CIP: Functionaris Gegevensbescherming (FG) krijgt wel steun van besturen maar te weinig budget

De functionaris gegevensbescherming krijgt vaak wel steun van hun bestuur, maar te weinig budget. Dat blijkt uit de eerste grootschalige enquête van het Centrum voor Informatiebeveiliging en Privacybescherming CIP.

Het beroep van FG bestaat al zo’n 20 jaar. Met de komst van AVG werd de invulling van deze beroepsgroep onlangs aangescherpt. Desondanks is er nog geen sprake van formele certificering van zowel functie als relevante opleidingen. FG’s geven aan daar wel behoefte aan te hebben.

 

Ervaren

82% van de deelnemers werkt bij een aan de overheid gerelateerde organisatie. Daarvan heeft 78% 10 jaar of meer werkervaring.

Voorop staat dat veel FG’s een HBO/WO (93%) achtergrond hebben, waarvan ruim de helft een juridische. De meesten hebben een dienstverband voor onbepaalde tijd. Zij rapporteren, in de rol van senior medewerker, rechtstreeks aan een bestuur of algemeen directeur.

De FG’s ervaren weli voldoende ondersteuning vanuit bestuurders voor de uitoefening van de functie. Toch kunnen ze niet beschikken over structureel budget. Dit geldt voor 94% van de deelnemers aan de enquête.

Behalve ondersteuning van leidinggevenden zoeken FG’ s ook externe steun. Dat zoeken ze vooral bij CIP en IBD. De ondersteuning vanuit de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) vindt men wel belangrijk maar blijkt voor verbetering vatbaar. 45% vindt de website van de AP te weinig informatief. Slechts 17% is van mening dat vragen adequaat worden afgehandeld.

 

Beperkt

De meeste deelnemers vervullen de FG-functie op deeltijdbasis. 29% slechts gedurende één dag per week of zelfs minder. Terwijl 86% van hen werkzaam is binnen organisaties met 100 of meer medewerkers en 39% met meer dan 500 medewerkers.

Het merendeel van hen houdt zich vooral bezig met advies en begeleiding. Opvallend is dat aan de in de AVG benoemde toezichthoudende verantwoordelijkheid nog slechts beperkt invulling wordt gegeven.

FG’s worden vanuit de AVG geacht “professioneel, deskundig en onafhankelijk” te zijn. De onafhankelijke positie van de FG lijkt volgens de uitkomsten van de enquête goed te lukken. Aan de deskundigheid wordt vanuit de AVG geen specifieke eisen gesteld, iets dat geldt voor zowel de beroepsregistratie als voor de beschikbare opleidingen.

Terwijl de eisen aan professionaliteit juist zeer breed ingevuld kunnen worden: “juridisch, bestuurlijk sensitief, slagvaardig, adviserend, corrigerend, veranderkundig, communicatief vaardig, ondernemend”. Gelukkig geven veel FG’s (71%) aan één of meer medewerkers te hebben, waarmee in dit kader wordt samengewerkt. In het verlengde hiervan blijkt er binnen de beroepsgroep grote behoefte te bestaan aan onderling contact, intervisie en sparren.

 

Gerelateerde berichten...