KPN, T-Mobile en Vodafone helpen elkaar als bij het mobiele netwerk van een van de drie langdurig uitvalt. Nederland is daarmee het eerste land ter wereld met deze noodvoorziening. De drie operators gaven vrijdag 12 december het startsein voor het zogenaamde ‘regional roaming’. Minister Kamp van Economische Zaken was daarbij aanwezig.
Dankzij regional roaming kunnen klanten tijdens een storing van langer dan 3 dagen bij hun eigen netwerkoperator tijdelijk bellen en sms’en via het netwerk van een ander. De afspraak gaat in als een storing langer duurt dan drie dagen en het meer dan 500.000 klanten treft.
De start van deze wereldprimeur volgt op een verzoek van de minister van Economische Zaken na een langdurige storing bij Vodafone in april 2012. De mogelijkheden werden toen al onderzocht. maar vanwege de technische ingewikkeldheid was het toen niet snel genoeg te realiseren.
Hoe werkt het?
Als de noodvoorziening van kracht is kunnen klanten handmatig het netwerk van een andere operator selecteren. Als de storing is opgelost of als zij weer buiten het getroffen gebied zijn, schakelen ze handmatig terug op het eigen netwerk. Hun eigen operator informeert ze daarover. Regional roamingis alleen voor bellen en sms-sen. Voor dataverkeer is teveel capaciteit nodig dan dat de gastoperator kan leveren.
YouTube animatievideo over regional roaming
Minister Kamp is blij met de maatregel. “Nederland heeft een van de meest betrouwbare infrastructuren voor mobiele telefonie. Bij een grote storing rekent iedereen er op dat zij toch bereikbaar blijven. Complimenten dus aan de drie operators, want ook voor de Nederlandse economie is het van groot belang dat mensen en bedrijven bereikbaar blijven.”
Namens de sector benadrukt Lotte de Bruijn, directeur van branchevereniging Nederland ICT, het unieke karakter van de samenwerking. “Nederland is het eerste land ter wereld waar mobiele operators elkaar op zo’n schaal te helpen. Met regional roaming is de kwaliteit en continuïteit van de mobiele infrastructuur naar een nog hoger plan gebracht. Het is echt een noodvoorziening, waarvan we eigenlijk hopen dat we hem nooit nodig zullen hebben”, aldus De Bruijn.
