Nederland dreigt zijn sterke positie in de Europese technologiesector te verliezen door een combinatie van structurele problemen die de concurrentiekracht ondermijnen. Dat concludeert onderzoeksinstituut TNO in een nieuwe analyse die het invloedrijke Draghi-rapport vertaalt naar de Nederlandse situatie.
De problemen stapelen zich op. Nederlandse bedrijven betalen ruim twee keer zoveel voor elektriciteit als hun Duitse concurrenten: €95 per megawattuur tegenover €46 in Duitsland. Tegelijkertijd kampt de sector met een acuut tekort aan ICT-specialisten en blijft de adoptie van kunstmatige intelligentie achter bij andere Europese landen.
“Slechts 23 procent van de Nederlandse bedrijven met tien of meer werkzame personen gebruikt minimaal één AI-technologie”, stelt het TNO-rapport. Voor een land dat zich profileert als digitale voorloper is dat een zorgwekkend signaal.
Digitale afhankelijkheid onder de loep
Bijzonder actueel is de waarschuwing over Nederlandse afhankelijkheid van Amerikaanse digitale infrastructuur. “Nederland is op alle lagen van de digitale stack sterk afhankelijk van de VS”, constateren de onderzoekers. Die afhankelijkheid betreft cloudopslag en -diensten, AI-modellen, besturingssystemen, cybersecurity en sociale mediaplatformen.

Foto: Arenda Oomen
“De cloud is onze grootste achilleshiel, want daar is onze positie het zwakst”, zegt Haroon Sheikh, senior onderzoeker bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en bijzonder hoogleraar aan de VU. In zijn recente boek ‘Atlas van de digitale wereld’ beschrijft hij hoe de wereld verschuift naar een verticale architectuur waarin landen steeds afhankelijker worden van buitenlandse techgiganten. “Vroeger waren we theoretisch bang voor onze afhankelijkheden van de Amerikanen. Nu zien we dat die regering bereid is om die afhankelijkheden ook daadwerkelijk te gebruiken.”
Het TNO-rapport pleit daarom voor investeringen in Europese alternatieven en een actievere rol van de overheid als ‘launching customer’ voor Nederlandse tech-startups. “Stimuleer de vraag naar Europese alternatieven en geef als overheid het goede voorbeeld in aanbestedingsbeleid”, luidt het advies.
Energiecrisis raakt datacenters hard
De hoge energiekosten treffen vooral energie-intensieve sectoren zoals datacenters. Waar buurlanden hun industrie compenseren met inkomsten uit het Europese emissiehandelssysteem (ETS), doet Nederland dat niet. Het gevolg: een ongelijk speelveld dat Nederlandse bedrijven benadeelt.
TNO waarschuwt voor structurele de-industrialisatie als er geen maatregelen komen. In het meest negatieve scenario kan Nederland tot 2035 een cumulatief BBP-verlies van €40 miljard lijden door wegvloeiende industrie naar landen met lagere energiekosten.
Voor de technologiesector betekent dit dat investeringen in nieuwe datacenters en productiecapaciteit elders in Europa plaatsvinden. Nederland dreigt daarmee zijn rol als digitaal knooppunt van Europa te verliezen.
R&D-uitgaven blijven achter
Een ander zwak punt is de achterblijvende investering in onderzoek en ontwikkeling. Nederlandse bedrijven geven 2,3 procent van het bbp uit aan R&D, ruim onder de Europese doelstelling van 3 procent. Bovendien leunt Nederland te zwaar op enkele sectoren, vooral de machine- en elektrotechnische industrie.
“Nederland heeft relatief weinig grote techbedrijven, waardoor private R&D-uitgaven achterblijven”, leggen de onderzoekers uit. Andere Europese landen hebben een breder palet aan hightech sectoren zoals biotech, farmaceutische industrie en auto-industrie.
Het gebrek aan technisch talent verergert het probleem. Nederland telt slechts 15,4 STEM-afgestudeerden per duizend inwoners, tegen een EU-gemiddelde van 23. Voor een kenniseconomie die steunt op innovatie is dat een zorgwekkende ontwikkeling.
Oplossingsrichtingen
TNO pleit voor een gerichte aanpak op meerdere fronten. Investeringen in onderwijs en technische opleidingen moeten het skills-tekort aanpakken. Tegelijkertijd moet Nederland meer buitenlands talent aantrekken en de administratieve lasten voor ondernemers verminderen.
Voor de energieproblematiek adviseert het rapport subsidies voor energie-intensieve bedrijven, vergelijkbaar met wat buurlanden doen. Ook investeringen in elektriciteits- en waterstofinfrastructuur kunnen helpen de kosten beheersbaar te houden.
Op het gebied van digitale onafhankelijkheid moet Nederland volgens TNO zijn ‘control point positie in de digital stack’ analyseren en meer investeren in Europese alternatieven. De overheid zou daarbij het voortouw kunnen nemen door bij aanbestedingen bewust te kiezen voor Europese technologie.
“Nederland moet een proactieve en actieve houding hebben voor die Europese agenda. We zullen dit echt als een speerpunt moeten zien en bijdragen aan projecten van Europese samenwerking op het gebied van digitalisering,” stelt Sheikh. “We moeten op verschillende borden tegelijkertijd gaan schaken. We moeten kijken naar kleine interessante initiatieven, maar ook nadenken over hoe we de bestaande telecomaanbieders kunnen motiveren hierop in te zetten. Als alle Europese overheden samen zeggen: wij willen betalen voor Europese oplossingen, dan creëer je met één klap een markt.”
Tijd voor actie
Het TNO-rapport maakt duidelijk dat Nederland voor cruciale keuzes staat. Als digitale voorloper kan het land profiteren van de groeiende vraag naar technologie, maar alleen als de structurele problemen worden aangepakt.
“Nederland moet analyseren welke basisindustrieën op lange termijn levensvatbaar blijven of essentieel zijn voor strategische autonomie”, concluderen de onderzoekers.
Met het gevallen kabinet en een demissionaire regering die alleen lopende zaken mag afhandelen, wordt die analyse echter nog urgenter. Nieuwe verkiezingen worden op zijn vroegst eind oktober verwacht, wat betekent dat cruciale besluiten over de toekomst van de Nederlandse tech-sector maanden kunnen worden uitgesteld.
“Als de Amerikaanse regering controle heeft over cloud diensten, dan zitten we gewoon klem”, waarschuwt Sheikh. “We maken onszelf heel makkelijk chanteerbaar. Dan zijn we gewoon afhankelijk van de goodwill van anderen dat ze ons met rust laten. Als we dat niet doen, dan hebben we heel weinig in te brengen.”
De urgentie is volgens Sheikh alleen maar toegenomen: “De Chinezen zijn al met rare earth magneten ASML onder de druk aan het zetten. Die chantage gaat veel meer gebruikt worden. Dat is wat er op het spel staat als we niets doen.”
De basis voor een sterke Nederlandse technologiesector ligt er volgens TNO wel. Het land heeft een goede digitale infrastructuur, een sterk kennissysteem en een gunstige handelspositie. Maar zonder gerichte actie dreigt Nederland die voordelen te verspelen aan buurlanden die wel de juiste keuzes maken.