Waak voor ‘the app gap’

Mirjam Hulsebos portret

Mobiel werken staat in de top-3 van aandachtspunten van de meeste CIO’s en it-managers. Toch worstelen velen van hen met de implementatie en beveiliging daarvan. Het partnerkanaal ziet volop kansen voor Mobility-as-a-Service-diensten. Het is dan ook niet gek dat het partnerevent van MDM-leverancier VeliQ drukker werd bezocht dan ooit.

Eén van de sprekers was Henning Dronsfeld, senior analist bij Forrester. Hij ziet bij veel organisaties een ‘app gap’ ontstaan. Omdat de organisatie geen apps ter beschikking stelt, vullen medewerkers dit gemis zelf in met Dropbox, Skype, QuickOffice en WhatsApp op hun privétoestel, Soms krijgen ze hiervoor via een gunstige BYOD-regeling nog een vergoeding ook. “Maar,” waarschuwt Dronsfeld, “de meeste it-afdelingen zijn nog helemaal niet opgewassen tegen vraagstukken over verschillende operating systems, data sharing en applicatiemanagement. Ze werken vaak met een eerste generatie MDM-oplossing die wel een toestel kan beveiligen, maar die niet in staat is om data en applicaties af te schermen. Daarom proberen ze de boel in de hand te houden door gebruikers allerlei beperkingen op te leggen. Maar gebruikers laten zich anno 2014 niet beperken.”

Dit probleem doet zich met name voor in de midmarket, bedrijven tot circa 1000 werknemers. Dronsfeld: “Grote organisaties maken in de regel wel voldoende budget vrij om mobility goed op te pakken. En de hele kleintjes kunnen uit de voeten met standaardoplossingen die telecomproviders bieden. Het zijn de wat grotere MKB-bedrijven die tussen de wal en het schip vallen.”

Mobility-as-a-Service
Diverse providers stappen nu in dat gat, zo bleek tijdens ‘Move the Big M’. Verschillende partners presenteerden daar hun PaaS-aanbod met VeliQ onder de motorkap. Dronsfeld heeft veel vertrouwen dat deze markt dit jaar een grote groei zal laten zien. “We hebben de koopbereidheid van de midmarket onderzocht. Daaruit blijkt dat bedrijven op vrijwel alle aspecten van mobility management – beveiliging van apps en data, beveiliging van het toestel, omgaan met verschillende OS’en, cloud-diensten – meer vertrouwen hebben in de dienstverlening van service providers dan in hun eigen it-afdeling. En we zien ook dat ze bereid zijn te betalen. Met andere woorden, er is een behoorlijk grote koopbereidheid en dan niet zozeer voor producten die organisaties zelf moeten implementeren, maar vooral voor Mobility-as-a-Service.”

Toch wordt het voor de service providers geen appeltje-eitje, waarschuwt hij. “Klanten verwachten wel top-of-the-bill dienstverlening, met goede integratie met hun legacy systems zodat hun werknemers op een mobiel device exact dezelfde mogelijkheden hebben als op hun kantoorwerkplek. Ook moeten service providers zich verdiepen in de technische eisen die klanten stellen en transparant zijn in hun prijsstelling.” Leveranciers die hun mobility-aanbod kunnen koppelen aan Telecom Expense Management lijken daarbij een streepje voor te hebben. Aan meer grip op de kosten is nog altijd grote behoefte, met name in de midmarket.

Persona’s
Dronsfeld raadt leveranciers en it-afdelingen aan te zoeken naar zogenaamde ‘persona type application bundles’. “Iedere organisatie kent verschillende groepen medewerkers met specifieke informatiebehoeften, denk aan buitendienstmedewerkers, kantoorwerkers en flexwerkers. Hoe beter je met taakgerichte apps kunt inspelen op de specifieke behoeften van die groepen medewerkers, hoe groter de efficiencywinst zal zijn. Medewerkers zullen naar schatting zes of zeven apps gaan gebruiken, die volledig zijn toegespitst op hun taak. Door die apps via bundels toegespitst op deze persona’s aan te bieden, houd je het beheer ervan overzichtelijk en maak je het ook voor de gebruiker makkelijk.”

Bij het ontwikkelen van die apps houdt Dronsfeld it-managers voor dat ze zich niet alleen moeten richten op handige tools die bestaande papieren processen digitaliseren, maar vooral ook op wezenlijk nieuwe toepassingen. “Ik zie veel voorbeelden van bestaande processen die in een app zijn gegoten. Prima, maar daarmee laat je ook een kans liggen om eens helemaal opnieuw naar je proces te kijken om te zien of je het – gebruikmakend van de huidige mogelijkheden – wellicht helemaal anders zou inrichten. Dan kom je vaak tot andere oplossingen. Dit is natuurlijk iets wat IT niet alleen kan doen, dit gaat alleen in heel nauwe samenwerking met de business.”

In de wens om mobiel werken te ondersteunen doen it-afdelingen er goed aan op zoek te gaan naar het grootste probleem van de doelgroep. Daarbij kan de doelgroep de eigen medewerker zijn, maar ook de eindklant. “Ik zie veel organisaties die het ingewikkeld aanpakken, maar soms kan het heel simpel zijn. Johnson, een bedrijf dat babyproducten maakt, weet dat de slaap van hun baby de grootste zorg van jonge ouders. Zij maakten een app met slaapliedjes voor baby’s. Deze werd zo’n succes dat het daarna geen enkel probleem meer was om budget te krijgen voor apps die medewerkers in hun processen ondersteunen.”

Gerelateerde berichten...