2min Security

Nederlandse politie gebruikt nog steeds omstreden Palantir-software

Nederlandse politie gebruikt nog steeds omstreden Palantir-software

De Nederlandse politie maakt nog altijd gebruik van software van het Amerikaanse technologiebedrijf Palantir, dat wereldwijd bekendstaat om zijn omstreden dataverwerking. Dat blijkt uit een Kamerbrief van demissionair minister David van Weel (Justitie en Veiligheid). De software werd al in 2011 aangeschaft, schrijft de Volkskrant, en speelt sindsdien een rol in de opsporing van zware criminaliteit.

Palantir-software

Palantir ontwikkelt AI-gedreven systemen die enorme hoeveelheden data analyseren en combineren om verbanden en patronen te ontdekken. Met deze technologie kunnen verfijnde profielen van personen worden opgebouwd, inclusief gedragspatronen en risicovoorspellingen. Volgens critici, waaronder Amnesty International, brengt deze aanpak ernstige risico’s mee voor privacy en mensenrechten.

Alleen voor zware misdaad en terrorismebestrijding

In zijn brief benadrukt Van Weel dat de software uitsluitend wordt ingezet binnen de zogenoemde “Raffinaderij” van de politie: een intern dataplatform voor de bestrijding van zware georganiseerde criminaliteit en het voorkomen van aanslagen. “Deze wordt alleen aangewend voor de bestrijding van zware en georganiseerde criminaliteit en het voorkomen van aanslagen”, aldus de minister.

Daarnaast maakten zes veiligheidsregio’s tijdelijk gebruik van Palantir voor ‘informatiegestuurde veiligheid. Dat gebruik is in 2021 beëindigd. Van Weel stelt dat hierbij uitsluitend openbare bronnen zijn gebruikt en dat Palantir zelf geen toegang had tot de data van deze regio’s.

Jarenlange geheimhouding

De aanschaf van de Palantir-software bleef jarenlang buiten de publiciteit. Uit documenten die via de Wet open overheid (Woo) zijn vrijgegeven, blijkt dat de aankoop plaatsvond toen Dick Schoof – inmiddels demissionair premier – als directeur-generaal bij de politie betrokken was.

Palantir is wereldwijd actief bij veiligheidsdiensten en inlichtingendiensten. Ook Europol maakt gebruik van vergelijkbare technologie om grootschalige criminele netwerken en terroristische dreigingen in kaart te brengen.

Kritiek blijft

Hoewel Van Weel aangeeft dat de inzet strikt beperkt is, blijven mensenrechtenorganisaties waarschuwen voor de risico’s van dergelijke dataplatforms. De mogelijkheid om gedrag te voorspellen en uitgebreide profielen samen te stellen, kan volgens hen leiden tot discriminatie, massasurveillance en schending van fundamentele rechten. Het debat over transparantie en proportionaliteit bij het gebruik van AI in opsporingssystemen zal naar verwachting verder oplaaien nu duidelijk is dat Nederland al meer dan tien jaar vertrouwt op deze omstreden technologie.