Agile innoveren is fail fast, learn fast in de praktijk

Ieder bedrijf weet dat markten sneller veranderen dan ooit en dat die verandering alleen kan worden bijgebeend als de innovatiesnelheid omhoog gaat. Maar: hoe zorg je voor innovatie die werkt? Allinq heeft een concept bedacht.

Specialist in telecominfrastructuur Allinq kocht ooit dertig Google Glasses voor een grote pilot. Manager Innovatie & Ontwikkeling Rutger van der Graaff herinnert zich: “We hebben veel geleerd, maar haalden er onvoldoende meerwaarde voor de business uit. Grote pilots bleken niet de beste manier om te innoveren. Samen met de CEO vroegen we ons toen af: hoe gaan we innovatie dan wél aanpakken?”

Lastig voorspelbare markt

De markt van telecomnetwerken is continu in beweging en lastig voorspelbaar. “We onderzoeken onder meer hoe we flexibel met de inzet van medewerkers kunnen omgaan”, zegt Van der Graaff. “We kijken daarbij breed: van slimmer graven en inspecties met drones tot en met AR-brillen voor monteurs en digital twins. We moeten innovatie veel kleiner aanpakken, experimenteler. Gewoon één use case testen met één AR-bril. Dat experiment leggen we vervolgens voor aan een aantal medewerkers. Zien zij er wat in? Wat werkt wel en wat niet? Zo krijgen we ideeën waar we zelf nooit op zouden zijn gekomen. En zo rollen we de volgende iteratie in, of niet. Want de stekker ergens weer uit trekken, gaat veel makkelijker als we klein beginnen.”

Stimuleren veranderbereidheid

Het Allinq Innovatie Ecosysteem bestaat uit drie onderdelen. Bij 1) Allinq Labs hebben twaalf mensen en ongeveer twaalf studenten de vrijheid om te experimenteren. “Studenten zijn nog niet bedrijfsblind,” weet Van der Graaff. “Ik zit al sinds eind jaren ’90 in de telecom. Dingen die voor mij logisch zijn, zijn dat voor studenten helemaal niet.” Roel Hoppenbrouwers, new technologies consultant en XR-developer, voegt hieraan toe: “We worden niet afgerekend op aantallen of slagingskans. De enige beperking is het budget, al is ook dat rekbaar.” Over de 2) Allinq Incubator vertelt Van der Graaff: “Als uit de eerste experimenten blijkt dat een innovatie kans van slagen heeft, dan bekijken we of we dit verder binnen ons eigen bedrijf ontwikkelen of via een start-up buiten ons bedrijf.” De 3) Allinq Academy neemt medewerkers mee in nieuwe ontwikkelingen, verzorgt trainingen en stimuleert de veranderbereidheid.
De drie onderdelen werken nauw samen. Hoppenbrouwers: “We organiseren bijvoorbeeld vanuit de Academy regelmatig expertsessies over onderwerpen waar we in Labs aan werken, zoals digital twins of robotisering.”

Samenwerking partners

Daarnaast werkt Allinq Labs graag vrijblijvend samen met partners. “Er moet een win-win zijn,” vindt Van der Graaf. “Beide partijen investeren tijd en doen kennis op, zonder dat we meteen voor ieder uurtje een factuur krijgen.” Zo ontwikkelde Hoppenbrouwers samen met IFS een concept voor de toepassing van een AR-bril, die monteurs ondersteunt bij hun taken. En IFS ontdekt zo mogelijke functionaliteit voor hun software. Belangrijk voor beide partijen is dat er geen deadline ligt waarop iets gereed moet zijn. “We kunnen ieder moment de stekker er weer uittrekken,” aldus Van der Graaff. “Of het project even in de koelkast zetten als bijvoorbeeld de technologie nog niet volwassen genoeg is.”

Digital twin

Hoppenbrouwers popelt om het nieuwste project te laten zien: de allereerste beginselen van een digital twin. “Wat we als eindbeeld voor ogen hebben is een digital twin van alle datacenters, straatkasten, zendmasten en andere assets waarin we precies kunnen zien wat de status is van componenten en wat de omstandigheden zijn. Nu monitoren we nog te veel losse elementen. Dan zien we dat de temperatuur in het datacenter oploopt, maar we weten niet hoe dat komt. We willen dat engineers straks in de digital twin gewoon op het beeldscherm kunnen zien dat een deur open staat en dat er dus niets met de koeling zelf aan de hand is. Dat voorkomt dat ze steeds voor niets ergens naar toe rijden.”
Ik krijg een VR-bril op en loop virtueel rond in een datacenter. Ook ga ik omhoog een zendmast in. Om mensen te trainen en te laten zien hoe iets in het echt werkt is zo’n VR-omgeving handig. Voor engineers die hun werk straks meer op afstand kunnen doen, is een grafische weergave op een scherm natuurlijk ook prima. Hoppenbrouwers: “VR helpt wel om intern commitment te krijgen, om mensen te laten zien waar het in de toekomst naar toe gaat. De veranderbereidheid wordt hoger als je de concrete meerwaarde van innovatie laat zien.”

Competenties van de toekomst

De nieuwe wereld dwingt Allinq na te denken over het werk van de toekomst. Van der Graaff: “Aan de voorkant wordt het eenvoudiger, maar dat betekent wel dat de complexiteit naar de achterkant verschuift. Het ontwikkelen en onderhouden van dergelijke toepassingen vraagt bijzondere capaciteiten. We moeten nu al kijken welk type medewerker we in de toekomst nodig hebben. Roel hebben we aangenomen omdat hij behalve developer ook een hardcore gamer is. Hij is gewend aan een virtuele wereld, waardoor hij AR- en VR-toepassingen bedenkt waar ik nooit op zou komen. Vroeger zou ik dat gaming-deel in zijn cv voor lief hebben genomen, nu viel hij juist daarom op.”

De Graaff geeft tot slot nog één advies: “Durf te falen. Als je een innovatieclub afrekent op het aantal initiatieven dat heeft geleid tot productie, ben je verkeerd bezig. Dan durft team op den duur alleen nog maar veilige keuzes te maken. Terwijl juist in de ‘wilde ideeën’ vaak de mooiste kansen liggen.”

Gerelateerde berichten...