Hoe AI de grootste zorguitdagingen kan wegnemen

De technologie is er, de processen nog niet

De zorgvraag groeit door de vergrijzing. Het aantal mensen dat in de zorg werkt neemt af. En de betaalbaarheid staat onder druk. Het ministerie noemt dit ook wel ‘de schaar’. Jeroen Tas, Chief Innovation and Strategy Officer van Philips, ziet wel een oplossing. Niet alleen maar pilots doen met AI, maar het ook breed uitrollen. “Heb het lef om écht anders te denken en te werken.”

In Arizona was Philips betrokken bij een clinical trial met 2000 ouderen die meerdere chronische ziekten hadden waarvoor ze medicatie gebruiken. Deze mensen leggen de grootste druk op het systeem. In Amerika bezet namelijk 5 procent van de patiënten 50 procent van de capaciteit van ziekenhuizen. De ouderen kregen allemaal een tablet waarmee ze op afstand konden communiceren met het ziekenhuis. Ze deden iedere ochtend een paar zelfmetingen en vulden enkele vragen in. Daarnaast werd een community om hen heen gebouwd van buren en familie, die samenwerkten met de professionele zorg. Tas: “De resultaten waren spectaculair. Er was 60 procent minder bezoek aan de eerste hulp, de kosten daalden met 30 procent. Je zou zeggen: ga overal zo werken. Maar dat gebeurde niet. Het is nooit uitgerold omdat de vergoeding er niet op is aangepast. Bovendien moesten zorgverleners compleet anders gaan werken. Die twee hobbels bleken te groot om te nemen. De technologie om anders te gaan werken is er. We kunnen het morgen uitrollen. Maar het huidige zorgstelsel zit ons nog teveel in de weg.” Hij geeft een tweede voorbeeld. Philips heeft een echo-apparaat met AI ontwikkeld waarmee ambulante zorgverleners direct een diagnose kunnen stellen bij mensen die pijn op de borst ervaren. Zij hoeven niet meer naar het ziekenhuis voor allerlei onderzoeken, het echoapparaat levert dezelfde diagnostische kwaliteit. Tas: “Er is veel vraag in Afrika, in de westerse landen krijgen we moeizamer voet aan de grond met dit product.”

 

Drempels wegnemen is niet voldoende

Het ministerie zegt: we hebben alle financiële drempels weggenomen, in de wet- en regelgeving zitten geen belemmeringen meer. En dat klopt ook wel: als zorgverleners kunnen aantonen dat ze dezelfde of betere resultaten boeken tegen lagere kosten, dan zullen zorgverzekeraars zeker bereid zijn om te zoeken naar een financieel model dat een win-win oplevert voor beide. Toch is dit niet voldoende om de verandering vanzelf te laten gebeuren, ziet Tas. “Je hebt sterke leiders nodig, visionairs zoals Geert van den Enden, de CEO van Bernhove, en Ab Klink die gewoon samen zeggen: we gaan het doen. Het OLVG hier bij mij om de hoek in Amsterdam is ook een goed voorbeeld van hoe je zorg kunt verplaatsen naar de eerstelijn. Je ziet dus dat het kan. Maar het feit dat er in sommige regio’s enkele succesvolle voorbeelden zijn, wil nog niet zeggen dat iedereen direct zo gaat werken.”

 

Efficiëntere processen

Dat is jammer, want met puur het efficiënter maken van bestaande processen gaan we het niet redden, denkt Tas. Al levert AI ook op dat gebied een belangrijke bijdrage. Hij geeft een voorbeeld: “We hebben vorig jaar een MRI op de markt gebracht die de scantijd met 25 tot 50 procent kan reduceren. Onze stip op de horizon is om straks een MRI-scan te kunnen maken in 5 minuten. Door toepassing van AI in alle stappen van de workflow denken we dat dit over een paar jaar haalbaar is.” Dit betekent een enorme tijds- en kostenbesparing voor ziekenhuizen. Ook op de IC worden dergelijke grote verbetersprongen gemaakt, vertelt hij. “Meer dan 40 procent van alle monitoren op IC’s wereldwijd zijn van Philips. Zo hebben we een database kunnen opbouwen met de geanonimiseerde gegevens van 9 miljoen IC-patiënten. Door hun data te vergelijken, ontdekken we welke combinatie van factoren bij welk type patiënten voorspellend zijn voor een verslechtering van hun situatie, zodat we veel eerder een interventie kunnen plegen. De overlevingskans stijgt en het aantal ligdagen op de IC daalt.”

 

Monitoren op afstand

Tas steekt zijn enthousiasme over dergelijke ontwikkelingen niet onder stoelen of banken. Tegelijkertijd realiseert hij zich dat nog meer winst te behalen is als we niet alleen de huidige dingen net wat efficiënter doen, maar als we het zorgsysteem zelf drastisch veranderen. Het verplaatsen van zorg mag dan een thema zijn waar in iedere bestuurskamer over wordt gepraat, maar het gebeurt nog te weinig, vindt hij. “We moeten meer patiënten op afstand gaan begeleiden. In plaats van dat één arts één patiënt ziet, moeten we toe naar centra waar tientallen artsen achter beeldschermen werken, die tienduizenden patiënten monitoren. Op de achtergrond draaien slimme algoritmes die aangeven: ‘je moet nu naar deze patiënt kijken, want er verandert iets in zijn situatie. Dit zijn de data die we van hem hebben en hier zijn de mogelijke behandelopties.’ Je kunt dan eerder en beter interveniëren, waardoor een kleiner deel van de patiënten in het ziekenhuis belandt. Daarmee neemt de druk op het zorgsysteem af, dalen de kosten en verbetert de patiëntenzorg.”

Gelukkig ziet Tas ook goede veranderingen in deze richting. “Neem de oncologische zorg. We leren steeds beter de duizenden kankersoorten van elkaar te onderscheiden. We kunnen een steeds gerichtere diagnose stellen, want we zien meer op een medisch beeld, pathologie digitaliseert en genetisch onderzoek is in rap tempo betaalbaar geworden. Hierdoor krijgt geïntegreerde diagnostiek steeds meer vorm. Specialistische centra als het Antonie van Leeuwenhoek lopen voorop in het toepassen van deze kennis. Zij ontwikkelen nieuwe AI-algoritmen en zorgpaden. 90 procent van de oncologiepatiënten wordt echter behandeld in een regionaal ziekenhuis. Je ziet nu al dat regionale ziekenhuizen steeds vaker gebruikmaken van de zorgpaden van centra als het AvL. Straks kunnen ze ook de AI-modellen gebruiken. Dat betekent dat alle oncologiepatiënten dadelijk toegang hebben tot de specialistische kennis en zorg die voorheen op slechts een paar plekken in Nederland geboden kon worden.”

 

Sterke leiders nodig

Het gaat dus de goede kant op, maar te traag. Tas besluit dan ook met de boodschap waarmee hij begon: “De technologie om sneller te diagnosticeren en behandelen is er. De processen om hier optimaal van te profiteren nog niet. We hebben nu sterke leiders nodig die zeggen: wij gaan onze manier van werken veranderen. De impact daarvan is gigantisch op iedereen die in de zorg werkt. De functie-inhoud verandert, de manier van samenwerken met elkaar en de patiënt verandert. Die veranderingen zijn veel ingewikkelder dan de implementatie van de technologie. Maar het is wel nodig als we zorg in de toekomst betaalbaar en bereikbaar willen houden.”

 

 

Gerelateerde berichten...