De waarde van mHealth

Met enige nostalgie kijk ik soms terug op de tijd dat ‘een app maken gewoon een app maken was’. Ideetje, schets maken, een designer en een developer samen in een hok zetten, beetje pizza en cola erbij en voilà, met een beetje geluk kwam er dan een app uit. Met een beetje meer geluk vonden de gebruikers de app ook wel cool – er waren immers nog maar een paar apps in de App Store – en die 79 cent per download werd al snel een klein goudmijntje.

Even voor de duidelijkheid: het klinkt als een oma-in-de-schommelstoel-verhaal, maar dit cowboyscenario was ‘slechts’ zeven jaar geleden gewoon werkelijkheid.

Fast forward en welkom in de ontwikkeling van medische apps. Of moet ik nog wel de term ‘apps’ gebruiken? Toen Synappz in 2012 haar eerste medische app, iP Plaslijst, introduceerde, was de complexiteit redelijk te overzien. Uiteraard werd er veel aandacht besteed aan het design en de werking van de iP Plaslijst, maar technisch gezien was het minder uitdagend.

De verandering begon destijds met de bewustwording van CE-certificering (en dus het schrijven van een technisch dossier) en vervolgde gestaag een voortdurende baan naar de hogere regionen van complexiteit.

Nu, slechts drie jaar later, wil ik ingaan op drie trends die wij zien in de markt van de ontwikkeling van mHealth: bewustwording privacy, User Experience, en het aantonen van waarde.

 

Bewustwording van privacy

Aangezwengeld door ‘Silicon Valley‘ is er een intrigerende discussie gaande over de wijze waarop bedrijven die digitale diensten ontwikkelen, omgaan met privacy. Bekend is het ‘Google/Facebook’-kamp die gratis producten en diensten ter beschikking stelt om daarmee de data van de gebruikers te verkopen (voor advertenties, in het geval van Google en Facebook). Apple heeft echter onlangs de discussie aangezwengeld door te stellen dat zij juist géén data verzamelen, maar hun verdiensten halen uit de verkoop van hardware. Door deze discussie en door het feit dat steeds meer partijen in de zorg de mogelijkheden zien van mHealth-oplossingen, zien wij dat de bewustwording over privacy bij patiënten en zorgprofessionals toeneemt. Nu al merken wij dat het onderwerp ‘veiligheid van data’ vaker ter tafel komt bij gesprekken over een mHealth-oplossing. CE-certificering is dan niet meer voldoende. Immers, een CE-gecertificeerde app kan nog prima data lozen naar een obscure server. Initiatieven zoals ‘Assuring Medical Apps’ van Deloitte spelen in op deze trend en leggen de mHealth-toepassing op een digitale pijnbank om zodoende de zwakke punten boven water te halen.

 

De gebruiker leren kennen

Ooit waren ict-systemen complex. Nee herstel, ooit waren alle ict-systemen complex. Mijn eerste ervaring met een computer was op basis van een ‘command line interface’ alwaar ik gedisciplineerd moeilijke termen moest intypen om de meest basale zaken te kunnen uitvoeren. Printen bijvoorbeeld. Tegenwoordig zien de zaken er gelukkig vaak anders uit. De smartphone heeft technologie letterlijk in de handen van miljarden gelegd en heeft daarbij geleid tot een vereenvoudiging van interfaces. Maar toch zijn we er nog lang niet. Een blik op een gemiddeld HIS doet vermoeden dat niet overal de eenvoud is doorgedrongen. De markt zal dit echter niet langer accepteren, en de sterke opkomst van ‘User Experience Design’ waarbij de gebruiker centraal staat in het ontwerpproces van de technologie, is hiervan de voorbode: customer journeys, segmentatie en persona-ontwikkeling, co-creatie sessies voor functional design, en UX workshops zijn inmiddels gemeengoed geworden. In de gezondheidszorg zijn de eisen van de gebruiker vaak nog specifieker (denk aan mHealth-toepassingen voor reumapatiënten die niet altijd even makkelijk met een telefoon kunnen omgaan).

Uiteindelijk ben ik van mening dat de beste interface geen interface is. Technologie moet in dienst staan van de mens en slechts zichtbaar worden indien gewenst. Laten we vooral niet vergeten dat een patiënt het liefst vooral een zo normaal mogelijk leven wil leiden, en niet om de haverklap herinnerd wil worden aan zijn of haar ziekte. Het constant actief ingeven van data en het tonen van grafieken hoort daar volgens mij niet bij; wel een slimme ‘coach’ die afwijkingen op de (gezondheids)norm autonoom constateert, intervenieert op de juiste wijze en op het juiste moment, met steeds vaker gedragsverandering als beoogd en ultiem doel.

 

Gedragsverandering

Gedragswetenschap in de zorgsector ontleent haar bestaansrecht aan het onderkennen van de relatie tussen gedrag en gezondheid. Ons gedrag is vaak medebepalend (en soms zelf cruciaal) in het voorkomen, verlichten of genezen van bepaalde aandoeningen. En mHealth wordt steeds meer gezien als onderdeel van oplossingen die kunnen bijdragen aan een positieve gedragsverandering. Vaak betreft dit het mijden van risicovol gedrag c.q. het adopteren van een gezondere leefstijl, het leren omgaan met de negatieve gevolgen van chronische aandoeningen, of betere adherentie aan een voorgeschreven medicatie. Gepersonaliseerde datacollectie, geïntegreerde verwerking van een grote hoeveelheid persoonsgebonden data en een tailor-made ondersteuning in de therapie brengen oplossingen in beeld die vaak superieur zijn aan heersende one-size-fits-all-behandelingen met medicijnen. Technieken als Intervention Mapping stellen ons in staat haarscherpe interventiestrategieën te ontwerpen en die vervolgens te implementeren door de inzet van digitale technologie en mobiele devices. Strategieën die groeien in de vruchtbare aarde van solide gevalideerde instrumenten uit de gedragswetenschap; evidence-based pur sang.

 

Aantonen van waarde

De gezondheidszorg is een ‘evidence-based’ wetenschap. De meeste behandelingen en therapieën moeten statistisch effectief gebleken zijn alvorens toepassing te vinden in de zorg. Logisch dat zorgprofessionals, maar ook zorgverzekeraars, vanuit die hoedanigheid en vanuit doelmatigheid kijken naar e- en mHealth-toepassingen. Het moet aantoonbaar gemaakt zijn dat de digitale toepassing een positief effect heeft op de behandeling van de individuele patiënt of een populatie van patiënten, of bijdraagt aan het betaalbaar houden van de zorg. En daar vinden we, mijn inziens, de grootste uitdaging voor een volledige acceptatie van deze innovatieve middelen. De mogelijkheid tot snelle ontwikkeling van digitale toepassingen en daarbij dus relatief eenvoudig innovaties te introduceren staat haaks op het tergend langzame en uitgebreide proces van wetenschappelijke validatie. En toch is het de weg die we moeten (en willen) bewandelen. Het aantoonbaar maken van waardecreatie voor het zorgproces, in welke vorm dan ook, kan leiden tot een verhoging van de acceptatie ervan. Een mooi voorbeeld is een platform als Ikherstel.nl, dat aantoonbaar de post-operatieve herstelfase met negen tot veertien dagen reduceert. Dat leidt tot een veel hogere patiënttevredenheid en creëert veel waarde voor diverse stakeholders.

 

Anno 2015

Onze laatste ‘apps’ zijn ontworpen vanuit een User Experience proces, gekoppeld aan dichtgetimmerde back-ends gebaseerd op ontologieën vanuit de medische standaardisatie, wetenschappelijk gevalideerd en CE-gecertificeerd, verkrijgen data uit verschillende wearables, en zijn multiplatform. Inmiddels is ons bedrijf gecertificeerd voor de laatste privacy- en securitystandaarden via NEN7510 en ISO 27001. Onze gesprekken met opdrachtgevers gaan steeds vaker over de (therapeutische) meerwaarde die de oplossing heeft, en welke interventiestrategie en KPI daarbij past. Appje maken? Niet echt meer. ‘Mobile Health Solutions die er echt toe doen’ dekt wellicht de lading beter.

Erik van Zijden, CEO Synappz Medical Apps

Gerelateerde berichten...