Meer rekenkracht in chips is mooi maar niet makkelijk

Henri Bal Foto Ernst van Deursen

In de chip-wereld is een ontwikkeling gaande die zonder aarzeling een revolutie genoemd mag worden. Nieuwe processoren die over exponentieel veel meer rekenkracht beschikken dan de huidige generatie. Een van de grootste uitdagingen met die nieuwe chips is het parallel programmeren. Als we dat niet goed doen, behalen we hooguit tien procent van de maximaal haalbare performance en schieten we er nog niets mee op.

We spreken met prof. dr. ir. Henri E. Bal, hoogleraar aan de Amsterdamse VU. Onder de vlag van COMMIT/ werkt hij aan een project om de groeiende kloof tussen de steeds complexer wordende infrastructuren en hoe applicaties werken te verkleinen. “In dit kader werken we momenteel erg hard aan het vereenvoudigen van parallel programmeren.”

Er komen nu allerlei nieuwe architecturen beschikbaar. In 2012 bracht Intel de Xeon Phi uit, die teruggaat naar het punt waarop besloten werd het programmeermodel sequentieel te houden.

Een van de grootste uitdagingen met die nieuwe chips is het parallel programmeren. Je hebt te maken met een aantal moeilijkheden. Zo moet je bedenken hoe je al die taken gaat opsplitsen. Je wilt het parallel, maar tegelijkertijd wil je dat het deterministisch blijft.

Lees het hele verhaal van Ed Lute online of in ICT/Magazine van oktober.

 

Geef een reactie

Gerelateerde berichten...