Het debat over chatcontrole in Europa laait opnieuw op. En eerlijk gezegd: het voelt alsof we in een soort digitale déjà vu terechtkomen. Een paar maanden geleden werd het Deense EU-voorzitterschap nog teruggefloten omdat er te weinig steun was voor een voorstel dat chatdiensten zou kunnen verplichten om berichten van gebruikers te scannen. Een maatregel die, zo waarschuwden critici, in essentie neerkomt op het openbreken van end-to-end encryptie, de ruggengraat van onze digitale privacy.
Chatcontrole
Denemarken schoof het plan uiteindelijk aan de kant, maar deze week volgde een nieuw, aangepast voorstel. Een voorstel dat op papier milder oogt, maar in de praktijk nog steeds de deur op een kier zet voor chatcontrole. Zo zouden chatdiensten ‘alle passende maatregelen’ moeten nemen om risico’s te verminderen. Het klinkt bestuurlijk en vaag, maar die vaagheid is precies wat privacybeschermers zorgen baart: het geeft ruimte om op termijn tóch aan berichten te gaan sleutelen.
Verplicht identificatiesysteem
Ook opvallend: het voorstel bevat een verplicht identificatiesysteem voor minderjarigen die een e-mail- of messengeraccount willen aanmaken. Een maatregel waarvan voormalig Europarlementariër Patrick Breyer zegt dat het “in feite het einde van anonimiteit” betekent. En inderdaad: voor klokkenluiders, journalisten, activisten of kinderen die anoniem hulp zoeken, is anonimiteit niet een leuke extra, maar een levenslijn.
In Nederland laat het debat zich ook direct voelen. GroenLinks-PvdA-Kamerlid Kathmann heeft demissionair minister Van Oosten (Justitie & Veiligheid) om opheldering gevraagd. Haar vragen zijn scherp, en terecht:
* Is chatcontrole in het nieuwe compromis écht volledig uitgesloten?
* Kan de minister garanderen dat end-to-end encryptie nooit wordt ondermijnd?
* En hoe zit het met ‘vrijwillige’ detectiemaatregelen door techbedrijven, blijven die gegarandeerd vrijwillig?
Veiligheidsgevolgen
Daarnaast wil Kathmann weten of Nederland zich, gezien een eerder aangenomen motie, überhaupt achter een compromis mag scharen zolang chatcontrole niet honderd procent is uitgesloten. Ook vraagt ze of de AIVD is geraadpleegd over de veiligheidsgevolgen, en zo niet, of dat alsnog gaat gebeuren.
De minister heeft drie weken om te antwoorden. Maar één ding is duidelijk: het debat over onze digitale vrijheid is nog lang niet voorbij. En steeds opnieuw blijkt hoe belangrijk het is om alert te blijven, vooral als voorstellen, ondanks aanpassingen, toch de kern van onze privacy raken.