I&T/Magazine?

Eerste editie

In de jaren negentig werkte ik als informatiemanager bij een verzekeringsbedrijf. Onze it-afdeling en onze afdeling Algemene Zaken (AZ, tegenwoordig zouden we Facilitair Bedrijf zeggen) kregen ruzie over de telefooncentrale. Die was altijd van AZ, maar er kwam steeds meer IT in die centrale en IT moest er steeds meer aan koppelen. Wel zo handig als die centrale van IT werd. Hooglopende ruzie, maar uiteindelijk won IT. En wat doe je als je een zware strijd hebt gewonnen? Dan ga je epauletten plakken, je wilt aan iedereen laten zien dat je hebt gewonnen. En zo werd IT ICT: we zijn niet alleen van de informatietechnologie, maar ook van de communicatietechnologie.

Wat er in dat verzekeringsbedrijf gebeurde, gebeurde in heel Nederland. In een paar jaar tijd hadden we ineens een heleboel ict-afdelingen. U leest op dit moment om die reden ook ICT/Magazine. In de rest van de wereld bleef het gewoon IT heten, maar in Nederland zijn we sindsdien van de ICT. En dat is om twee redenen raar.

 

Gewoon IT?

Om te beginnen kun je goed uitleggen dat communicatietechnologie ook informatietechnologie is. We communiceren tenslotte informatie, als het goed is. Op die manier bekeken is communicatietechnologie een onderdeel van informatietechnologie. IT, en dus ook CT. En dus zouden we het gewoon IT hebben moeten blijven noemen, net als de rest van de wereld. Maar ja, dan had niemand kunnen zien dat we de telefooncentrale hadden gewonnen.

 

Of ICWT?

In de jaren negentig kwam ook workflow-technologie op, door veel organisaties en dus ook door IT omarmd. Natuurlijk, er zit ook informatie in workflow-technologie, net als in communicatietechnologie, maar het is geen informatietechnologie. Dus, tweede reden, waarom wel ICT en geen IWT? Als we consequent waren geweest, hadden we het of gelaten bij IT of we hadden IT in de jaren negentig hernoemd naar ICWT, Informatie-, Communicatie- en Workflow-Technologie.

 

Misschien ICOPQWT?

Informatietechnologie is een verzamelnaam van allerlei verschillende technologieën, waar je al in de jaren negentig allerlei dingen mee kon doen. Je kunt ermee communiceren en dan heet het communicatietechnologie. Je kunt er je workflow mee inrichten en dan heet het workflowtechnologie. Je kunt die informatie ook opslaan. Opslagtechnologie? In de jaren negentig was Query language erg populair, je kon er eenvoudig een database mee bevragen: Query-technologie. Op die manier doorredenerend kunnen we nog wel even doorgaan. Printtechnologie. In het verlengde van ICT hadden we IT in de jaren negentig dus eigenlijk al ICOPQWT moeten noemen. Dat is natuurlijk niet te doen, maar waarom heeft de C het wel gered en de O, P, W en W niet? Nou ja, vooral vanwege die telefooncentrale dus. Beter is om het over XT te hebben. Van-alles-en-nog-wat-technologie.

 

I&T dan?

Maar er is een fundamenteler probleem. Steeds meer besteden we die T uit aan leveranciers en naar ik hoop steeds meer aan partners. Van ‘ICT’ wordt niet meer verwacht dat we alles kunnen, maar wel dat we de mogelijkheden goed kennen. En dan is het belangrijk dat we een gedeeld beeld hebben van het domein waar we zoveel verstand van moeten hebben. Er komen allerlei nieuwe technologieën aan die in potentie enorme voordelen hebben voor jullie ondernemingen. Als er maar iemand is die het initiatief neemt om de onderneming ervan op de hoogte te brengen. Wie kan dat zijn? Natuurlijk, de business zelf is een optie, maar die weten het meestal pas als de concurrent het al heeft. Dan zijn jullie te laat. Het is aannemelijker dat leveranciers ermee komen. Die hebben geheid oplossingen waarmee ze jullie onderscheidend kunnen maken. En dat vertellen ze aan iedereen, dus ook aan jullie concurrenten. Eigenlijk is er maar één groepering die de business goed kent en die de relevante ontwikkelingen goed in de gaten kan houden, ook in overleg met leveranciers en partners: De CIO en zijn handlangers: de CIO Office, de informatiemanagers en de afdeling ICT. Die hebben meer dan ooit de sleutel voor toekomstig businesssucces in handen. Die club moet verstand hebben van alle (nieuwe) technologieën, en ze moeten kunnen bedenken hoe daar businesswinst mee is te genereren. Om van die ingewikkelde naamdiscussie af te zijn, kun je die club het beste I&T noemen: Informatie en Technologie. Ze zijn ervoor verantwoordelijk dat informatie en technologie optimaal bijdragen aan het succes van de onderneming. En omdat ze ervoor verantwoordelijk zijn, krijgen ze van de onderneming ook het daarbij behorende mandaat.

 

Zonder succes

De praktijk is anders. ICT is vaak vooral de club van het tegenhouden. In het verleden heeft ICT geprobeerd om allerlei nieuwe technologieën tegen te houden, en altijd zonder succes. Denk maar aan laptops, mobile en iPads. Nog steeds proberen ict-organisaties nieuwe ontwikkelingen tegen te houden en gegarandeerd weer zonder succes. En in de nabije toekomst zullen veel ict-organisaties weer proberen nieuwe technologieën tegen te houden en ongetwijfeld weer zonder succes. Zo beschouwd is een ict-organisatie de club die van alles probeert tegen te houden op een te klein domein.

De meeste ict-organisaties moeten twee veranderingen doormaken. Ze moeten hun domein uitbreiden naar I&T en ze moeten de initiatiefnemer worden van businessveranderingen, in plaats van de frustrator daarvan. Hoe mooi zou het zijn als je dat laat zien in een andere naam? Niet ICT, maar I&T, partner van business in de weg naar succes. En daarbij gestimuleerd door het blad I&T/Magazine.

Dit is het eerste deel van een tweeluik. Volgende keer in I&T/Magazine, tweede editie: Wat zit er dan allemaal in dat domein en met welke soorten technologie moet I&T zich dan bezighouden?