War for talent – markt roept opleiders op om samen te werken

Mirjam Hulsebos portret

Er is geen vakgebied dat zo snel verandert als ICT. Het is dan ook geen wonder dat de curricula van opleiders voortdurend achter de feiten aanlopen. Werkgevers klagen dat ze nog veel tijd moeten steken in het opleiden van jonge mensen die net klaar zijn met hun studie. Wat kunnen we doen om de dreigende tekorten te ondervangen? ICT/Magazine maakte een rondgang langs enkele it-bedrijven die werving & selectie hoog op hun agenda hebben staan.

Of het nu gaat om softwareontwikkelaars, infrastructuurspecialisten of inhoudelijke it-consultants die een brug kunnen slaan naar de business, op alle vlakken zijn vacatures moeilijk vervulbaar. Dat komt enerzijds doordat er te weinig opleidingen zijn die goed aansluiten bij de praktijk, en aan de paar opleidingen die goede studenten afleveren studeren domweg te weinig mensen af.

Voor de twee brancheorganisaties van de hostingindustrie – de DHPA en ISP Connect – is dit tekort aan vakmensen zelfs reden om zelf een post-MBO-opleiding te starten op het gebied waar de nood het hoogst is: een opleiding tot cloud engineer. Voorzitter van de DHPA Michiel Steltman zei daarover onlangs al in dit magazine: “Het MBO is hofleverancier aan enerzijds het HBO en anderzijds de arbeidsmarkt. Als je kijkt welke ict-opleidingen het MBO biedt, dan blijft dat in grote lijnen beperkt tot de meer creatieve richtingen zoals webdesigner, of de administratieve kant.” Aan dat tekort gaat de organisatie nu zelf dus iets doen.

Te weinig studenten
Ook Pieter van Woerden, general manager bij HPS Industrial, een leverancier van industriecomputers en rackservers, ziet dat MBO-opleidingen kansen laten liggen. HPS werkt daarom veel samen met onderwijsinstellingen als LOI en NCOI. “Zij bieden best goede technische opleidingen op MBO-niveau. Dat wil zeggen: de technische kennis van stagiaires die wij van hen betrekken is redelijk goed. Waar het aan ontbreekt zijn persoonlijke eigenschappen zoals zelfstandig werken. Ook horen we van onze stagiaires veel dat ze in de praktijk meer leren dan op school. En dat klopt ook wel. Zo valt ons op dat bij MBO-studenten de basis vaak ontbreekt: hoe zit een computersysteem in elkaar? Welke onderdelen doen wat? Wij vragen daarom aan stagiaires altijd hoeveel ze thuis met computers bezig zijn, want het blijkt dat ze de meeste kennis daar opdoen.”

AMS-IX heeft met name HBO- en universitair opgeleide netwerkinfrastructuur engineers nodig. Omdat er op de Nederlandse markt te weinig aanbod is, heeft hun personeelsbestand een sterk internationaal karakter, vertelt Henk Steenman. “Wij hebben behoefte aan engineers die de verschillende lagen van de netwerkinfrastructuur goed begrijpen, maar gezien ontwikkelingen als Software Defined Networking ook aan softwareontwikkelaars die software kunnen bouwen om die infrastructuur beter te beheren. Het is een uitdaging om deze mensen op de Nederlandse arbeidsmarkt te vinden.”

Eén van de oorzaken is volgens hem dat technische opleidingen te weinig aandacht besteden aan netwerkinfrastructuur en interconnectie, de basis van het internet. AMS-IX werkt daarom nauw samen met de masteropleiding Systems and Network Architecture van de UvA, één van de weinige opleidingen die wél heel goed is, vindt Steenman. “Deze opleiding levert zeer capabele netwerkengineers, maar het zijn er te weinig. Natuurlijk, het is geen eenvoudige opleiding, maar haal je je diploma dan vind je per direct vaak een superleuke baan met aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden. Het is echt jammer dat weinig jongeren voor deze opleiding kiezen.”

Schoolsysteem sluit niet aan
Dit tekort geldt niet alleen voor hardware- en netwerkspecialisten, ook softwareontwikkelaars kunnen direct aan de slag. De meesten daarvan worden niet opgeleid in de schoolbanken, ziet Wiebe de Boer, directeur van ict-dienstverlener ilionx. “Sommige jongeren komen gewoon niet uit de verf in het huidige middelbare-schoolsysteem. Ze zijn heel slim, beginnen op het VWO, maar passen niet binnen het klassikale onderwijs en komen vervolgens op het MBO. Maar ze kunnen wél heel analytisch denken en dat trainen ze ook nog eens door veel te gamen. Ze hebben vaak een bovenmatige interesse in IT. Dat zijn voor ons interessante kandidaten voor functies als Java-ontwikkelaar. De ontwikkelingen in programmeertalen gaan zó snel dat je een heel abstract denkvermogen nodig hebt om daar op in te spelen.”

Bovendien moet je het intrinsiek leuk vinden om die ontwikkelingen te volgen en jezelf nieuwe vaardigheden aan te leren, vindt Gerard Janssen, BU-manager Software Development bij Xebia. “Er zijn de laatste paar jaar zoveel nieuwe ontwikkeltechnologieën en programmeertalen bij gekomen die het mogelijk maken om sneller software te ontwikkelen. De kennis die je daarvoor nodig hebt, doe je niet op in de schoolbanken. Je moet het leuk vinden om je daarin te verdiepen en om je kennis met anderen te delen. Bovendien moet je goed kunnen samenwerken.

Vroeger konden softwareontwikkelaars nog redelijk solistisch aan een stuk functionaliteit werken. High level architecten brachten die functionaliteit dan wel bij elkaar. Wij werken daarentegen met Full Stack Development-teams, waarbij het team verantwoordelijk is voor het eindresultaat. Dat vraagt meer van het samenwerkingsvermogen. Wij zoeken die mensen die gedreven worden door de wil om de beste te zijn in hun vakgebied; mensen vol passie. Want je hebt een heel andere mindset nodig om in zo’n team van meerwaarde te zijn. Die mindset zegt uiteindelijk meer dan een diploma. Wij geven onze developers veel vrijheid, maar ook veel verantwoordelijkheid. Als je daar goed mee om kunt gaan en bovendien analytisch en leergierig bent, dan maak je bij ons een goede kans.”

Kennis van de business
Een derde specialisme dat kampt met een tekort aan goede mensen is de integratie met de business. Robbert Bakker, managing director van ict-dienstverlener Ciber Nederland, zegt: “Door de opkomst van de cloud is het nog belangrijker geworden dat ict-specialisten kennis hebben van de business. Het gaat vaak om het integreren van een mix van on-premise en cloud-oplossingen en dit vraagt kennis van beide kanten: van de techniek, maar ook van bedrijfsprocessen. Bovendien zijn bij het verbeteren van bedrijfsprocessen vaak meerdere partijen betrokken en ook met hen moet je goed kunnen samenwerken. Dat betekent dat soft skills belangrijker zijn geworden.”

Dat ziet De Boer ook. “Vroeger leverden wij onze diensten meestal aan de IT-afdeling. Maar nu met de opkomst van de cloud is de business onze klant geworden. Dat vereist andere vaardigheden. Ik zie wel dat opleidingen al wat meer aandacht besteden aan kennis van bedrijfsprocessen, maar nog altijd onvoldoende. Want dit zal de komende jaren alleen maar belangrijker worden.”

Er verandert dus veel, zowel op technisch gebied als op het gebied van business-IT alignment. Bakker vindt dat universiteiten en hogescholen onvoldoende bij deze ontwikkelingen aansluiten. “Ik vind dat ze de markt teveel volgen en er achteraan lopen, terwijl je zou mogen verwachten dat ze wat proactiever zijn in het laten aansluiten van het lesprogramma op de praktijk. Volgens mij liggen daar veel kansen. Niet alleen wij, maar ook andere bedrijven staan open om samen te werken met onderwijsinstellingen. Ik vind de kwaliteit van het onderwijs een gedeelde verantwoordelijkheid van opleidingsinstituten en bedrijfsleven, al mogen opleidingen hierin zelf wat meer het voortouw nemen naar mijn smaak.”

Rol HR
In hoeverre is HR in staat om goede kandidaten te selecteren voor vacatures? Daarover zijn de meningen verdeeld. Bij ilionx is het lijnmanagement verantwoordelijk voor het werven van personeel. “Wij vinden dat voor een ict-dienstverlener geldt dat het werven van personeel een primair proces is dat je niet kunt overlaten aan een stafafdeling.”

Terwijl Rob Buikema, directeur van Paralax Planning Solutions juist vindt: “De it-manager moet nauw optrekken met de HR-afdeling. Natuurlijk kan HR de ontwikkelingen op it-gebied niet volgen, dat is hun vak niet. Daarom is het zo belangrijk dat de twee afdelingen samen optrekken, want HR biedt wel degelijk meerwaarde als het gaat om het aantrekken en ontwikkelen van personeel. Bij ons leidt die samenwerking ertoe dat we nog geen last hebben van schaarste. Het enige probleem dat wij als relatief klein softwarebedrijf hebben, is dat het soms lastig is de arbeidsmarkt te bereiken. Grote softwarehuizen hebben budgetten om specifieke recruiters in te schakelen. Dat hebben wij niet. Daarom werken wij samen binnen een netwerk van bedrijven waarmee we samen nieuw ict-talent aantrekken.”

Dat talent heeft ook echt wat te kiezen, en dat is alleen maar goed, besluit Bakker. “Wij zien dat kandidaten zich bij het selecteren van een werkgever minder dan voorheen laten leiden door financiële prikkels. Aspecten als mogelijkheden om zich te ontwikkelen en de balans tussen werk en privé zijn ook belangrijk. We moeten dus als it-bedrijven weer echt ons best doen om een goede werkgever te zijn. We moeten aansluiten bij wat medewerkers inspireert en motiveert. Die ontwikkeling lijkt me alleen maar goed.”

Gerelateerde berichten...