3min

Onsamenhangend

Onsamenhangend

U en ik verzamelen steeds meer software op onze smartphone en laptop. Zelden is die software onderling gekoppeld, tenzij het van de grote spelers is zoals Microsoft of Google. De uitkomsten van je stappenteller vergelijken met de stappenteller van een vriend lukt alleen als de apps van hetzelfde merk zijn. Internationale berichtenstandaards zijn in het consumentendomein ver te zoeken. Dit is allemaal nog handelbaar tot we als patiënt ons eigen patiëntendossier gaan opbouwen zoals de minister wil. We kunnen daarvoor een appje downloaden van de huisarts en eentje van de apotheek en eentje van het ziekenhuis. Alleen zijn die onderling niet gekoppeld, dus we eindigen met drie dossiers! En dan maar hopen dat we niet worden doorverwezen naar een gespecialiseerde kliniek.

Ook in de zorg wordt allerlei ‘onsamenhangende’ software gebruikt. Voorheen spraken we over ‘best of suite’ of ‘best of breed’, met als onderliggend dilemma de keuze tussen het loskoppelen van stukken software en het jezelf overleveren aan een leverancier. Tegenwoordig is dat dilemma naar de achtergrond verschoven, want de leveranciers van zogenaamde suites – EPD’s voor ziekenhuizen, HIS’en voor huistartsen, AIS’en voor apothekers – leveren allang niet meer het totaalpakket. Je kunt tenslotte maar een beperkte hoeveelheid functionaliteit tegelijk toevoegen, wil je de ontwikkeling niet te complex en daardoor onbeheersbaar maken. Sowieso gaat de meeste capaciteit van de ICT binnen ziekenhuizen al op aan onderhoud van software en het toevoegen van noodzakelijke extra functionaliteit – bijvoorbeeld door steeds verdergaande specialisatie.

Gartner noemt deze suites van weleer ‘postmodern ERP’. Met andere woorden, er ontstaat een hele nieuwe categorie softwareleveranciers, die bestaansrecht heeft vanwege hun snelheid en betere functionaliteit. Een andere wezenlijke ‘gamechanger’ is dat de patiënt in de ‘driver seat’ zit. Die was toch al software aan het verzamelen. Denk daarbij aan apps voor veilige e-mail of chatverkeer tussen huisarts en specialist, of met de patiënt voor snelle vragen; zogeheten ‘teleconsultatie’ voor uitgebreidere, of formele medische vragen; verwijssoftware van huisarts naar specialist en weer terug met een cc naar de patiënt. Enzovoort, enzovoort. In dergelijke, hoognodige functionaliteit voorzien de ouderwetse ‘suite’-leveranciers niet. En nodig is het, al was het alleen maar om te voorkomen dat het recept dat een ziekenhuisspecialist uitschrijft, per fax naar de stadsapotheek wordt gestuurd – waar de patiënt het medicijn wil ophalen – waar het handmatig wordt overgetikt in het AIS. Traag, arbeidsintensief en privacy- en foutgevoelig.

Een nieuwe categorie softwareleveranciers weet dit en speelt hierop in. Maar zou het niet mooi zijn als deze software eenvoudig gekoppeld kon worden met de software van andere leveranciers? ‘Suite’-leveranciers stellen zich hierin terughoudend op. Eigenlijk willen ze die functionaliteit zelf leveren, maar zijn daar niet toe in staat zijn door alle andere zaken die ze al aan het inbouwen zijn. De oplossing ligt bij het invoeren van internationale berichtenstandaards. Zolang dat niet gebeurt, groeit het ‘patiëntendossier’ bij de huisarts en apotheek buiten normale proporties en is het maar de vraag of die inhoud wel correct is. En anders dan een papierendossier, kun je de digitale informatie niet (stiekem) weggooien als je het niet vertrouwt.