links en rechts in de rij op al die screen junks, doe ze na met wat handgebaren en hij schiet zowaar in de lach.

 

Nexus of Forces

De openings-keynote heeft de vorm van een estafette. Starring: Gartners CEO Gene Hall, Head of Research Peter Sondergaard, VP Research Tina Nunno en onze landgenoot en big data expert Frank Buytendijk. Hall hamert de kernboodschap er in. Met de mantra, die vorig jaar al opgeld deed: “Every budget is an it-budget. Every company is a technology company. Each and every business unit is a technology start-up.” Dat is zo, aldus Hall, door de Nexus of Forces, een term die Gartner gebruikt om de synergie van social, mobile, cloud and information aan te duiden. Deze Nexus is de drijvende kracht van de digitalisering en de impact ervan wordt nog versterkt door de opkomst van het Internet der Dingen. In Gartner jargon: The Nexus meets the Internet of Everything. “Maximaal twee jaar hebben bedrijven nog om hun strategie aan te passen aan deze nieuwe werkelijkheid,” zo houdt Hall de zaal voor, anders kunnen ze het schudden. Peter Sondergaard geeft een opsomming van onderzoeksresultaten die tot nadenken stemmen:

  • 38 procent van alle uitgaven aan IT gaat in 2014 buiten de it-afdeling om. In 2013 was dat 21 procent, dus dit aandeel groeit snel. In 2017 zal het 50 procent geworden zijn, voorspelt Gartner. Het zijn vooral de marketing- en salesafdelingen die op eigen houtje IT inkopen.
  • De budgetten van it-afdelingen zelf groeien met een magere 1 procent per jaar.
  • In 2018 zal nog maar de helft van alle servers eigendom van bedrijven en instellingen zijn. De andere helft zal als dienst vanuit de cloud worden afgenomen.
  • Een derde van alle banen (!) zal in 2025 zijn vervangen door robots en smart machines. Dat geldt zeker ook voor banen in de IT.

 

Verschuiving

Wat ik in het bijzonder een interessante set aan gegevens vindt is de verschuiving van de komende jaren in de verdeling van de uitgaven aan IT.

 

Verdeling van it-uitgaven

Nu Komende jaren
Services 23% 45%
Software 20% 20%
Hardware 16% 10%
Personeel 41% 25%

 

Sondergaard vertelt dat veel bedrijven in hun maag zitten met de hoge investeringen die nodig zijn om over te schakelen op digitale business, omdat de marges lager zijn dan ze gewend waren. De oude business-modellen, gebaseerd op efficiency en kostenbeheersing en ROI-berekeningen gelden niet meer. In het nieuwe paradigma draait het om modellen die op groei zijn gebaseerd. Hij noemt Siemens, Caterpillar en de Saxo Bank als voorbeelden van de nieuwe aanpak. De Saxo Bank omdat deze zijn beste klanten als experts inschakelt bij de dienstverlening aan andere klanten. Duidelijk een bank die uit een ander vaatje tapt.

 

Digital human

Het gaat om een ‘digital first strategie’, onderstreept Sondergaard. “Ook al omdat het gedrag van consumenten veranderd is. Vaak is het eerste bewuste moment van de dag een digitaal moment. Mensen pakken eerst hun scherm en pas dan begint hun dag. Jonge mensen willen tegenwoordig meer zaken delen. Auto’s bijvoorbeeld. Daar hebben ze geen moeite mee. Maar haal hun scherm eens bij hen weg…”
En dan vallen die twee woorden: Digital human. “Leaders must build their business for the digital human.”

Heb ik dat goed gehoord? Digital human? Jazeker, hij zegt het echt. Wat een creepy term! Wat moet ik me voorstellen bij een digitale mens? Een mens die digitaal empowered is? Of een mens die digitaal is ingepakt in een web van intelligente voorwerpen? Die via dat web bestuurd wordt door degenen die de controle over dat web hebben? Een human die als screen junkie en digitale autist zijn levensdagen slijt. Wie zei daar Matrix? Help! Het beeld van die viereneenhalfduizend screen junks van daarnet extrapoleert: overal zombies die mentaal geteleporteerd zijn naar een digitaal elders. Onbenaderbaar. Onaanraakbaar… Dan neemt Tina Nunno het stokje van Sondergaard over.

 

Oud en nieuw

Ze beschrijft ‘bimodal IT’. Kort samengevat: Doe de oude IT op de oude manier en de nieuwe op de nieuwe. Bij de oude IT – Mode 1 – gaat het om beschikbaarheid, veiligheid en soliditeit. Bij de nieuwe – Mode 2- om wendbaarheid, creativiteit en snelheid. “Stel bij ieder project duidelijk van tevoren vast of het in Mode 1 of in Mode 2 moet plaatsvinden. Ga niet proberen alle projecten op dezelfde manier te managen, want dat wordt een ramp. Voor Mode 2 heb je een ander type mens nodig, andere competenties. Mode 1 en 2 hebben allebei hun eigen plaats en waarde.”

Tot slot brengt Frank Buytendijk een ethisch accent aan in het vierluik. Hij onderscheidt twee benaderingen: die van de ‘digital machinist’ (lees: Mode 1) en die van de ‘digital humanist’ (lees: Mode 2). Als illustratief voorbeeld noemt hij een intensive care afdeling uit de werkelijkheid die de efficiency van de werkprocessen wil verbeteren. De digital machinist kijkt of er in de processen zoals die zijn vastgelegd nog ergens winst valt te behalen. Maar een door het ziekenhuis aangetrokken etnograaf – de digitale humanist – toont aan dat de feitelijke gang van zaken in de IC op sommige punten anders verloopt dan in de vastgelegde processen. Zou je die laatste zijn gaan verbeteren dan zou dat juist tot een verslechtering van de situatie geleid hebben. De les: “Listen and get out of the way.”

 

Maandagmiddag 10 november

Als ik in de perskamer zit, dringt het tot mij door dat er tot nu toe met geen woord is gerept over de internationale situatie. Dat is ongebruikelijk voor grote internationale it-bijeenkomsten. Bovendien zou het nu gepast zijn iets te zeggen over de spanningen tussen het Westen en Rusland. Maar geen woord daarover. Het voelt daarom alsof het beeld van Gartner zich dit jaar in een onwezenlijk vacuüm ontvouwt. Waarom wordt dit onderwerp niet aangesneden? Is het te controversieel? Is er wishful thinking in het spel (‘het zal wel weer overwaaien’)? Ik vind het maar vreemd.

 

Ethiek

Tijdens de eerste persconferentie direct na de lunch geven Nunno en Buytendijk een nadere toelichting. Onder meer komen de gevolgen van de bimodale benadering voor de plaats van de IT in de organisatie ter sprake. Het is denkbaar, zegt Buytendijk dat er meerdere (Mode 2) it-afdelingen in één organisatie zijn, die los staan van de centrale (Mode 1) it-afdeling en onafhankelijk opereren. De Chief Marketing Officer zou dan de scepter kunnen zwaaien over dergelijke Mode 2 activiteiten, terwijl de CIO als vanouds Mode 1 mag bestieren. Na afloop praat ik nog wat na met Buytendijk. Wat moet ik toch met die digital human, vraag ik hem. En waarom gebruikt hij die term zelf niet?
“Je kunt er allerlei definities op loslaten,” reageert hij en somt er enkele op. “Maar inderdaad,” vervolgt hij daarna, “ik gebruik liever de term digital humanist, omdat daarmee een ethische snaar wordt aangeraakt. Ethiek wordt belangrijker nu de digitalisering steeds dieper in de samenleving doordringt.”

 

Weinig nieuws

Rond een uur of drie in de middag realiseer ik mij dat ik nog niet veel nieuws gehoord. Er zijn liefst veertig break-out sessies waar ik deze namiddag een keus uit kan maken. Too much. Op gevoel kies ik voor ‘How and Why Technology Is Becoming a Core Competency (Again)’ door Frank Raskino van Gartner. Raskino stelt dat 1999 het laatste jaar was waarin technologie nog echt de volle aandacht had van de board. Daarna kwam de klad erin. Oorzaak? De impact van het boek IT doesn’t matter van Nicholas Carr. Er is gesneden en gesnoeid bij het leven. Een machtige krachtbron heeft daardoor te lang op een te laag pitje gestaan. Gevolg is dat er nu een schreeuwende inhaalbehoefte is. Veel CEO’s moeten spoorslags terugkomen op hun geringschattende kijk op IT. Sommigen van hen vinden dat ‘profoundly irritating’, aldus Raskino. IT doet er wel degelijk toe en niet zo zuinig ook.

’s Avonds, terug aan boord, loop ik de Italiaanse CIO tegen het lijf en we hebben opnieuw een telepathisch moment. We kijken elkaar vragend aan en zeggen dan om beurten iets als “weinig nieuws.”

 

Creepy van The next big thing

 

Dinsdagmorgen 11 november

Alles goed en wel, als journalist blijf ik op zoek naar de beweging. Naar nieuws. Ik ben meer van het type Mode 2, maar voor nieuws uit de wereld van Mode 1 haal ik mijn neus niet op.
De persconferentie deze dinsdagmorgen heeft als thema The Internet of Things. Ook hier geen nieuws, maar twee praktische toepassingen: een lichtgewicht racket voor toptennissers boordevol sensoren en een sensor die het leefklimaat van een plant nauwlettend in de gaten houdt. Ik onderschat deze trend niet, maar heb daar al eerder uitvoerig over geschreven.

 

De beursvloer

Na de lunch ga ik eens polshoogte nemen op de beursvloer. Daar staan de ‘sponsoren’ van dit evenement: it-bedrijven met hun stands. Vrijwel direct heb ik beet. Op de stand van het bedrijf Wizzio zie ik een app voor financieel adviseurs, die een hotline heeft met Watson, de supercomputer van IBM. Tijdens het gesprek met de klant rekent Watson (in de huid van Wizzio) verschillende varianten van beleggingen vrijwel simultaan door. Een mobiele app die samenwerkt met een supercomputer. Handig. Nu hebben we het ergens over! Ook loop ik de stand van IPSoft binnen. Ik weet dat zij bezig zijn met toepassingen van kunstmatige intelligentie en heb in Amsterdam wel eens contact met ze gehad. Hier staan ze met Amelia, een virtuele customer service medewerker. Morgen is er een live demo. Ik ga terug naar de perskamer en op de roltrap omhoog en weet: dit is een draaipunt. Vanaf nu zal alles zinderen.

 

Digital leadership

Laat in de middag is er de laatste persconferentie van dit evenement met als titel ‘The CIO 2015 Agenda: Flipping to Digital Leadership’. Dave Aron, VP en Gartner Fellow vat de resultaten samen van het jaarlijkse onderzoek van Gartner onder ruim 2800 CIO’s, verspreid over 84 landen. Gezamenlijk vertegenwoordigen hun bedrijven een jaaromzet van 12,1 biljoen dollar (=12.100 miljard) en geven ze bijna 400 miljard dollar uit aan IT. Er is een veelzeggende sheet over de vraag waar de komende twee jaar de verantwoordelijkheid voor digitale innovatie belegd zal gaan worden in de organisatie. Het verschil in beantwoording van die vraag door CIO’s en CEO’s spreekt boekdelen. Van de CIO’s denkt 47 procent dat deze verantwoordelijkheid bij de CIO terechtkomt. Van de CEO’s denkt maar 15 procent dat – dit is bekend omdat het onderzoek onder CIO’s deel uitmaakt van breder onderzoek onder chiefs in de board.

 

Post Nexus

Er passeren nog wat andere boeiende sheets de revue en ineens is daar een diagram van wat Gartner ‘Post-Nexus Technologies’ noemt.

Dit gaat over de wereld die ‘na’ de window of opportunity van twee jaar ligt. Uit dit diagram blijkt dat deze technologieën niet na dit window liggen, maar dat nogal wat organisaties er nu al mee bezig zijn. Zie de kolom Thinking Machines. Daar zie je dat ongeveer 1 procent van de ruim 2800 bevraagden op dit moment al oplossingen met denkende machines heeft geïmplementeerd. 8 procent is er al mee aan het experimenteren geslagen en 14 procent heeft deze technologie opgenomen in zijn planning. Voor 23 procent is het dus actueel. Kijk, nu gaat het ergens over!
Woensdagmorgen 12 november

Op de stenen trap, die van de jachthaven naar het terrein van het conventiecentrum voert, klauter ik vandaag anders omhoog. Doelgerichter. Soepeler. Hoopvoller. Ik heb nu focus. Om 10:30 uur begint de demo van Amelia. Ik zorg dat ik er een half uur van tevoren ben en verzeker me zo van een riante plek op de voorste rij. Als de presentatie begint is de zaal afgeladen. Ergun Ekici van IPSoft voert het woord. Hij heeft een intrigerende functienaam: VP Emerging Technologies. Daar zullen er wereldwijd niet veel van zijn!

 

Amelia

Hij vertelt dat er vijftien jaar aan Amelia ontwikkeld is, waarvan er alleen de laatste vijf jaar is geprogrammeerd. De moeilijkheden die daarbij overwonnen moesten worden, waren immens. Hij somt drie centrale criteria op:

  1. Begrijpt de machine wat ik zeg? Dus de betekenis van de woorden in hun context en niet de woorden op zichzelf.
  2. Kan de machine zelfstandig leren in een natuurlijke taal? Dus zonder dat wat de machine doet vooraf is geprogrammeerd. Voorbeeld: je geeft de machine een handboek en kunt haar vervolgens over de inhoud daarvan de oren van het mechanische hoofd vragen.
  3. Kan deze machine die begrijpt en zelfstandig leert vervolgens ook communiceren met mensen van vlees en bloed? Meer nog: kan zij problemen oplossen? Vragen stellen? Nog een stap verder: is de machine gevoelig voor emoties in de communicatie met een mens? Alweer: zonder dat dit van tevoren is geprogrammeerd?

Deze drie punten vormen Ekici’s QED (quod est demonstrandum, datgene wat aangetoond moet worden) van vanmorgen. Als hij Amelia via zijn laptop inschakelt, verschijnt op het grote scherm een interface met een vrouwelijke avatar boven een simpel invoegscherm. Ekici voedt Amelia met de wikipedia-pagina over Gaudi. Die maakt ze zich in twintig seconden eigen en meldt: “Ik zal dit niet vergeten.” Ekici legt uit dat ze niet alleen de inhoud heeft gelezen, maar die tevens gebruikt voor een update van haar ‘neurale ontologie’, zeg maar haar brein. Vervolgens typt hij een vraag in het invoervenster. “Door wie is Gaudi beïnvloed?” Amelia antwoordt met een heldere, vrouwelijke computerstem: “Door architectuur, natuur en religie.” Dit is iets anders dan een rijtje zoekresultaten, becommentarieert Ekici. “Voor dit antwoord is begrip nodig.”

In de zaal zitten we nog wat glazig te kijken. Is dit echt? Zo’n demo kun je van a tot z faken, al lijkt het daar niet op. Ik denk terug aan Skype in 2004, toen gratis bellen over de hele wereld ook te mooi leek om waar te zijn.

 

Cognitieve assistent

Stap voor stap gaat Ekici nu verder. “Wat is het meest bezochte monument van Gaudi?” wil hij weten. Amelia zegt: “Ik denk dat zijn meest bezochte monument de nog steeds onvoltooide Sagrada Familia is.” In dit antwoord klinkt enige onzekerheid door en dat is volkomen terecht, zegt Ekici. “Weliswaar is de Sagrada Familia inderdaad het meest bezochte bouwwerk van Gaudi, maar dan in Spanje. In zijn algemeenheid zou dat anders kunnen zijn en zo specifiek was de vraag niet gesteld.” Ekici geeft Amelia nog enkele andere opdrachten waaruit haar rol langzaam duidelijk wordt: ze is een cognitieve assistent. Ze kan experts bij hun werk ondersteunen, maar ze kan ook callcenterwerk doen. Amelia wordt al bij zeven klanten toegepast, meldt Ekici. “Bij een it-helpdesk moest Amelia de eerste maand vrijwel iedere call doorzetten naar een menselijke collega, omdat ze de vraag niet begreep. Maar ze leerde snel en nog geen drie maanden later loste ze 64 procent van alle issues zelfstandig op. Ze spreekt op dit moment zo’n twintig talen. Sommige dingen kan Amelia nu al beter dan een mens. Mensen zijn gewoontedieren; bepaalde patronen zetten zich in ons vast. Maar Amelia heeft daar geen last van. Zij blijft stug doorgaan met leren.”
De demo maakt indruk. ‘Wow’ hoor ik van verschillende kanten als de sessie is afgesloten en we naar de uitgang lopen. Saillant detail: vooral vrouwen reageren opgetogen. Misschien niet zo gek, bedenk ik even later, want als het cognitieve waar mannen traditioneel goed in zijn in machinale vorm beschikbaar komt, is er dan nog een grens aan de Macht van de Vrouw in de latere 21ste eeuw? Eva powered by Amelia. Dat wordt wennen voor Adam.

 

Asimo

 

Amelia versus Watson

Ik loop op Ekici af en vraag hem wat het verschil is met Watson. “Watson is goed in de analyse van grote datasets en patroonherkenning. Op dat gebied is er niks beter op aarde. Maar Amelia is goed in de interactie met mensen. Die twee kwaliteiten sluiten elkaar trouwens niet uit. Ze kunnen elkaar prima aanvullen.” Mag je haar een kunstmatig brein noemen? “Ja,” antwoord hij, “want zij is een vorm van kunstmatige intelligentie.” Dan zwijgt hij even, kijkt me geamuseerd aan en voegt eraan toe: “As long as you call it an artificial artificial brain.” Het duurt even voordat de strekking van dit antwoord tot me doordringt, maar dan schiet ik in de lach. Ekici lacht uitbundig met me mee.
Heerlijk zo’n executive met humor! Typisch een type 2.

 

Woensdagmiddag 12 november

Tijdens een van de laatste presentaties vertelt Tom Austin van Gartner dat cognitieve assistenten als Amelia slechts één categorie vormen binnen de nieuwe golf. We krijgen met meer te maken: met drones, zelfsturende voertuigen, slimme robots, neurale processoren (gebouwd naar ons brein), simultane speech-to-speech vertaling en VPA’s, oftewel virtual personal assistants, zeg maar Amelia’s voor de consument. Zij zullen zowel in virtuele als in robotvorm op de markt komen. Volgens Austin zal iets meer dan de helft van alle banen hierdoor worden beïnvloed. Het verschil met vanmorgen is groot. Bij Austin zijn het woorden en tendensen. Het is dan voor het gevoel allemaal nog redelijk ver weg. Maar in de zaal bij Ekici was het Post-Nexus heet van de naald. Amelia had nog net geen parfum op. Smart machines komen er niet, ze zijn er al. En er komen er nog veel meer aan.

 

Big Brother?

Aan het eind van de middag maak ik de balans op van drie dagen Symposium. Ik heb veel gehoord en geleerd, maar ook wel veel gemist. Ik heb kunst gemist, schoonheid, liefde, saamhorigheid, natuur. Ik geloof dat ik de afgelopen dagen nergens bloemen heb zien staan. Gartner is en blijft toch wel een erg strakke club. De overheersende kleur is blauw. Een woord dat erg veel valt is ‘leader’ en veel presentaties blijven aan de uiterlijke kant van de dingen: processen, efficiency, de concurrent voorblijven. Kortom Mode 1. Logisch, want in die sfeer zit de mainstream. Maar toch knaagt het. Want waar loopt dit op uit? Combineer smart machines met een rigide Mode 1 cultuur en je belandt in een Big Brotheriaanse schermenhel. Maar laat ik optimistisch blijven. Een geluk bij een ongeluk is dat er op dit moment – zakelijk gezien – vooral mensen van het type Mode 2 nodig zijn. Creatievelingen. Dwarsdenkers. Ethici. Nu maar hopen dat zij de komende jaren voldoende gewicht in de schaal gaan leggen.

 

 

Gerelateerde berichten...