Robots kunnen de zorg socialer en menselijker maken

prof. dr. Vanessa Evers, hoogleraar Sociale Robotica aan de Universiteit Twente robots socialer menselijker
Vanessa Evers 2014 ©foto eric brinkhorst

Robotica neemt een hoge vlucht, in de maatschappij maar vooral ook in de gezondheidszorg. De verwachtingen zijn hooggespannen. Is de operatierobot in de OK inmiddels al bijna gemeengoed geworden, ook op andere terreinen zullen robots in de zorg hun intrede gaan doen. Met name in sociaal opzicht kunnen zij impact hebben. Hoe precies? En wat moet er nog gebeuren voordat het zo ver is? ICT/Zorg sprak erover met prof. dr. Vanessa Evers, hoogleraar Sociale Robotica aan de Universiteit Twente.

 

Vanessa Evers voorspelde in haar oratie dat wij binnen nu en twintig jaar in een ‘hybride samenleving’ zullen leven, waarin mens en robot hand in hand met elkaar functioneren. Maar is die hybride samenleving niet eigenlijk nu al een feit? Immers, robots en intelligente systemen hebben al hun intrede gedaan op tal van terreinen. “Dat is waar”, zegt Evers. “We zijn steeds beter in staat om intelligente technologie te maken die menselijk gedrag kan herkennen, misschien zelfs voorspellen en erop kan reageren. Met andere woorden: technologie die zich sociaal gedraagt, die leert zoals wij leren en communiceert zoals wij communiceren.”

 

Technologische doorbraken

Toch is er volgens Evers nog een aantal technologische doorbraken nodig voordat die sociale, intelligente, interactieve, zelflerende robots ons leven daadwerkelijk kunnen verbeteren. “Neem bijvoorbeeld energie. Nu zit er altijd een stekker aan een robot of er is sprake van een grote, zware batterij die snel opraakt. En hoe intelligenter, dus complexer, de robot, hoe meer energie hij nodig heeft. Die energietoevoer is nog een grote uitdaging.” Een ander terrein waarop nog veel moet gebeuren is het gebruiken en interpreteren van natuurlijke taal, zegt Evers. “We zijn al een stuk verder gekomen met Siri, maar het is nog echt niet zo dat je willekeurig spraak kunt opnemen en dat de computer dan werkelijk begrijpt wat er gezegd wordt.”

Volgens Evers zijn eigenlijk op alle terreinen, waaronder wiskunde, hardware, techniek, en kunstmatige intelligentie, nog grote stappen en soms doorbraken nodig om een samenleving te creëren waarin intelligente robots ons leven daadwerkelijk vereenvoudigen, vergemakkelijken, veraangenamen, ja zelfs verrijken. Maar dat die samenleving eraan komt, staat voor haar als een paal boven water.

Robots moeten dus nog meer op ons gaan lijken, en nog beter en slimmer met ons gaan interacteren. Daarom houdt de vakgroep van Evers zich bezig met vragen als: hoe moet een robot zich gedragen om goed over te komen op mensen? Hoe gedraagt een intelligent systeem zich zodanig dat dit voor mensen zinvol en aangenaam is? Hoe kan een goede en doorgaande dialoog ontstaan tussen mens en robot? Maar ook: hoe herkent een robot de toestand van de mens via analyse van gezichtsuitdrukking, gebaren, stem, en van data als hartslag, lichaamstemperatuur, bloeddruk, ademhaling, en eet-, bewegings- en slaappatronen?

 

Kraamkamer 

De gezondheidszorg neemt in de robotica volgens Vanessa Evers haast als vanzelf een bijzondere positie in. “Van oudsher is de zorg al een belangrijke kraamkamer van technologie”, zegt ze. “Denk bijvoorbeeld aan de afstandsbediening en de stoepen met een deuk. Projecten in de zorg zijn vaak een voorloper voor ontwikkelingen in de hele maatschappij.”

De vakgroep van Evers werkt momenteel aan diverse projecten. Drie daarvan hebben een directe relatie met de zorg. Zo is er een project over ‘telepresentie’ voor ouderen. Voortbouwend op het gegeven dat veel opa’s en oma’s nu via Skype contact hebben met hun kinderen en kleinkinderen in het buitenland, is hier het idee dat opa of oma kan inloggen op een robot die bij hun kinderen staat, en vervolgens kan rondlopen, kijken en communiceren met de omgeving. “Alsof je er zelf rondloopt”, vertelt Evers. Deze technologie zou ouderen bijvoorbeeld ook in staat kunnen stellen om op afstand hun professionele kennis en ervaring ter beschikking te stellen van bijvoorbeeld derde-wereldlanden en mensen daar lokaal te begeleiden. De robot ter plekke leert enerzijds steeds beter hoe zijn ‘bestuurder’, de oudere op afstand, communiceert en opereert, en anderzijds is hij in staat om bijvoorbeeld emoties van de mensen ter plekke te registreren. Op die manier ontstaat een veel rijkere, en dus effectievere communicatie.

 

Autistische kinderen

Een ander project richt zich op autistische kinderen en helpt hen om na te denken over emoties en sociaal gedrag van mensen. Sommige van deze kinderen blijken zich prettiger te voelen en meer open te stellen, en daarmee beter te leren, wanneer ze via een robot communiceren in plaats van direct met een menselijke therapeut. “Een heel mooi project”, zegt Evers. spencer_0105

Een derde project houdt zich bezig met zorgrobots in de thuisomgeving. Onderzocht wordt hoe de situatie is wanneer zo’n robot, voorzien van alle state-of-the-art technologie wat betreft manipulatie, navigatie, en herkenning van mensen en situaties, in huis functioneert bij een patiënt in de thuiszorg. Evers: “Dit geeft een beter inzicht hoe robots in de care, in dit geval de thuiszorg, ingezet kunnen worden”.

Kijkend naar de zorg ziet Evers een aantal interessante ontwikkelingen. “In de cure zie je momenteel de naaldgestuurde operaties waarvoor heel fijne robotica nodig is, en protheses en dergelijke.” Maar ook in de care wordt interessante technologie ontwikkeld, waardoor mensen bijvoorbeeld niet meer drie keer per week naar het ziekenhuis hoeven te rijden, maar ze met behulp van intelligente technologie hun oefeningen thuis kunnen doen. Inclusief interessante motivatie- en coachingapplicaties. “Mensen kunnen op die manier langer zelfstandig thuis blijven wonen en worden meer de baas over hun eigen revalidatie.”

 

Sociale robotica

Daarbij bestaat in de cure niet alleen behoefte aan geavanceerde instrumenten zoals operatierobots en exoskeletten, maar juist ook aan sociale robotica die de ervaring van patiënten helpt verbeteren, stelt Evers. “Iedereen die ooit in een ziekenhuis is geweest voor een scan of bijvoorbeeld een borstonderzoek weet dat je daar met enge machines en kille technologie wordt geconfronteerd. Dat kan een stuk socialer en menselijker.”

Dokters en verplegend personeel zullen volgens Evers niet overbodig worden door robots. Maar hun werk zal er wel ingrijpend door veranderen. Veel taken zullen worden gedelegeerd aan de technologie. “Maar dat gebeurt nu ook al. Vergeleken met twintig jaar geleden is de zorg enorm veranderd. Die ontwikkeling zal doorgaan.”

Worden robots en computers op een gegeven moment net zo slim als wij? Vervaagt en vervalt uiteindelijk het onderscheid tussen mens en machine? “Theoretisch is alles mogelijk,” weet Evers, “maar voordat het eventueel ooit zo ver komt, moet er in de praktijk nog waanzinnig veel gebeuren.”

 

Gerelateerde berichten...