Nederlandse organisaties zien een groeiende AI-generatiekloof in het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI). Uit onderzoek van IT-dienstverlener Conclusion onder 517 AI-verantwoordelijken blijkt dat jongere professionals het meest enthousiast zijn over AI-toepassingen, maar opvallend genoeg ook het minst stilstaan bij ethiek. Zo houdt 49 procent van hen geen rekening met ethische principes, tegenover 35 procent van de 35- tot 55-jarigen en slechts 24 procent van de 55-plussers.
Enthousiast én bezorgd
De houding van jongere medewerkers laat een paradox zien: ze zijn de grootste voorstanders van AI, maar maken zich ook het meest zorgen over de gevolgen. Bijna de helft (48 procent) van de professionals onder de 35 jaar vreest baanverlies door AI, terwijl dit bij 55-plussers op 39 procent ligt. Dit dubbele gevoel – innovatie omarmen, maar angstig zijn voor de impact – benadrukt de complexiteit van de AI-generatiekloof.
Voorzichtige adoptie
Organisaties zelf blijven terughoudend. Slechts 42 procent beschouwt AI-beslissingen als betrouwbaarder dan menselijke beslissingen, wat betekent dat het merendeel vasthoudt aan menselijk oordeel. Daarnaast zegt 30 procent nooit ondoordachte risico’s te nemen en altijd uitgebreide risicobeoordelingen uit te voeren voordat AI-projecten worden gestart.
Ethische aandacht blijft achter
Ondanks die voorzichtigheid ontbreekt het vaak aan ethische aandacht. Bijna de helft van de organisaties houdt geen rekening met ethische principes en slechts een kwart weegt maatschappelijke impact mee in AI-toepassingen. Dit is opvallend, zeker nu de nieuwe Europese AI Act strenge eisen stelt aan verantwoord gebruik. Tegelijkertijd vindt 51 procent dat AI strenger gereguleerd moet worden, terwijl 44 procent gelooft dat AI nooit volledig ethisch verantwoord kan zijn – ongeacht de regels.
AI-generatiekloof
Volgens Tomas van den Nieuwendijk, directeur van Conclusion AI 360, ligt de oplossing in samenwerking tussen generaties: “Jongere professionals omarmen sneller nieuwe AI-toepassingen, maar hebben minder aandacht voor ethiek en regelgeving. Oudere collega’s zijn juist beter in risicomanagement en governance. Door deze sterktes te combineren, ontstaat een krachtig evenwicht.”