Meander Medisch Centrum legt stevig fundament met nieuw datacenter
Wie goed kijkt naar ICT in de zorg ziet twee hoofdbewegingen: aan de ene kant de leveranciers van grote holistische EPD’s die verder bouwen in de richting die ze jaren geleden al insloegen. En aan de andere kant innovatie in de vorm van patiënt- maar vaak ook consumentgerichte apps om je eigen gezondheid te monitoren. Het Meander Medisch Centrum in Amersfoort zint op manieren om die twee werelden met elkaar te verbinden. Een goed ict-fundament speelt hierbij een cruciale rol.
Driekwart jaar geleden nam Meander intrek in een nieuw, 100.000 m2 groot pand in Amersfoort. De eerste plannen dateren van zo’n zeventien jaar geleden, maar tien jaar geleden werd het concreet: de twee oude locaties zouden hun deuren gaan sluiten en op een nieuwe locatie zou een heel nieuw ziekenhuis verrijzen.
“Nieuwbouw brengt de visie op werkprocessen en ICT in een stroomversnelling,” zegt ict-manager Vincent van Luling. Dit leidde in 2009 tot de keus voor het EPD van de kleine speler Medical Computer Support (MCS). Van Luling: “Die keus is destijds gemaakt omdat hun pakket EasyCare makkelijk te implementeren is en goed aansluit bij de behoeften van de medische specialismen. We konden het eenvoudig specialisme voor specialisme uitrollen en zo de deadline van 1 januari 2014 halen. Want we wilden per se voor de verhuizing naar het nieuwe ziekenhuis volledig over zijn op een digitaal patiëntendossier.”
ICT Fundament 2014
Direct al bij de start van de implementatie van het EPD werden de beperkingen van de infrastructuur in de oudbouw zichtbaar, want er werd plotseling een veel groter beroep gedaan op de server- en netwerkinfrastructuur. Toen Meander in 2011 het programma ICT Fundament 2014 startte, was dan ook meteen duidelijk dat de datacenterinfrastructuur voor het nieuwe ziekenhuis eerder opgeleverd moest worden. “We wilden dat medewerkers voor de verhuizing al zoveel mogelijk vertrouwd zouden zijn met de technologie die de werkwijzen en processen in de nieuwbouw zouden gaan bepalen. Niet alleen het EPD, maar bijvoorbeeld ook de gevirtualiseerde werkplek. Als je bij het betrekken van de nieuwbouw teveel ineens vernieuwt, dan snappen medewerkers het immers niet meer. Dat moet stap voor stap,” vertelt Van Luling.
Meander stelde in 2011 een visiedocument op dat de basis vormde voor gesprekken met leveranciers. “We wisten dat het niet zoveel zin zou hebben om zelf een bestek te schrijven en dit via een traditionele aanbesteding in de markt te zetten. Daarvoor hebben wij gewoonweg te weinig kennis van de mogelijkheden en vooral te weinig verstand van hoe we ons in technologisch opzicht moeten voorbereiden op alle veranderingen die in onze wereld staan te gebeuren. Want één ding is zeker: de technologische ontwikkelingen in de zorg gaan sneller dan ooit. Wij willen daar maximaal van profiteren. Dat betekent dat je een infrastructuur moet hebben die flexibel kan mee veranderen met de behoeften.”
Eén van de partijen waar Meander mee sprak is Cisco. Het Medical Grade Network Concept van deze leverancier bundelt best practises van ziekenhuizen wereldwijd. Die ervaringen van anderen zijn voor Van Luling belangrijk. “Wij willen alleen bewezen technologie gebruiken, maar anderzijds willen we ook graag innovatief zijn. Of althans, we willen niet door onze infrastructuur worden beperkt in de technische mogelijkheden. Door de best practises van Cisco en de vertaling die partners als Vosko en Cam-IT Solutions daarvan voor de cure sector hebben gemaakt, werden we op ideeën gebracht en hoefden we niet zelf het wiel uit te vinden. Slim gebruikmaken van wat elders in de wereld is ontwikkeld is een mooie manier om innovatie in ons ziekenhuis te versnellen.”
Geconvergeerde infrastructuur
De nieuwe datacenterinfrastructuur van Meander is gebaseerd op Flexpod, het geconvergeerde netwerk-, compute- en storageconcept van Cisco en NetApp. Van Luling licht die keus toe: “We gaan graag in zee met een partner die een aanzienlijk deel van de infrastructuur kan leveren, zodat we enerzijds één aanspreekpunt hebben en anderzijds ook een echt partnership aangaan waarin die partij ons meehelpt ontwikkelen. Ook vinden we het belangrijk om op het gebied van infrastructuur te kiezen voor een integrale aanpak en holistische benadering. We geloven dat als we de infrastructuur aan de achterkant zoveel mogelijk standaardiseren, uniformeren en automatiseren, we meer flexibiliteit en schaalbaarheid hebben zodat we aan de voorkant flexibel zijn in onze dienstverlening. En tot slot zochten we een leverancier die de ziekenhuiswereld goed kent, want hoewel veel technologie in de basis wel hetzelfde is, is de vertaalslag in onze sector vaak toch net wat anders.”
Het nieuwe datacenter is gebaseerd op Cisco UCS en Nexus switches gecombineerd met NetApp storage. In het ziekenhuis zelf ligt een LAN en draadloos netwerk van Cisco. Het Meander heeft één datacenter onsite en een tweede productielocatie in een extern datacenter. Er is uit kostenoverwegingen voor gekozen om in geval van een uitwijk niet de gehele ict-omgeving een-op-een te laten doordraaien, maar alleen de primaire processen. Daarbij is wel alle functionaliteit beschikbaar, maar op een beperkter schaal.
Nieuwe werkplek
Het datacenter ging al vroeg in 2013 live. Detwee oude locaties waren toen nog in gebruik. Dat was het moment om ook te migreren naar een nieuwe werkplek, gebaseerd op VDI. Van Luling: “We hebben heel bewust die nieuwe werkplek al ruim voor de verhuizing uitgerold zodat medewerkers eraan konden wennen. Locatiegebonden zaken, zoals de integratie van het verpleegoproepsysteem en het systeem voor medische oproepen op de wifi-handset, kun je pas uitrollen als je daadwerkelijk bent verhuisd, want op de oude locaties was geen wifi-dekking, laat staan dat ons netwerk daar breedbandig genoeg was. Die gefaseerde aanpak is goed bevallen. We merkten dat medewerkers er ook echt aan toe waren om de beschikking te krijgen over meer mogelijkheden, want vrijwel vanaf dag één is er veel meer gebruik gemaakt van de infrastructuur dan wij hadden voorspeld. Dat heeft ons geleerd: als je mensen mogelijkheden biedt, dan gebruiken ze die ook. Dat geldt natuurlijk niet voor iedereen, maar je ziet in alle lagen wel enthousiastelingen die voorop lopen en anderen meenemen.”
Aan de andere kant ziet Van Luling ook nog heel veel mogelijkheden. “Ondanks het feit dat nieuwe middelen snel worden geaccepteerdzijn er toch nog grote verbeterkansen door ICT beter te integreren in de processen. ICT wordt nog te weinig ingezet om efficiënter te gaan werken. Natuurlijk, we hebben nu een ziekenhuisbreed EPD en dat maakt dingen handiger, maar er is nog nauwelijks sprake van workflowmanagement of beslissingsondersteuning. Daar moet de hele sector nog grote stappen zetten en dat moeten wij dus ook.”
Van onderaf
Waar Meander qua infrastructuur kiest voor een holistische benadering, is de organisatie vooralsnog toch ingenomen met de vijf jaar geleden gemaakte keus voor een EPD dat juist vanuit de medische specialismen is ontwikkeld. “De meeste grote EPD-leveranciers gaan uit van een centrale visie en werkwijze waar de medisch specialismen dan maar bij moeten aanhaken. EasyCare benadert het precies andersom: de specialismen staan centraal en door een slimme architectuur wordt dat allemaal toch goed bij elkaar gebracht. Natuurlijk is het wel een gevaar dat een kleine speler als MCS de ontwikkelingen niet goed kan bijhouden en daarom spelen wij daar zelf ook een belangrijke rol in. Dat gaat goed. We hebben een enthousiaste club dokters en verpleegkundigen die actief meedenken en meehelpen een roadmap op te stellen. We praten in dit ziekenhuis actief over zaken als Internet of Things, wearables die de quantified self mogelijk maken, predictive analytics en ga zo maar door. We houden in de gaten waar spelers als Google, Microsoft en Apple mee bezig zijn en proberen te bedenken hoe dat zou kunnen aansluiten op onze omgeving. We hebben nog lang niet alle antwoorden en dat hoeft ook niet. Wat belangrijk is, is dat medewerkers erover nadenken hoe zij in hun werk gebruik zouden kunnen maken van dit soort nieuwe toepassingen. Want dan kunnen wij daar als ict-afdeling, in samenwerking met leveranciers, oplossingen voor bedenken.”
Wat helpt bij dit soort discussies is het dit najaar te openen Innovation Center, dat wordt gesponsord door Cisco, NetApp, Citrix en Intel. “Dit wordt een plek om gebruikers en technologie bij elkaar te brengen,”vertelt Van Luling enthousiast. “De betrokken leveranciers zijn hier vaak, zodat zij onderdeel worden van ons bedrijf en ze zien waar hun technologie voor wordt gebruikt. Ze kunnen zelf in gesprek gaan met de gebruikers en zo nog beter aanvoelen waar behoefte aan is.”
Een behoefte die hij nu bijvoorbeeld ziet ontstaan is het gerichter communiceren met de patiënt. “Vroeger kreeg iedereen dezelfde folder, maar niet iedereen bij wie darmkanker is geconstateerd heeft dezelfde diagnose en volgt hetzelfde behandeltraject. We willen mensen gerichter kunnen informeren, meer op maat. Daarin speelt ICT natuurlijk ook een belangrijke rol. We kijken hoe andere ziekenhuizen dat doen, maar we praten er ook over met de markt.”
Innovation Center
Van Luling kijkt met interesse naar de aanpak van het Radboudumc en ziet de voordelen van innoveren in een kleine zelfstandige eenheid die wel verbonden is aan het ziekenhuis, maar daar toch ook los van staat. Anderzijds wil het Meander graag dat innovatie onderdeel uitmaakt van de dagelijkse business. “Het is constant zoeken welke weg de beste is. Wij kiezen er vooralsnog voor om via het Innovation Center innovatie onder te brengen in het ziekenhuis. Dat kan in onze situatie ook omdat wij een voorsprong hebben met een hypermodern en flexibel datacenter en toekomstvast netwerk dat alle mogelijke vormen van communicatie kan ondersteunen. Wij zullen technisch niet snel tegen beperkingen aanlopen. De beperking is veel meer of nieuwe technologie aansluit bij de manier waarop medisch specialisten en verpleegkundigen willen werken. Zoals ik al aangaf hebben we veel enthousiaste medewerkers die daarover willen meedenken. En we hebben ook een groep innovatief denkende ict’ers die veel meer dan voorheen worden vrijgemaakt om mee te denken met de business, want het dagelijks beheer van de infrastructuur is vergaand geautomatiseerd en kost dus nauwelijks nog tijd. Dat is een kracht die we nu moeten benutten. Ik denk dat we goed staan voorgesorteerd om in de toekomst van de nieuwe mogelijkheden te profiteren.”