Humanoïde robots spreken al jaren tot de verbeelding, maar blijven voorlopig vooral indrukwekkende demonstratieobjecten. Toch groeit de overtuiging dat hun doorbraak dichterbij komt. Dat werd duidelijk tijdens de Humanoids Summit in het Computer History Museum in Mountain View, Californië, waar onderzoekers, investeerders en bedrijven samenkwamen om de stand van zaken te bespreken. De belangstelling was groot: nog voordat de eerste humanoïde robots arriveerden, stond de registratie rij al tot in de lobby.
Humanoïde robots
De robots zelf kwamen niet zelfstandig boven. Ze werden begeleid door menselijke handlers en namen braaf de lift. “Niemand laat humanoïde robots trappen lopen in promotievideo’s”, merkte Abhinav Gupta, medeoprichter van Skild AI, droogjes op. Tegelijk liet hij zien dat zijn fundamentele AI-model robots wel degelijk kan helpen om trappen te beklimmen en zich over instabiel terrein te bewegen. Volgens Modar Alaoui, oprichter van de Humanoids Summit en partner bij ALM Ventures, is voortbeweging in principe opgelost. Dat is optimistisch, maar nog geen volledige realiteit.
Veelbelovend maar nog niet schaalbaar
De consensus onder sprekers was duidelijk: humanoïde robots zijn klaar voor marketing en experimenten, maar grootschalige commerciële inzet ligt nog decennia weg. De technologie is duur, veiligheid vraagt verdere ontwikkeling en organisaties weten vaak nog niet hoe ze robots effectief moeten inzetten. Ook maatschappelijke acceptatie vormt een belangrijke drempel.
Consultants van McKinsey & Company benadrukten dat robotisering wereldwijd ongelijk verloopt. In de VS past slechts een klein deel van de fabrieken robotautomatisering op grote schaal toe, terwijl China jaarlijks tien keer zoveel robots installeert. Toch neemt de interesse snel toe. Volgens McKinsey zijn er inmiddels zo’n vijftig bedrijven die serieus werken aan humanoïde robots, verspreid over China, Noord-Amerika, Europa en Azië.
Robots als collega of vervanger
Een terugkerend thema was de rol van de mens. Sommige sprekers benadrukten dat robots bedoeld zijn om werk te ondersteunen en te herontwerpen, niet om banen te schrappen. Anderen waren minder omfloerst. Jeff Pittelkow van robotdienstverlener Roboworx stelde dat klanten vooral kijken naar rendement: een humanoïde robot moet minstens hetzelfde kunnen als een mens, voor dezelfde kosten. Dat voedt angst bij werknemers, die robots soms zien als directe bedreiging.
Die weerstand kan concreet worden. Pittelkow vertelde hoe robots worden genegeerd, gesaboteerd of letterlijk in een hoek worden gezet. In één geval kreeg een robot zelfs een bordje ‘On Strike. Zulke menselijke factoren zijn volgens hem cruciaal om rekening mee te houden bij opschaling.
Technische grenzen en lange weg vooruit
Naast sociale acceptatie zijn er technische obstakels. Handmatige behendigheid, oftewel echte “vingerprecisie”, blijft een groot probleem. “Als twee parallelle grijpers genoeg waren, hadden mensen geen vijf vingers met duimen gekregen” zo merkte een spreker op. Ook data is schaars: AI-modellen moeten enorme hoeveelheden praktijkdata verzamelen om menselijk handelen te benaderen.
Humanoïde robots staan daarmee aan het begin van een lange leercurve. Voorlopig blijven ze deels curiositeiten, maar de snel stijgende investeringen maken duidelijk dat veel partijen geloven dat deze grap uiteindelijk bittere ernst wordt.