Online kinderporno moet worden weggevaagd. Nederland werkt samen met de ICT-sector aan een rigoureuze aanpak rondom bestrijding van online kindermisbruik. Foute en lakse webhosters gaan per september op een zwarte lijst.
Dat zei minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid tijdens een digitaal event van het Europees Parlement om de Nederlandse aanpak een Europees vervolg te geven. Alleen met een gemeenschappelijke en gecoördineerde Europese oplossing kan deze gruwelijke misdaad uit worden gebannen en de slachtoffers beter beschermd, zo is het gezamenlijke standpunt in Europa.
TU Delft
Met een monitor van de TU Delft komt in beeld welk bedrijf, waar en hoeveel kinderporno op een server staat. Bij de eerste metingen kwamen 17 bedrijven in het vizier. Deze zijn inmiddels aangeschreven. Het beeld is dat het overgrote deel van de schadelijke content via een klein deel van deze bedrijven online komt.
Om de foute hosters op te sporen wordt de monitor de komende maanden uitgebreid. Ook wordt gemeten hoe lang de bedrijven erover doen om na het ontvangen van een melding de content te verwijderen. Wanneer de TU Delft de metingen compleet heeft verschijnt er ook een rapport. Dat zal naar schatting in september zijn. Dan zal minister Grapperhaus hierover de Tweede Kamer nader informeren. Dan worden de namen en prestaties van bedrijven bekend die kinderpornografisch materiaal (ongewild) hosten.
Grapperhaus heeft al wel gericht de hosting providers aangeschreven waar kinderpornografisch materiaal op de servers is aangetroffen. Bedrijven die niet willen meewerken aan het opschonen van het internet, krijgen in elk geval te maken met een bestuursrechtelijke handhaving. Foute en lakse internetbedrijven riskeren hierdoor straks een boete of een dwangsom als zij na een melding van beeldmateriaal van seksueel kindermisbruik dit niet snel genoeg van het openbare web verwijderen.
Tijdens de speech voor het Europees Parlement erkende Grapperhaus dat Nederland een grote taak heeft in de bestrijding van online kinderporno. Ons land vervult een doorvoerfunctie en fungeert vaak ook als uitvalsbasis vanwege de sterke digitale infrastructuur. “We kunnen gewoon niet toestaan dat ons land wordt gebruikt als een digitale vuilstort,” aldus de minister in zijn toespraak.
Vragen
Vorige maand stelde Grapperhaus ICT-bedrijven gericht vragen over waar zij kinderporno op hun servers hebben gevonden. De bedrijven wamen naar boven na een eerste screening die TU Delft eerder dit jaar ontwikkelde. Grapperhaus vindt dat deze bedrijven het internet snel moeten opschonen van seksueel kindermisbruik en de beelden daarvan.
Het initiatief komt voort uit zorgen om de snelle groei van online kinderporno. Het Meldpunt Kinderporno (EOKM) beschikt inmiddels over zorgwekkende cijfers. De brancheorganisaties van hostingbedrijven en organisaties in de digitale infrastructuur maakten eind 2018 ook al afspraken. Bij een melding van kinderpornografisch materiaal door het EOKM wordt deze binnen 24 uur verwijderd.
