Het medisch domein is complex en voortdurend in ontwikkeling. Het vereist een grote mate van flexibiliteit van it-systemen binnen de zorgsector om hierop in te kunnen spelen. In de praktijk zien we dat de meeste leveranciers complete all-in-one it-oplossingen aan zorginstellingen aanbieden. De praktijk wijst echter uit dat deze all-in-one-oplossingen niet alle functionaliteit kunnen bieden voor een enkele organisatie.
Elke zorginstelling in Nederland en het buitenland heeft naast een zogenoemde all-in-one-oplossing, ook oplossingen van andere leveranciers in gebruik waarin medische informatie wordt opgeslagen. Dit kan variëren van een apart medicatie- of eHealth-systeem tot een ander afdelingssysteem waarvan de functionaliteit niet beschikbaar is in het geleverde all-in-one it-systeem. Als we bedenken dat elke leverancier voor de opslag van de medische data een eigen ‘proprietary’ opslagstructuur gebruikt, dan is het resultaat dat de medische data van een patiënt/cliënt ligt opgeslagen in één zorginstelling verspreid over verschillende it-systemen én in verschillende structuren. Een bijkomend ‘probleem’ is dat het gebruik van Excel-sheets voor medische registraties binnen instellingen geen uitzondering is. Dit alles bij elkaar is dus erg chaotisch, terwijl juist al deze verschillende interne en externe medische informatie samen het elektronisch patiëntendossier (EPD) van de zorgconsument vormt. Het zal duidelijk zijn dat dit geen toekomstgerichte situatie is en dat een verandering in de it-architectuur binnen het medisch domein noodzakelijk is.
Probleem van de huidige architectuur
Aan de basis van dit probleem ligt het feit dat elke it-leverancier een eigen ‘proprietary’ opslagstructuur gebruikt voor de opslag van medische data. Om ervoor te zorgen dat zorginstellingen hun medische data goed kunnen blijven beheren, is het noodzakelijk dat er een standaard gebruikt wordt voor de opslag van medische data. Welke standaard dat moet zijn, is daarbij van ondergeschikt belang, aangezien standaarden onderling wel met elkaar overweg kunnen. Het zal echter naar verwachting nog jaren duren voordat de meeste leveranciers hier het belang van in zullen zien en een standaard voor de opslag van medische data zullen gebruiken. Veel leveranciers zijn namelijk bang dat ze marktaandeel verliezen als ze de grip op ‘hun’ opslagstructuur kwijtraken. Niets is echter minder waar. Bij het gebruik van een opslagstandaard zal de kwaliteit, kostenreductie en flexibiliteit alleen maar toenemen en daarnaast zal de leverancier meer tijd hebben voor het realiseren van nieuwe functionaliteit.
Weg naar de toekomst
Naast het feit dat leveranciers een weg naar de toekomst in moeten slaan, zullen zorginstellingen dat ook moeten doen. Zij moeten voorbereid zijn op de toekomst, ook gezien het feit dat de zorgconsument steeds kritischer wordt. Standaardisatie van de medische data binnen de it-systemen biedt dan ook voordelen voor de zorginstelling en zorgconsument. Zo hebben zorginstellingen door een standaardisatieoplossing meer keuzevrijheid in de gewenste functionaliteit. Instellingen kunnen daardoor flexibeler functionaliteit van verschillende leveranciers toevoegen of van leverancier wisselen. Door de standaardisatie sluiten systemen beter op elkaar aan. De integratie in de keten maakt informatieoverdracht makkelijker, omdat de informatie door standaardisatie eenvoudiger met andere partijen kan worden gedeeld. Een andere niet onbelangrijke bijkomstigheid is dat het de zorginstelling ook kosten bespaart.
Maar naast de voordelen voor de zorginstelling zal het uiteindelijk ook voordelen voor de zorgconsument opleveren en dat is natuurlijk het streven. Door standaardisatie van de medische data is er namelijk volledige transparantie voor de zorgconsument in wie inzage heeft in zijn medische data. Daarnaast heeft de zorgconsument ook de keuzevrijheid om zelf medische informatie toe te voegen aan het eigen medisch dossier.
Een oplossing
Client360, ontwikkeld door Code24 en Info Support, is een ecosysteem dat inspeelt op deze standaardisatie en daarbij de complete dialoog ondersteunt tussen behandelaar en zorgconsument. Via het systeem kunnen eHealth- en mHealth-oplossingen van verschillende leveranciers deel uitmaken van het bestaande EPD-landschap. Zonder dat daarbij rekening gehouden hoeft te worden met lastige koppelingen of hoge integratiekosten.
Zoals eerder aangegeven, is het belangrijk dat de it-architectuur binnen het medisch domein een flinke stap voorwaarts maakt en met een dergelijk systeem is dat mogelijk. Client360 is gebaseerd op een gestandaardiseerde medische dataopslaglaag met een open architectuur. Verschillende leveranciers kunnen hierdoor hun toepassingen en apparatuur eenvoudig aansluiten op het ecosysteem en via een gedefinieerde rol-/permissiestructuur direct toegang krijgen tot het volledige EPD van de zorgconsument.
De afbeelding illustreert dat er vele databronnen zijn die het complete EPD-beeld van de zorgconsument bepalen. Een centrale medische database (gebaseerd op een standaard) biedt hierin uitkomst. Via één portaal is er direct toegang tot alle medische informatie, ongeacht in welk systeem en structuur deze medische informatie is opgeslagen. Voornamelijk om op die manier complete transparantie te kunnen bieden richting de zorgconsument en de behandelaar.
Een dergelijk ecosysteem opent nieuwe deuren die voorheen gesloten bleven. App-bouwers van mHealth-toepassingen kunnen toepassingen bouwen die eenvoudig en naadloos deel uitmaken van het bestaande EPD-landschap, iets wat tot voor kort onmogelijk was. De medische informatie is hierdoor eenvoudig te delen tussen de behandelaar, zorgconsument en de keten. Ook het gebruik van nieuwe ‘wearables’, zoals smart watches, die worden ingezet voor het registreren van biometrische variabelen – stress, temperatuur of bloeddruk – kunnen eenvoudig worden geïntegreerd.
Flexibel en toekomstvast
Een gestandaardiseerd systeem ondersteunt de complete dialoog tussen de zorgconsument en behandelaar, is flexibel en toekomstvast. Behandelingen kunnen indien gewenst hybride worden uitgevoerd, door middel van een combinatie van face-to-face contacten en eHealth-toepassingen. Inmiddels is bewezen dat het aantal face-to-face contacten voor bepaalde behandelingen met vijftig procent verminderd kan worden. Ook het aantal no-shows zal door een grotere betrokkenheid van de zorgconsument afnemen. Hierdoor kan de toenemende druk op de gezondheidszorg verlaagd worden, met behoud van kwaliteit. Om deze weg in te slaan is er wel een duidelijke visie en draagkracht binnen de organisatie nodig. Zorginstellingen moeten dan ook voorsorteren op een andere manier van werken en meer controle uit handen geven richting de patiënt of cliënt. Goede ondersteuning vanuit technologie is hierbij een belangrijke randvoorwaarde.
