2min Personeel

Onderzoek: drie op de vijf gen Z’ers vinden managers overbelast

Onderzoek: drie op de vijf gen Z’ers vinden managers overbelast

Drie op de vijf gen Z’ers vinden dat managers te veel mensen aansturen, wat leidt tot hoge werkdruk. Dat blijkt uit onderzoek onder ruim 1200 werkende Nederlanders. De jongste generatie op de arbeidsmarkt stelt de traditionele managersrol daarbij steeds vaker ter discussie.

Ruim de helft van gen Z (56 procent) denkt beter te functioneren in een zelfsturend team. Bij babyboomers en Gen X ligt dat percentage een stuk lager, respectievelijk 38 en 40 procent. Bijna vier op de tien van de jongste werknemers acht de manager in de toekomst zelfs overbodig. Bij babyboomers is dat 13 procent en bij de Gen X-generatie 17 procent.

Toch weten gen Z’ers heel goed wat ze wel belangrijk vinden aldus het generatieonderzoek. Vertrouwen in het team (27 procent), kennis van de werkzaamheden (25 procent) en teamleden in hun kracht zetten (24 procent) vormen de top drie van hun lijstje met gewenste managementkwaliteiten.

Wat dit betekent voor organisaties

“Gen Z’ers plaatsen kanttekeningen bij de manier waarop managers hun rol invullen. Niet omdat ze denken dat ze het beter kunnen, maar omdat ze zien hoe hoog de werkdruk voor managers is en geloven dat teams meer autonomie aankunnen,” zegt Ingrid van Tienen, Directeur bij Ormit Talent.

Ze pleit dus niet voor minder leiderschap, maar voor een andere balans. Gen Z wil leiders die vertrouwen geven en hen helpen hun talenten te benutten. Als organisaties die balans vinden, kan de kritische houding van deze generatie bijdragen aan sterkere teams.

Lees ook: Nederlanders missen menselijk contact in digitale wereld

Het onderzoek is in opdracht van Ormit Talent uitgevoerd door marktonderzoeksbureau Markteffect. Ormit Talent is een organisatie die betaalde traineeships uitzoekt voor hoogopgeleide en ambitieuze young professionals. Aan het onderzoek namen 1232 werkende Nederlanders, ouder dan 18 jaar, deel. De verdeling tussen generaties die gebruikt is voor dit onderzoek: babyboomers 308 personen (1946-1964), gen X 310 respondenten (1965 – 1980), millennials 311 personen (1981-1996) en de groep gen Z’ers bestond uit nog eens 303 werkenden.