De menselijke maat

cybercrime

What a time to be alive! Deze uitspraak schiet me steeds vaker te binnen. Bijvoorbeeld toen ik laatst de CEO van Airbus hoorde praten over de toekomst van autonoom vliegende auto’s. Of toen ik voor het eerst zag hoe kunstmatige intelligentie van Google een telefonische afspraak maakte bij een kapsalon. We eten sla die wordt gekweekt in high-tech flatgebouwen. We creëren een handel in cryptomunten die evenveel energie verbruikt als een klein land. We stoppen sensors in varkens om te kunnen voorspellen wanneer ze ziek worden. What a time to be alive!

Maar het is een uitspraak met een dubbele bodem. Het kan een uiting zijn van oprecht enthousiasme over de snel veranderende wereld, maar ook een bezorgde zucht over hoe vreemd deze nieuwe wereld is. Op het internet wordt de term gebruikt als ironisch onderschrift bij creatieve, maar compleet zinloze uitvindingen. Toasters die selfies op de brood printen, mini-parapluutjes voor je smartphone, life-hacks om Netflix te kunnen kijken onder de douche. What a time to be alive…

Zo vangen deze zes woorden heel mooi het dilemma van de digitale revolutie. Aan de ene kant zijn we nieuwsgierig en enthousiast over alle nieuwe mogelijkheden, maar aan de andere kant verwonderd en zelfs bezorgd over hoe de wereld om ons heen verandert. Het risico is dat we als samenleving doorslaan naar één uiterste. Dat we technologie gaan beschouwen als de oplossing voor al onze problemen, zonder oog te hebben voor de nadelen en risico’s. Of dat we door bizarre randverschijnselen vervreemden van onze eigen omgeving en elke vorm van verandering gaan afwijzen.

Ik kom overal mensen tegen die beide kanten van dit spectrum vertegenwoordigen. Je hebt mensen die het allemaal niet snel genoeg kan gaan. Dat zijn vaak de mensen die bij elke innovatie al de overtreffende trap paraat hebben. “Dacht je dat dit revolutionair was? Wacht maar tot de brain-machine interface er is!” Aan de andere kant heb je de mensen die na een update van Outlook een week van slag zijn, omdat alle knoppen er anders uitzien. Bij hen moet je niet aankomen met een AI-assistent of IoT-sensors om de gezondheid van varkens te monitoren.

Volgens mij zit hier de grootste uitdaging van de digitale transformatie. De technologie ontwikkelt zich sneller dan mensen kunnen veranderen. Onze sector heeft daarom de verantwoordelijkheid om rekening te houden met de verschillende tempo’s van verandering. Sommigen worden wild enthousiast van disruptie en de nieuwste buzzwords, anderen zien alleen chaos en onbegrijpelijk jargon. Sommigen grijpen elke update aan om hun leven verder te optimaliseren, anderen stellen verandering het liefst zo lang mogelijk uit. Dat vraagt om communicatie op maat.

De menselijke maat bepaalt dus het tempo van de digitalisering. Ik ga me inzetten om zoveel mogelijk mensen ervan te overtuigen dat dit daadwerkelijk de beste tijd is om in te leven!

 

 

Gerelateerde berichten...