Meer dan tweederde (69%) van de MSP’s is het afgelopen jaar getroffen door meerdere inbreuken. Toch blijven leiders vertrouwen hebben in hun beveiligingscapaciteiten.
Dat blijkt uit het jaarlijkse CyberSmart MSP-enquête. Zeker 900 MSP-leiders in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, België, Australië, Nieuw-Zeeland, Zweden, Duitsland en Nederland werden ondervraagd. De bedrijven hebben klanten van verschillende groottes, variërend van 1 tot 250+ werknemers.
Maar liefst 47% van de MSP’s zei dat ze afgelopen jaar door drie of meer aanvallen waren getroffen. Desondanks is er een beeld van vertrouwen. Daarbij zei 76% volledig of bovengemiddeld vertrouwen te hebben in hun beveiligingshouding. Bovendien beoordeelde een overweldigende meerderheid van de MSP’s (96%) hun vertrouwensniveau als gemiddeld of hoger. Dat is in lijn met de 97% tijdens de enquête van een jaar eerder.
Ruimte voor verbetering na inbreuken
Hoewel twintig procent van de deelnemers hun cybervertrouwen als volledig beoordeelde, erkende de overige 80% dat er ruimte was voor verbetering vanwege een flink aantal inbreuken. Daarbij zei 93% van de MSP’s dat ze vertrouwen hadden in de houding van hun klanten. Bijna de helft (45%) gaf aan dat hun klanten bovengemiddeld veel vertrouwen hadden. Verder zei 17% meldde volledig vertrouwen te hebben in het cyberbeveiligingsbewustzijn van klanten.
Momenteel zegt slechts 39% van de MSP’s dat ze zich toegerust voelen om een oplossing of begeleiding te bieden om aan toenemende regelgeving te voldoen. Het gaat dan om de NIS2-richtlijn, de EU-AI-wet en de Digital Operational Resilience Act (DORA). Volgens het onderzoek zijn de belangrijkste facetten van een verbetertraject onder andere continue monitoringmogelijkheden (51%), cyberbeveiligingstraining van werknemers (51%) en proactief risicobeheer (48%).
Tip:
- Nederlandse implementatie NIS2 weer uitgesteld; is dat erg?