Grapperhaus spreekt ICT-bedrijven aan op kinderporno

kinderen

Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid gaat ICT-bedrijven gericht vragen stellen over waar zij kinderporno op hun servers hebben gevonden. Dat zei hij eerder deze week in een Kamerbrief.

De bedrijven wamen naar boven na een eerste screening die TU Delft eerder dit jaar ontwikkelde. Grapperhaus vindt dat deze bedrijven het internet snel moeten opschonen van seksueel kindermisbruik en de beelden daarvan.

 

Zorgwekkend

Het initiatief komt voort uit zorgen om de snelle groei van kinderporno. Het Meldpunt Kinderporno (EOKM) beschikt inmiddels over zorgwekkende cijfers.

Grapperhaus: “Het gaat om een gruwelijk maatschappelijk probleem. Hosters moeten ervan doordrongen zijn dat ze een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben om kinderen online te beschermen tegen misbruik. Ook als ouder materiaal blijft rondzwerven op het internet is dat zeer schadelijk voor het leven en de ontwikkeling van kinderen.”

Volgens de regering kan de aanpak van online kinderporno alleen slagen met een publiek-private aanpak. Daarbij stopt het Openbaar Ministerie (OM) acute misbruiksituaties. Zij sporen daders op  en vervolgen ze.

Ook is de aanpak succesvoller. Dat komt vooral door investeringen in de opsporing. Zo zijn er meer medewerkers opgeleid om op het darkweb goed te kunnen speuren.

Daarnaast circuleert er op het openbare web veel materiaal. De regering vindt dat daar de private sector, en dus ook de hosting providers, de hoofdrol moeten spelen. Het grootste deel van het bedrijfsleven werkt inmiddels ook mee. Zo zorgen ze dat ze zich houden aan de zogeheten 24-uurs norm . Binnen die tijd moet gevonden schadelijke content van hun servers zijn verwijderd.

 

Kleine groep bedrijven

De monitor van de TU Delft haalt naar boven welk bedrijf kinderpornografisch materiaal op een server heeft staan, waar dat staat en hoeveel. Uit de eerste meting van begin dit jaar bleek er dergelijk materiaal te staan op servers van vijftien bedrijven. Uit die scans blijkt ook dat het grootste deel van dit soort materiaal via slechts een paar bedrijven op het internet komt. De komende maanden breidt de TU Delft de monitor uit en kun je zien hoe lang het duurt voor  bedrijven die content verwijderen.

Zodra de resultaten daarvan bekend zijn krijgt ook de regering daar inzage in. Dan zal Grapperhaus de Tweede Kamer meteen informeren en worden meteen ook de namen en prestaties van bedrijven bekendgemaakt die kinderpornografisch materiaal hosten. Ook als dat ongewild is.

Rond die tijd worden ook maatregelen bekend voor bedrijven die niet meewerken aan het opschonen van kinderporno van hun servers. Dit betekent dat lakse internetbedrijven straks een boete of een dwangsom riskeren. Dit geldt vooral als ze een melding van aanwezigheid van  beelden van seksueel kindermisbruik niet snel genoeg verwijdert.

 

Afspraken

De hardere aanpak is een gevolg van afspraken die vorig jaar al werden gemaakt. Grapperhaus  kondigde toen aan dat foute en lakse internetbedrijven forse boetes gaan riskeren.

Minister Grapperhaus doet dat in lijn met de aanpak vanaf het begin van deze kabinetsperiode. Intussen is een publiek-private samenwerking aan de gang om kinderporno van internet af te krijgen. Er zijn al goede afspraken met de sector. ICT-bedrijven, koepelorganisaties, politie, Openbaar Ministerie, wetenschap, het Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM) en de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen zijn erbij betrokken.

De brancheorganisaties van hostingbedrijven en organisaties in de digitale infrastructuur maakten eind 2018 ook al afspraken. Bij een melding van kinderpornografisch materiaal door het EOKM wordt deze binnen 24 uur verwijderd.

 

Gerelateerde berichten...