Digitale monitoring werkenden moet onder de loep

nederlanders Privacy First Privacy Awards

De digitale monitoring van werkenden moet onder de loep. Hoewel de doelen nobel zijn laat de uitwerking vaak te wensen over en kan privacyschendend en discriminerend werken.

Dat stelde het Rathenau Instituut eind vorige week in de Tweede Kamer. Het instituut presenteerde daar het rapport Werken op waarde geschat.

Er is volgens het instituut juist nu veel meer discussie nodig over de digitalisering van de datasamenleving en gebruik van kunstmatige intelligentie. Sociale partners en de overheid moeten samen grenzen stellen aan de inzet van digitale technologie in de werkrelatie.

Op verzoek van de commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderzocht het Rathenau Instituut de rol die digitale monitoringstechnieken spelen op de werkvloer. En daarbij hun invloed op de kwaliteit van het werk.

In het kort:
  • Mogelijkheden om werkenden digitaal te monitoren nemen toe.
  • Digitale monitoring beïnvloedt de arbeidsverhoudingen.
  • Veel werkenden hebben sinds maart vooral contact met hun leidinggevende via digitale middelen.

Digitale technieken spelen een steeds grotere rol in het personeelsbeleid van organisaties. Bedrijven zetten ze in bij aannemen van nieuw personeel, controleren en aansturen van medewerkers en bij hun ontwikkeling en ondersteuning.

Daarbij ontstaan steeds meer mogelijkheden. Gezichtsanalyses en games worden gebruikt bij videosollicitaties of screenshots om thuiswerkers te controleren. Verder zijn er apps om de gezondheid te meten. Doordat grote delen van de bevolking sinds de uitbraak van de coronapandemie vanuit huis werken, neemt het belang van digitale monitoringstechnieken de laatste maanden nog verder toe.

Beperkt beeld

Het onderzoek laat zien dat de meeste digitale middelen in beginsel een nobel doel hebben. Ze willen beslissingen ondersteunen en de kwaliteit van het werk verbeteren. Maar ondertussen veranderen ze ook de arbeidsverhoudingen en kunnen ze leiden tot een beperkt beeld van wat waardevol werk is.

De digitale hulpmiddelen gaan, aldus het Rathenau Instituut, per definitie voorbij aan het onmeetbare. Dat is bijvoorbeeld de waarde van sociaal contact tussen collega’s. Het rapport laat verder zien dat ze de privacy van werkenden kunnen schaden en zelfs tot discriminatie kunnen leiden bij werving- en selectieprocessen. Het kan bijdragen aan een toenemende werkdruk.

Onderbouwing

Bovendien blijkt dat diverse digitaliseringsmiddelen niet wetenschappelijk zijn onderbouwd. Videosollicitaties gebruiken bijvoorbeeld soms het niet bewezen verband tussen gezichtsuitdrukking en emotie en persoonlijkheid. En zelfs bij gevalideerde instrumenten moet een organisatie ze goed inbedden, maatregelen nemen tegen misbruik en leren ze op waarde te schatten. Anders ligt discriminatie van groepen, uitsluiting en verstoring van de verhoudingen tussen collega’s op de loer.

Lees ook:

Gerelateerde berichten...