In steeds meer sectoren in economie en maatschappij worden de kansen die ICT biedt zichtbaar. Digitalisering doet ook zijn intrede op terreinen waar het tot niet zo lang geleden ondenkbaar was. Ook in de sport bijvoorbeeld. Ik heb zelf helemaal niets met voetbal, maar ik hoorde laatst een prachtig verhaal over de kracht van ICT. In voetbal gaat blijkbaar heel veel geld om, maar de sector is nogal behoudend van aard. Ik heb me laten vertellen dat de videoscheidsrechter nog altijd niet is ingevoerd, terwijl dat in andere sporten, zoals hockey en tennis, inmiddels heel gewoon is.
Het verhaal dat ik hoorde gaat over Wout Weghorst. Wout kon aardig voetballen, maar het leek erop dat hij de top niet zou halen. Hij speelde bij Emmen, maar zat vaak op de bank. En zijn contract stond op het punt af te lopen. Het leek het einde van de droom van Wout te worden. Dat was twee jaar geleden. Nu speelt Wout in de Eredivisie bij AZ en in Jong Oranje. Een startup, SciSports, adviseerde Heracles Almelo over interessante aankopen. Uit hun data-analyses, op basis van zelf ontwikkelde algoritmes, kwam Wout onverwacht tevoorschijn als een spits met veel potentie. Wout ging naar Heracles, scoorde tegen topclubs en werd ineens een gewilde speler. Dat hij gekocht werd door AZ kan haast geen toeval zijn. AZ wordt namelijk geadviseerd door Billy Beane, de man van data-analyse in het Amerikaanse honkbal. Zijn succesverhaal is als Moneyball verfilmd met Brad Pitt in de hoofdrol. Wout is voor anderhalf miljoen verkocht aan AZ. Daar heeft Heracles dus ook nog eens dik aan verdiend.
Voor mij is dit precies waar de digitale transformatie om draait. Data wordt in onze wereld steeds belangrijker. Dankzij ICT kunnen we het verzamelen. We kunnen het omzetten naar relevante informatie. En we kunnen het beschikbaar maken voor mensen die er betere beslissingen door nemen of andere fantastische dingen mee doen. Er liggen geweldige kansen. Nederland kan sterk profiteren van de digitale transformatie. Maar dan moeten we met z’n allen beter worden in het herkennen van de kansen die digitalisering biedt.
Nederland stond in diverse ranglijsten altijd bij de top, maar de laatste tijd zakken we wat af. Niet omdat wij het slechter doen, maar omdat andere landen harder gaan. Ranglijsten zijn niet heilig, maar als graadmeter van onze internationale positie geven ze nu wel een zorgwekkend signaal af. Hetzelfde is het geval op voetbalgebied, kreeg ik te horen toen ik laatst het verhaal over Wout Weghorst vertelde. Heracles is maar een kleine club en lang niet zo rijk als Ajax. Misschien is dat wel de reden dat zij veel meer open staan voor vernieuwing en kans zien om op een slimme manier te presteren en ook nog geld te verdienen. Ik hoop dat dit soort voorbeelden navolging krijgen en dat er ook in andere sectoren volop gebruik wordt gemaakt van de waardevolle grondstof die data is. Dan vindt onze digitale economie vast en zeker weer snel de weg omhoog. Nu het voetbal nog.
