Door pas op 2 oktober 2014 een intern onderzoek naar mogelijke misstanden bij aanbestedingen te melden, heeft Ordina beleggers misleid. Dat is het harde oordeel van de advocaat van grootaandeelhouder Mont Cervin eind deze week tijdens een zitting van de Ondernemingskamer van de Amstedamse rechtbank.
Mont Cervin nam begin september vorig jaar een een belang van ruim 12 procent in Ordina. Kort daarna maakte het softwarebedrijf echter bekend dat al in juni een intern onderzoek was gestart naar mogelijke misstanden bij aanbestedingen van de overheid.
Deze vermeende misstanden kwamen aan het licht door informatie die een klokkenluider aan het tv-programma Zembla gaf. Na de bekendmaking van het onderzoek kelderde de beurskoers van Ordina, waardoor ook het belang van Mont Cervin aanzienlijk minder waard werd. Volgens de automatiseerder was er echter geen sprake van concrete informatie die met de markten moest worden gedeeld.
De investeerder stelt nu dat Ordina koersgevoelige informatie achterhield vanwege het niet eerder bekendmaken van het onderzoek. De regels voor beursgenoteerde bedrijven werden hiermee overtreden. Mont Cervin vraagt daarom aan de Ondernemingskamer om een enquête naar de hele gang van zaken bij Ordina tussen mei en oktober vorig jaar.
Verweer Ordina
In zijn verweer stelde de advocaat van Ordina dat er vóór 2 oktober geen sprake was van koersgevoelige informatie. Eerst moest worden onderzocht of de aantijgingen van de klokkenluider en Zembla wel op concrete informatie waren gebaseerd. Ordina besloot op 2 oktober een persbericht uit te brengen omdat pas toen omvang en inhoud van de beschuldigingen van Zembla duidelijk was. Toen die omvangrijk bleken kom volgens het softwarebedrijf reactie niet uitblijven.
De Ondernemingskamer beslist naar verwachting binnen twee maanden of er een onderzoek wordt ingesteld.
