Torenhoge geheugenprijzen zijn iets waar we nog lang aan vastzitten

Torenhoge geheugenprijzen zijn iets waar we nog lang aan vastzitten

De prijzen van DRAM-geheugen stabiliseren in 2027, maar stijgen het jaar daarna weer wel. Dat voorspelt een analist van TechInsights. De AI-boom en beperkte productiecapaciteit bij enkele grote spelers zorgen voor een ongekende prijsexplosie.

DRAM-prijzen groeiden vorig jaar al met 88 procent vergeleken met 2023. Volgens analist James Sanders is de piek nog lang niet bereikt benoemt hij bij The Register. “Ik denk dat we de piek in 2026 gaan zien”, zegt hij. Pas in 2027 verwacht hij dat de prijzen stabiliseren, al zou er in 2028 alweer een nieuwe stijging kunnen volgen.

DRAM-prijzen stegen op jaarbasis met 171,8 procent tussen het derde kwartaal van 2024 en dezelfde periode in 2025. Een 32GB DDR5-module kostte medio 2025 nog rond de 100 euro, maar inmiddels betaal je daar al rond de 400 euro voor. Die prijsstijging raakt niet alleen pc-bouwers en gamers, maar ook de smartphone- en notebookindustrie.

AI-vraag begon op ongelukkig moment

Kunstmatige intelligentie is volgens Sanders de hoofdschuldige, maar timing speelt ook een cruciale rol. De AI-boom startte toen de DRAM-industrie zich net herstelde van een dieptepunt. “Deze vraag begon in het dal voor de DRAM-industrie. Dat maakt het financieel enorm uitdagend om extra capaciteit te bouwen”, legt Sanders uit.

Het duurt minimaal drie jaar om nieuwe productiecapaciteit op gang te brengen. Realistischer is het om te stellen dat zoiets zelfs vier tot vijf jaar duurt. Tegen die tijd kunnen de marktomstandigheden alweer compleet zijn veranderd. Die lange doorlooptijd verklaart waarom fabrikanten als Samsung, SK Hynix en Micron voorzichtig blijven met investeringen.

Consument betaalt de prijs, OEM’s minder getroffen

De schaarste treft consumenten het hardst. “De consumentenmarkt zit in de stratosfeer, terwijl OEM’s ongeveer een jaar vooruit plannen en nog geen maagpijn hebben”, verklaart Sanders. Grote hardwareleveranciers zoals Dell en HP sloten hun orders vroegtijdig en ontlopen zo de ergste prijspieken. Kleinere leveranciers zijn daarentegen overgeleverd aan ‘dagprijzen’.

Memoryfabrikant G.Skill bevestigde onlangs dat AI-vraag de prijzen opdrijft. Het bedrijf wijt de sterke kostenstijgingen aan “ongekende vraag vanuit de AI-industrie”. Die vraag richt zich vooral op HBM, een ander type geheugen dat vrijwel uitsluitend wordt gebruikt in datacenter-GPU’s en AI-accelerators.

Fabrikanten scoren recordwinsten

Terwijl consumenten moeite hebben met de alsmaar hoger wordende prijzen, draaien geheugenproducenten recordomzetten. Micron zag de omzet in het eerste kwartaal met 56 procent stijgen. De nettowinst verdubbelde van 1,87 miljard dollar vorig jaar naar 5,24 miljard dollar dit jaar.

Micron-CEO Sanjay Mehrotra voorspelt dat het tekort voorlopig aanhoudt. “De totale capaciteit van de industrie zal de komende tijd aanzienlijk tekort blijven schieten ten opzichte van de vraag”, zei hij tegen investeerders. Nieuwe fabrieken komen er wel, maar die zijn over drie jaar pas operationeel. En dan nog zal het merendeel van de capaciteit naar HBM en andere enterprise-producten gaan.

Video: deal OpenAI voor DRAM zorgt voor wereldwijde verhoging electronicaprijzen