De nieuwe stemtelsoftware die de Tweede Kamerverkiezingen van maart gaat inzetten, leidde eind december tot Kamervragen van Martin Bosma van de PVV. Hij vreest dat de software voor het stemmen tellen van Duitse makelij beveiligingsproblemen gaat opleveren.
Bosma noemt de software omstreden onder andere op grond van gebruik ervan bij de gemeenteverkiezingen in Beieren van vorig jaar. In Kamervragen aan minister Ollongren van Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties stelt Bosma dat hij zijn hart vasthoudt voor aanstaande maart. Hij vraagt zich verder ook af wat de kosten zullen zijn.
Het PVV-kamerlid baseert zijn zorgen op een eerder verschenen artikel van de Chaos Computer Club (CCC). Dat was weer gebaseerd op een virtueel congres waarin de security-onderzoekers, Johannes Obermaier en Tobias Madel hun zorgen en twijfels uitten over de Duitse stemmentelsoftware.
Bewijs
Obermaier en Madel leveren bewijs dat de systeemconcepten van de software in strijd zijn met wat gewoonlijk als standaard wordt gebruikt in beveiliging van dergelijke systemen. Door diverse kwetsbaarheden is de uitslag volgens de Duitse onderzoekers zelfs ongemerkt aan te passen.
Bosma hekelt de verkoop van VU.elect, dat tot voor kort onderdeel was van IVU Traffic Technologies. VU.elect ontwikkelde het Nederlandse stemtelsysteem OSV2020 (Ondersteunende SoftwareVerkiezingen 2020) en werd vorig jaar verkocht aan Vote It uit Aken. Volgens het Kamerlid zou die laatste het ondeugendelijke systeem in Duitsland hebben uitgerold. Het bedrijf zou intussen in opspraak zijn geraakt. Bosma vindt dat zo’n bedrijf niet verantwoordelijk kan zijn voor Nederlandse stemtelsoftware.
De toon van de vragen aan Ollongren is dan ook fel te noemen. In zijn vragen noemt het Kamerlid de software riskant. Optellen van stemmen en bepalen van de uitslag kan immers ook handmatig plaatsvinden. Verder eist hij van de minister de garantie dat de extra kwetsbaarheid van deze software afdoende afgedicht moet zijn zodat het niet alsnog tot misbruik gaat leiden.
