Commerciële ICT-normen dringen door in de zorg

Paul Hillman CIO MIT
Portret van Paul Hillman Chief information officer, CIO, MIT

Paul Hillman is sinds juli 2020 CIO en directeur Medische Technologie van het Maastricht UMC+. Hij kwam direct te staan voor structurele veranderingen en snelle respons op COVID-19. Hoe gaat hem dat af met 300 medewerkers, van wie de helft zich bezighoudt met medische technologie?

Hillman spreekt met ons vanuit een zolderkamer in zijn woning in Helmond. Hiervandaan pendelde hij tijdens zijn vijfjarig dienstverband bij de TU Delft als directeur ICT en Facilities. Eerder was hij CIO bij Hogeschool Utrecht. Hillman is afkomstig uit New York en dient nog als reserve-kolonel in het Amerikaanse leger. Over de huidige politiek praat Hillman, kort na de aanval op het Capitool, alleen off-the-record. “In mijn rol moet ik helpen om de Grondwet en de Amerikaanse bevolking te beschermen.” Zie het maar als hint.

Welke trends ziet u in het ziekenhuis?
“Een versnelde veroudering, zeker in Zuid Limburg. Jongeren trekken naar de Randstad, ouderen blijven, een demografische vergrijzing. Het gevolg is dat de zorg relatief belangrijker wordt terwijl het moeilijker is om artsen en verpleegkundigen aan te trekken. We moeten nog beter inspelen op mogelijkheden om mensen op afstand zorg te verlenen door gebruik te maken van innovatieve medische technologie en ICT. Zo kunnen we patiënten en artsen toch dichter bij elkaar brengen. Dit is niet per se een urgent probleem maar wel een trend die onze aandacht verdient.”

Wat betekent dit precies?
“Vooral een naadloze overgang tussen zorg thuis, in verpleeghuizen en in het ziekenhuis zelf, en dan met name in de informatievoorziening. In alle stadia van behandeling moeten betrokken artsen, personeel en patiënten steeds inzicht hebben in de relevante medische toestand en geschiedenis.”

Kan het ook betekenen dat er artsen vanuit de Randstad werkzaam zijn in de zorg in en om het Maastricht UMC+?
“Gelukkig trekken we dankzij de opleidingen nog steeds jonge artsen aan, maar de vraag is of je als ziekenhuis alle specialisaties op topniveau moet blijven bieden of dat je die onderbrengt in strategische allianties met andere ziekenhuizen. Dat is een strategische discussie waarvan ICT de uitkomst moeten faciliteren. Je krijgt meer nationale informatie-uitwisseling bij verdergaande specialisatie. Een arts in Amsterdam moet klik-klik-klik direct jouw informatie uit Maastricht kunnen inzien en aanvullen. Idealiter zou je één nationale EPD-infrastructuur moeten hebben, maar helaas is die ooit door de politiek afgeschoten.”

Hoe staat het met jullie EPD?
“We moeten in Maastricht juist deze fundering op orde krijgen. We werken voor het EPD en ZIS nog met Cerner in een SAP-omgeving uit 2008, dat destijds revolutionair was, of tenminste vooruitstrevend. Dat was toen het juiste besluit want het systeem gaat al veertien jaar mee en werkt nog naar behoren, maar nu moeten we kijken naar wat de Maastricht UMC+ voor de komende decennia nodig heeft om te kunnen blijven innoveren.”

Wat zoekt u?
“Dit is een proces met veel betrokkenen die je moet meenemen op een lange weg van selectie en implementatie. Je schrijft niet even een tender uit om een keuze te maken tussen een nieuwe versie van SAP Cerner – Millennium – of Chipsoft, Epic of Nexus. We moeten zorgvuldig zijn en we moeten uiteindelijk wel een keuze maken.”

Wat is de rol van MedMij en regie bij patiënten in dossiervorming en het bieden van inzage?
“Heel positief. Maar dat gezegd hebbende, MedMij is nog een concept met protocollen voor uitwisseling. De kunst is die toe te passen en de ziekenhuissystemen daardoor met elkaar te laten communiceren. Deze standaarden voor uitwisseling worden ook veel belangrijker tussen ziekenhuizen. Wetende dat het gros van de zorg regionaal is, is het begrijpelijk dat daar de focus voor koppelingen en uitwisseling ligt. Daarnaast heeft VWS Maastricht UMC+ een regionale leidersrol toegediend, waardoor we veel aandacht besteden aan het overleggen met stakeholders in de regio. Bij onderwerpen als een nieuw EPD moeten we ook rekening houden met huisartsen- en patiëntenportals. Dit naast alle andere verbindingen in de regio.”

Nog meer te doen?
“Binnen de ICT-afdeling moeten we de supply & demand aspecten van onze dienst veel beter op elkaar laten aansluiten. Dat wil zeggen vooral de vraagzijde beter ontwikkelen. We bieden heel veel aan met adequate systemen, maar spelen niet snel genoeg in op veranderingen aan de vraagzijde. We moeten veel dichter op de vragen van ons collega’s komen te zitten, zodat wij er beter op kunnen inspelen. We moeten de verbindingen leggen met de primaire processen in het ziekenhuis, maar ook met de regionale huisartsen en zorgposten, en uiteindelijk ook met de individuele vraag van patiënten.”

Hoe? Met welke technologie?
“We moeten onze dienstverleningsniveau op peil houden en tegelijkertijd moeten we veranderen in een regie-organisatie met een snellere response op de behoefden van collega’s. Informatiemanagement en businessanalyse moeten we sterker ontwikkelen. Het netwerk moet een niveau hoger functioneren, in combinatie met agile werken. We moeten kunnen sprinten met de vraag van collega’s. Nu gaan verzoeken voor nieuwe functionaliteit door een heel traditioneel systeem van verschillende afdelingen. Die respons duurt te lang.”

Dus andere mensen nodig op uw afdeling?
“Nee, ik was positief verrast bij mijn komst over de instelling van de medewerkers. Het gaat toch op de eerste plaats om de mensen. Ze staan erg open voor vernieuwing en verbetering, hebben hart voor de zaak. Die houding maakt het leven van een CIO eenvoudiger en geeft me veel energie.”

Zelfmeting en appgebruik door patiënten neemt toe. Wat betekent dat voor uw afdeling?
“Dat heeft invloed op de architectuur. We moeten met adequate API’s de app-bouwers ondersteunen en garanties van privacy kunnen geven, beveiliging en systemen kunnen ontsluiten. Het bouwen van apps is niet zo spannend, maar om dat hele spel van inzagerechten goed te regelen vraagt veel inspanning. Niet alle artsen en andere medische medewerkers hoeven alle informatie te zien, verzekeraars zeker niet. Privacy-borging wordt steeds moeilijker hoe meer je je open stelt voor eigen apps en apps van derden.”

Wat verrast u in Maastricht UMC?
“Meer de medische technologie dan innovatie in ICT. Hoe nauwkeurig hersenoperaties nu uitgevoerd kunnen worden zonder omringende delen te beschadigen, dat is wonderbaarlijk. Hoe hartafwijkingen worden bestreden, de verregaande ingrepen die mogelijk zijn. Artsen worden steeds meer hightech specialisten. Wat we nu allemaal kunnen zien op scans voor diagnostiek! Of neem nu de vaccins met mRNA, een grote stap naar voren. In ICT is de zorg op afstand een revolutie, maar we moeten nog stappen maken. Zeker in vergelijking met de VS waar mensen veel verder van ziekenhuizen wonen, en toch zorg krijgen.”

Wat betekent corona voor het thuiswerken?
“Bij TU Delft was het nauwelijks een probleem. We waren misschien wereldwijd een van de meest vooraanstaande universiteiten met werken en doceren op afstand. Ook dat was een openbaring. Voor Maastricht UMC+ was dat totaal anders. Iedereen kon met een laptop thuiswerken, maar er was geen structurele organisatie voor. Die hebben we moeten ombouwen, verbreden en dat is goed gelukt nog voordat ik hier kwam. We moeten nog wel stappen zetten om het gebruiksgemak te verhogen, echt een inhaalslag maken. Op een universiteit is in principe alles open, in een ziekenhuis gesloten.”

En corona voor het ziekenhuis?
“Voor een deel niets, want we moeten al 365 dagen x 24 uur beschikbaarheid garanderen. Maar om een voorbeeld te noemen; in het weekend van 9 januari hoorden we dat alle zorgmedewerkers moesten vaccineren. Dat betekent dat we heel snel inentingslijnen moesten inrichten, maar ook de administratie ondersteunen. De hele logistiek en applicatie binnen drie, vier dagen optuigen met allergie-informatie enzovoort; het vastleggen wie wanneer een prik heeft gehad; ook op de tweede prik inspelen. Dan werken we achttien uur per dag en dat is uitstekend gelukt, met de complimenten van de inspectie. Dan zie je dat ICT heel flexibel respons geeft op een urgente vraag. Precies wat ik zo graag wil zien.”

Wat verwacht u op dit terrein?
“Je ziet steeds meer dat de normen van ICT-respons van commerciële organisaties worden overgenomen in publieke instellingen als universiteiten en de zorg; sneller op de veranderingen in de business inspelen.”

U noemt de universiteiten. Universiteit Maastricht werd hevig getroffen door een aanval met ransomware. Dat bleef jullie bespaard. Wat was de invloed?
“Ik was toen nog bij de TU Delft, maar om eerlijk te zijn, waren we enorm geschrokken omdat de kwetsbaarheid overal groot is. Het was echt een wake-up call, universiteiten boden Maastricht hulp aan. Die intensieve samenwerking voor beveiliging is een les voor de ziekenhuizen. We werken wel goed samen met het Zuyderland ziekenhuis in Heerlen, maar landelijk kan het beter. Gelukkig zijn we ook bij SURF aangesloten. Het geval is dat ziekenhuissystemen vanuit hun natuur veel geslotener zijn dan universiteitsnetwerken, maar niemand is veilig. Je moet voortdurend je organisatie en systemen onder de loep nemen op kwetsbaarheden.”\

Lees ook:

Gerelateerde berichten...