DINL: Justitie remt gezamenlijke aanpak cybercrime’

DINL, spreekbuis van en aanspreekpunt voor de Nederlandse digitale infrastructuursector, maakt zich zorgen over de werkwijze van het ministerie van Veiligheid en Justitie rond cybercrime. Hun aanpak werkt contraproductief. Het schaadt bovendien het vertrouwen van de burger in de online economie, die op dit moment al ruim 5% van het GDP uitmaakt.

De sector heeft verschillende voorstellen gedaan om cybercrime samen met het ministerie aan te pakken. Zo ligt er een plan om jihadistische uitingen op internet sneller te verwijderen en een voorstel rond de bewaarplicht. Volgens de belangengroep toont het ministerie echter weinig belangstelling. “De aandacht voor cybercrime bij het ministerie neemt toe, en dat is te prijzen,” zegt Michiel Steltman, directeur van de stichting Digitale Infrastructuur Nederland (DINL). “Maar de goede initiatieven worden teniet gedaan door beleid dat contraproductief werkt. Het wordt zo dweilen met de kraan open.”

Volgens Steltman is er onvoldoende oog voor het economisch belang en de bescherming van privacy. “De minister negeert biijvoorbeeld de uitspraak van het Europese Hof en de Raad van State die de bewaarplicht onrechtmatig hebben verklaard. En er is geen oog voor duidelijke signalen uit de hele internetsector over de schadelijke effecten van het zogenaamde terughackvoorstel. Hij heeft geen interesse in de door coalitiepartner PvdA aangedragen, en naar onze mening hoogstnoodzakelijke, modernisering van wettelijke kaders. En als klap op de vuurpijl resulteren zijn plannen voor de nationale politie in het verdwijnen van een landelijk fraude expertisecentrum, dat goede resultaten boekt en juist uitstekend samenwerkt met de sector”, aldus Steltman.

DINL roept de minister dan ook op om zich beter te houden aan zijn eigen Cyber Security Strategie, en dus ook het advies van zijn Cyber Security Raad te volgen. Die stelt dat problemen in de online economie door een intensieve samenwerking met het bedrijfsleven en andere stakeholders aangepakt moet worden. Volgens de Raad moeten economische groei en bescherming van privacy altijd meewegen in het beleid.

“Onze wens is een intensieve samenwerking, op basis van een geschikt wettelijk kader voor het internet,” meent Steltman. “De minister moet samenwerking niet alleen met de mond belijden maar actief stimuleren. Alleen samen kunnen de overheid en internetsector een stevige basis leggen voor bestrijding van cybercrime. Daarmee kan Nederland haar sterke Europese positie als aantrekkelijke en veilige vestigingsplaats voor digitale diensten verder uitbouwen”.

Geef een reactie

Gerelateerde berichten...