AI dwingt datacenters tot grote veranderingen

Netcongestie en nieuwe technologie zorgen voor verschuiving van Amsterdam naar de regio's

AI dwingt datacenters tot grote veranderingen

De Nederlandse datacentermarkt ondergaat een ongekende transformatie door de opkomst van kunstmatige intelligentie. Traditionele 5kW racks maken plaats voor 150kW AI-pods, luchtkoeling wijkt voor liquid cooling, en Amsterdam verliest terrein aan andere regio’s. Ondanks recordgroei worstelt Nederland met de vraag of het zijn digitale koppositie kan behouden.

“De schaal van de transformatie is ongekend,” zegt Stijn Grove, directeur van de Dutch Data Center Association (DDA). Begin dit jaar waarschuwde hij nog dat Nederland zijn digitale ambities in rook zag opgaan door netcongestie. Nu, zes maanden later, toont het DDA-rapport State of Dutch Data Centers 2025 aan dat de sector ondanks alle beperkingen blijft groeien – maar wel ten koste van ingrijpende aanpassingen.

Recordgroei ondanks knelpunten

Die groei is inderdaad opmerkelijk. In 2024 groeide de colocatiemarkt – het huren van datacenterruimte door meerdere klanten – met 7,8 procent naar 924 megawatt. Voor 2025 verwacht de sector een recordinvestering van meer dan 1,4 miljard euro. Dat is bijzonder, want tegelijkertijd kampt de markt met structurele problemen die maar niet lijken op te lossen.

Het grootste knelpunt blijft de netcongestie. Terwijl Grove begin dit jaar nog waarschuwde dat zelfs een door de regering bepleite AI-factory “waarschijnlijk heel klein wordt omdat grotere operaties op dit moment gewoon nergens geplaatst kunnen worden,” dwingen de omstandigheden de sector nu tot creatieve oplossingen. Terwijl Nederland investeert in een bescheiden AI-factory, kondigde de VS het Stargate-project aan: een AI-infrastructuurplan van 500 miljard dollar. De Nederlandse voorzichtigheid wordt zo een concurrentienadeel.

“We kunnen niet op die schaal concurreren,” erkent Grove. “Maar we hoeven ook niet alles te doen. Nederland heeft een unieke positie als internationale digitale hub, met uitstekende connectiviteit en een stabiel politiek klimaat. Die voordelen moeten we koesteren en uitbouwen, niet verspelen door te lang stil te blijven staan.”

Steeds vaker bouwen datacenters hun eigen elektrische onderstations en realiseren directe aansluitingen op het hoogspanningsnet. Deze projecten worden vijf tot tien jaar sneller afgerond dan traditionele netuitbreidingen door netbeheerders. Het is een indicatie van de urgentie waarmee de sector werkt.

AI als gamechanger

Maar het is vooral de opkomst van AI die de sector op zijn kop zet. Traditionele serverracks verbruikten 5 tot 10 kilowatt. AI-workloads vragen daarentegen al snel 100 tot 150 kilowatt per rack. Sommige prognoses spreken zelfs over 350 tot 600 kilowatt in de toekomst. Dat is niet alleen een kwestie van meer stroom – het vereist een volledig andere benadering van koeling, stroomdistributie en datacenterontwerp.

Direct Liquid Cooling (DLC) – waarbij vloeistof direct langs de processors wordt geleid – gaat daarmee van niche-technologie naar absolute noodzaak. Volgens het DDA-rapport gebruikt al 17 procent van de operators deze technologie, terwijl nog eens 50 procent implementatie plant binnen twee jaar. “We gaan van luchtkoeling naar vloeistofkoeling omdat de warmteontwikkeling van AI-chips simpelweg te hoog wordt voor traditionele methoden,” legt Grove uit.

Die verschuiving biedt echter ook kansen. Liquid cooling werkt bij hogere temperaturen, meestal 40 tot 60 graden Celsius. Dat maakt warmte-hergebruik veel efficiënter dan voorheen. Waar restwarmte van luchtgekoelde datacenters vaak te laag was voor praktische toepassingen, kunnen liquid-cooled faciliteiten direct aansluiten op warmtenetten voor woningen en bedrijven.

Geografische verschuiving

Parallel aan de technologische transformatie vindt een geografische herschikking plaats. Amsterdam, jarenlang het onbetwiste centrum van de Nederlandse datacentermarkt, remt af. De gemeente kondigde eind vorig jaar aan tot 2035 geen nieuwe datacenters meer toe te staan, met uitzondering van reeds goedgekeurde projecten.

Die rem op Amsterdamse groei dwingt de sector uit te wijken naar andere regio’s. Groningen, Zuid-Holland en Noord-Brabant profiteren. Daar is niet alleen meer netcapaciteit beschikbaar, ook liggen vergunningstrajecten vaak minder complex dan in de overvolle Metropoolregio Amsterdam.

“We zien een duidelijke verschuiving,” bevestigt Grove. “Terwijl Amsterdam nog altijd goed is voor circa 70 procent van de colocatiecapaciteit, groeit de belangstelling voor alternatieve locaties. Groningen heeft bijvoorbeeld uitstekende verbindingen, veel groene stroom beschikbaar en minder ruimtedruk.”

Duurzaamheid als randvoorwaarde

Tegelijkertijd wordt duurzaamheid van nice-to-have naar absolute vereiste. Nederland loopt voorop in Europa wat betreft het gebruik van groene stroom: 99,9 procent van de elektriciteit in Nederlandse datacenters komt uit hernieuwbare bronnen. De gemiddelde Power Usage Effectiveness (PUE) bedraagt 1,25, waarmee Nederlandse datacenters tot de meest efficiënte ter wereld behoren.

Toch is groene stroom alleen niet genoeg meer. Nieuwe ontwikkelingen zoals warmte-hergebruik, lokale opwekking via zonnepanelen en windmolens, en deelname aan netstabilisatieprogramma’s worden steeds belangrijker. Circa 55 procent van de datacenteroperators investeert actief in datathermie – het hergebruik van restwarmte voor verwarmingsdoeleinden.

Datacenters worden zo meer dan alleen energieslurpers. Steeds vaker transformeren ze naar actieve spelers in het energiesysteem. Vergelijk het met een moderne accu: met grote batterijsystemen vangen zij stroompieken op en slaan tijdens daluren overtollige groene stroom op. Dat draait de traditionele rol van datacenters volledig om.

Kansen en uitdagingen

De sector staat voor een uitdaging. Enerzijds dwingen netcongestie en toenemende regelgeving tot vertraging en voorzichtigheid. Anderzijds accelereert de internationale AI-race en groeit de druk om digitale soevereiniteit te waarborgen.

De oplossing ligt volgens Grove in samenwerking en innovatie. “We onderzoeken bijvoorbeeld of datacenters kunnen functioneren achter één transformator in plaats van twee, omdat we noodstroomsystemen hebben. Dat kan de netbelasting halveren.” Ook het bundelen van datacenters met andere energievrije industrieën kan helpen bij het creëren van slimme energiedeelsystemen.

De Nederlandse datacentermarkt verandert ingrijpend. AI dwingt niet alleen tot technologische vernieuwing, maar ook tot een herdefiniëring van waar en hoe datacenters opereren. Grove is duidelijk over wat er op het spel staat: “De komende jaren zullen bepalend zijn voor de vraag of Nederland meegaat in de AI-revolutie, of toekijkt hoe andere landen de digitale race winnen.”