Softwareontwikkeling in plaats van outsourcing

Het tech-DNA van Sri Lanka

Het land van de tuktuks, tempels en thee heeft twee nieuwe inkomstenbronnen aangeboord: toerisme en technologie. Op it-gebied kiest Sri Lanka – anders dan India, de Filippijnen en Bangladesh – niet voor dienstverlening op het gebied van outsourcing en managed services, maar onderscheidt het land zich in softwareontwikkeling. ICT/Magazine ging op onderzoek uit.

Colombo groeit tegen de klippen op. In het centrum verrijst de ene wolkenkrabber na de andere: kantoortorens, luxe appartementengebouwen. Het contrast met de vaak arme buitenwijken is groot. Toch valt het met de échte armoede mee in Sri Lanka. “Onze levensstandaard is relatief hoog”, zegt Ali Ashique, directeur van SLASSCOM (Sri Lanka Association for Software and Services Companies). Tweehonderd it-bedrijven met een gezamenlijke omzet van 2,1 miljard dollar zijn hier lid van. “Wat ons onderscheidt van landen als India en Bangladesh is dat inwoners uit Sri Lanka erg hechten aan vrije tijd en zelfontplooiing. Ze werken niet alleen om geld te verdienen, ze willen ook leuk werk. Vrijwel iedereen heeft een basisopleiding genomen, minder dan 3 procent van de inwoners is analfabeet.”

Er is nog een ander onderscheid: Sri Lanka is een van de kleinste landen in Zuidoost-Azië, wat maakt dat Sri Lankanen zich makkelijk aanpassen aan andere landen en culturen. Daar komt bij dat maar liefst vijf religies in het land vredig samenwonen en ‑werken. “Sri Lankanen zijn het gewend om door andermans bril naar een bepaalde situatie te kijken. Ze zoeken nooit de confrontatie, maar altijd de samenwerking”, meent Ashique. “Ze durven bovendien feedback te geven en ideeën in te brengen.” Dit alles maakt Sri Lanka voor veel grote techbedrijven bij uitstek geschikt om ontwikkelwerk onder te brengen. Waar India en Bangladesh het moeten hebben van outsourcing en managed services, stort Sri Lanka op het creatievere en hoogwaardiger werk.

 

Snelst groeiende exportsector

En niet zonder succes. Op dit moment staat technologie op de vijfde plaats van grootste en snelst groeiende exportsectoren van Sri Lanka. Het doel is snel in de top-3 terecht te komen. Mede daarom is in 2010 SLASSCOM opgericht. Ashique: “Thee en kleding zijn momenteel nog altijd onze twee voornaamste exportproducten, maar beide markten verliezen wereldwijd aan marktaandeel, omdat ons kostenniveau hoger is dan dat van de ons omringende landen. Toerisme is de derde exportmarkt, maar daaraan zit een grens als je de kwaliteit wilt bewaken. Voor softwareontwikkeling geldt juist dat de kwaliteit hoger wordt naarmate je er meer in doet. Daarom werken de it-bedrijven die hier al actief zijn ook zo graag samen. Door de krachten te bundelen kunnen ze de techsector op de kaart zetten en ervoor zorgen dat het onderwijs gelijke pas blijft houden.”

Omdat de overheid zich ten doel heeft gesteld een kenniseconomie te worden, zijn de overheidsinvesteringen in onderwijs relatief hoog. Toch is dat niet genoeg om alle jongeren met aspiraties de kans te geven een universitaire opleiding te volgen. Daarom zijn er ook veel privaat gefinancierde opleidingsinstituten. Eén daarvan is SLIIT (Sri Lanka Institute for Information Technology). Zo’n 7000 studenten volgen hier een bachelor, master of postdoc opleiding. De universiteit werkt nauw samen met universiteiten in andere Commonwealth landen. “Je kunt bijvoorbeeld de eerste 2,5 jaar van je bachelortraject hier afleggen en het laatste halfjaar in de UK of Australië”, zegt chairman prof. Ratnayake. Omgekeerd gebeurt ook regelmatig.

Wat opvalt is de nauwe samenwerking met het bedrijfsleven. Waar in Europa keer op keer de discussie opduikt hoe het onderwijs de aansluiting kan behouden met de beroepspraktijk, is het hier het bedrijfsleven dat mede het curriculum bepaalt. Docent en dean prof. Samantha Thelijjagoda zegt: “De bedrijven weten welke ontwikkelingen eraan zitten te komen en wat belangrijk wordt. Zij geven aan welke kennis ze verwachten van studenten en voorzien ons van input voor het curriculum.”

De belangrijkste partner in het programma rond het thema software engineering is ERP-leverancier IFS. “We zoeken leveranciers die in hun markt vooroplopen als het gaat om innovatie. IFS is koploper op het gebied van predictive maintenance en dat betekent dat ze ook veel weten van onderliggende technologieën als IoT en AI. Onder meer op die gebieden voorzien zij ons van input. Het voordeel van bedrijven die ons op deze manier sponsoren is dat studenten al tijdens hun opleiding met hen kennismaken. Dat geeft ze een voorsprong op de arbeidsmarkt. Bovendien hebben ze invloed op het curriculum, waardoor de kennis van afstudeerders goed aansluit op hun behoeften.”

 

Start-up cultuur

Al deze factoren samen maken dat Sri Lanka ook een goed ontwikkelde start-up cultuur kent. Alleen al in Colombo zijn er zo’n 250 tech start-ups, zegt Chrishan de Mel, executive director van SLASSCOM, privé investeerder en initiatiefnemer van bedrijfsverzamelgebouw voor start-ups The Hatch. “De softwareontwikkelbedrijven in Sri Lanka werken aan de kroonjuwelen van grote Europese en Amerikaanse leveranciers. Vaak al op relatief jonge leeftijd krijgen ontwikkelaars veel verantwoordelijkheid. Daardoor krijgen ze zelfvertrouwen. Sommigen denken: Wat ik nu doe voor een bedrijf als Microsoft of Cisco dat kan ik ook voor mezelf.”

De Sri Lankaanse overheid stimuleert dit ondernemerschap. Een oud overheidspand wordt momenteel verbouwd tot huisvesting voor tech start-ups. De eerste verdiepingen worden al bewoond. De enige twee verschillen met de hippe locaties die je aantreft in Amsterdam, zijn de zoemende airco’s en het feit dat de jonge ondernemers hier als vrijetijdsbesteding liever kiezen voor een populair Aziatisch bordspel dan voor tafelvoetbal. Het is niet gek dat de opzet zo vergelijkbaar is, want de oprichter van The Hatch liet zich inspireren door Amsterdam. “Ik zag daar hoe goed het werkt als je verschillende start-ups bij elkaar in één ruimte zet. Wij hebben hier verschillende verdiepingen. Er is een verdieping voor bedrijven die mobile apps ontwikkelen, een verdieping voor healthcare start-ups, een verdieping voor robotics en een vloer voor AI-bedrijven. Als we genoeg bedrijven in eenzelfde subcategorie hebben, dan openen we weer een nieuwe verdieping. We mikken op 1000 tech start-ups in 2022.”

 

Niet outsourcen maar investeren

Het mag duidelijk zijn dat Sri Lanka veel te bieden heeft aan bedrijven die software willen (laten) ontwikkelen. In de keuze tussen zelf doen of uitbesteden heeft Thomas Säld, senior vice president R&D bij IFS, een advies: “Het is een grote stap om hier als Europees bedrijf zelf een ontwikkelafdeling op te zetten, maar het heeft ons geen windeieren gelegd. Door zelf te investeren en niet alleen maar in te kopen, kun je nog meer profiteren van de expertise van de mensen hier. Je kunt ze nog nauwer betrekken bij je eigen businessstrategie. Voor ons was dat juist de grootste succesfactor. Zo lang je het blijft benaderen als outsourcing, haal je er in mijn ogen veel minder waarde uit dan wanneer je het benadert als strategische investering.”

 

Diversiteit zorgt  voor kwaliteit

Wie rondloopt op het Sri Lanka Institute for Information Technology, dé technische universiteit van het land, kan niet om het hoge percentage vrouwelijke studentes heen. Ongeveer 40 procent is vrouw, iets waar technische universiteiten in Europa of Amerika van dromen. “In Sri Lanka werken minder vrouwen op voorhand in de zorg of het toerisme en mannen in de IT”, zegt Bhagya Kandage, manager software development bij IFS en zelf vrouw. “Het is wat genderneutraler dan in Europa. Voor softwareontwikkeling is deze diversiteit in teams een groot pré. Je ontwerpt nu eenmaal een beter product als je ook vanuit een vrouwelijke invalshoek naar technologie kijkt. Wij vrouwen hebben vaak meer gevoel voor zaken als gebruiksgemak en design, terwijl mannen zich liever met de hardcore technologie bezighouden. Juist door die twee kwaliteiten te verenigen in één team, krijg je betere ontwerpen.”

Persoonlijke ontwikkeling was voor Kandage ook een belangrijke reden om de overstap te maken van een snel groeiende scale-up uit Silicon Valley naar IFS. “Bij mijn vorige werkgever stond omzetgroei centraal, bij IFS vinden ze persoonlijke groei belangrijker, vanuit de overtuiging dat dat vanzelf leidt tot groei van het bedrijf. Die bedrijfscultuur trekt meer vrouwen aan, want voor hen is dat vaak een belangrijker argument dan voor mannen”, lacht ze.

Thomas Säld, senior vice president R&D bij IFS, denkt dat uiteindelijk beide seksen het prettiger vinden om in een op persoonlijke groei gerichte cultuur te werken. Hij ziet dat de bedrijfscultuur een grote impact heeft op het verloop. “ERP-software zit complex in elkaar, het is geen mobile app die slechts uit een paar functionaliteiten bestaat. Het duurt even voordat je het helemaal doorgrondt. Wij willen daarom mensen voor langere tijd aan ons binden. Dat lukt niet als je alleen maar op omzet stuurt.”

Kandage is lijnmanager van het R&D-team in Sri Lanka, genaamd IFS Labs. Ze werkt daarbij nauw samen met andere IFS-vestigingen wereldwijd, maar de kern van het team is in Sri Lanka gehuisvest. Dat heeft een reden. “Hier hebben we betere toegang tot toptalent dan in Europa of de VS. We werken nauw samen met ons hoofdkantoor in Zweden en de daar gevestigde Linköping universiteit, maar we hebben ook nauwe banden met de universiteiten hier. Die diverse internationale relaties zorgen voor een veel bredere input dan wanneer je zwaar leunt op een universiteit in één land of werelddeel.”

Tel daarbij op dat de ontwikkelteams divers zijn en vanuit de Sri Lankaanse cultuur ook nog eens makkelijk in staat zijn om door de bril van een ander naar een bepaald probleem te kijken. Säld: “Dit alles maakt dat de kwaliteit van de software die we hier ontwikkelen echt hoog is en goed aansluit bij klantbehoeften. Wij hebben onze R&D hier niet gehuisvest om kosten te besparen, we zitten hier omdat we hier een kwaliteit kunnen bereiken die in Europa nauwelijks haalbaar is.”

 

 

 

Gerelateerde berichten...