De funeste gevolgen van blusschuim in datacenters zijn bij it-professionals wel bekend. Servers en met name harde schijven zijn echter ook gevoelig voor een neveneffect van blusgas, zo ondervond ING aan den lijve.
De grote datacenterstoring bij de Roemeense vestiging van ING begin september, werd in wezen zelf veroorzaakt. Een geplande test van het brandblussysteem in het hoofddatacenter te Boekarest leidde tot een flinke storing en grote schade. Dat lag niet aan het gebruikte blusmiddel (het gasmengsel Inergen) zelf.
Straaljager
Inergen (een zogeheten intert gas) gaat geen chemische reacties aan met andere stoffen en is dus veilig voor gebruik in datacenters. Het blusmiddel is bij de brandoefening op zaterdag 10 september onder hoge druk uitgespoten, wat gepaard is gegaan met veel geluid op het niveau van het lawaai van een straaljager. De trillingen van dit lawaai hebben de harde schijven in ING’s datacenter – letterlijk – geraakt met als gevolg een algemene en catastrofale storing. Hierdoor zijn alle verbonden diensten onderuit gegaan. Dit betreft klantgerichte diensten als de verwerking van transacties met betaalkaarten, het opnemen van geld bij pinautomaten, internetbankieren, maar ook ING’s eigen vermogen tot communiceren met klanten.
10 uur hersteltijd
Meer dan één miljoen Roemeense klanten van de Nederlandse bank zijn getroffen door de storing, die maar liefst 10 uur heeft geduurd. ING heeft wel zijn uitwijk in een tweede, nabijgelegen datacenter gebruikt, maar de omvang en complexiteit van de storing hebben het herstel flink gehinderd. “Helaas duurde het herstellen van onze activiteit via back-up langer dan de restore-tests die we regelmatig uitvoeren”, aldus bankmanager Daniel Llano. De bank biedt klanten excuses aan en stort de bankkosten terug voor transacties die in het weekend van de storing hebben plaatsgevonden.
