Data is cruciaal voor het overleven van een crisis

bedrijven

Het rappe tempo waarmee de wereld het afgelopen jaar digitaliseerde, overviel veel bedrijven. De organisaties die een voorsprong bleken te hebben, waren de bedrijven die gewend waren om data centraal te stellen in hun bedrijfsvoering. Cruciaal is dat iédereen in de organisatie toegang heeft tot data, én dat medewerkers worden getraind in datavaardigheden.

Al vroeg in de pandemie waarschuwde Randy Bean, CEO van NewVantage Partners, op Forbes dat veel bedrijven de crisis niet zouden overleven. Hij voorspelde dat degenen die het wel redden de organisaties zijn die al zakendoen op basis van data en analyse. Hij kreeg gelijk, want uit onderzoek van BI- en analytics-leverancier Tableau blijkt dat 80 procent van de bedrijven die data centraal stellen in hun organisatie dat als belangrijke voorsprong beschouwden in de pandemie. Het onderzoek laat zien dat datagedreven organisaties die gewend zijn om te investeren in de datavaardigheden van hun medewerkers en om besluiten te nemen op basis van informatie uit data, optimistischer zijn over de toekomst dan bedrijven waar nog geen datacultuur heerst.

Iedereen toegang

Belangrijk voor succes is dat iedere medewerker toegang heeft tot de data in een bedrijf en dat dit niet is voorbehouden aan slechts een select gezelschap. Technical evangelist Andy Cotgreave: “Een CxO of directielid kan wel besluiten om de organisatie meer datagedreven te maken, maar zij zijn niet de mensen die persé met data moeten kunnen omgaan of een datacultuur moeten kunnen implementeren. Sterker nog, vaak zijn dit ook niet de mensen die data goed kunnen interpreteren. Maar zij zijn wél de degenen die de besluiten nemen. Het is dus belangrijk dat er elders in de organisatie mensen zijn die goed kunnen omgaan met data, de juiste vragen weten te stellen en vooral ook de data op een heldere manier kunnen presenteren aan de directie, zodat die vervolgens geïnformeerde besluiten kan nemen.”

Samenspel

Het is het samenspel tussen directie en medewerkers die het succes bepaalt van een goede datacultuur, stelt Cotgreave. Want hoewel aan de waarde van data allang niet meer getwijfeld wordt, is het concreet inzetten ervan vaak nog een uitdaging. In tegenstelling tot wat velen nog steeds denken, is data namelijk niet de waarheid.

Data moet worden geïnterpreteerd en daarvoor zijn altijd mensen nodig. Mensen met datavaardigheden, omdat het trekken van conclusies niet zomaar kan. Het is belangrijk dat werknemers data leren interpreteren, analyseren en presenteren. Naast de honger naar cijfers die mensen tegenwoordig hebben – en niet alleen in bedrijven – zijn visualisaties onontbeerlijk om concepten snel en helder uit te leggen aan een breed publiek.

In gesprek met data

Data moet een beslissing niet domineren, maar moet de besluitvorming verrijken, stelt Cotgreave. “Daarom is de discussie over data zo belangrijk, mensen moeten in gesprek met de data. Het moet namelijk nieuwe, betere inzichten bieden. Het is daarom cruciaal dat we data leren interpreteren en combineren. Ieder antwoord roept weer nieuwe vragen op, en vragen zijn dynamisch, ze veranderen in de tijd. Over zes weken wil je waarschijnlijk andere dingen weten dan nu.”

Wanneer een organisatie denkt dat ze datagedreven zijn door louter een dashboard in te richten, gaan ze in het begin al de fout in. Een statisch dashboard voor data werkt niet, omdat het niet mee verandert met de datavragen uit de organisatie. “Je krijgt werknemers in gesprek met de data door te zoeken naar ‘data champions’ in je bedrijf. Dat zijn niet altijd de analisten of data scientists, maar het zijn mensen die van nature interesse hebben in data, over goede datavaardigheden beschikken en bovendien hun collega’s kunnen meenemen in dat gesprek met de data.” Data an sich is waardeloos. Wanneer je het louter verzamelt en er verder niets mee doet, haal je er geen waarde uit.

Teamsport

Om discussies over data op gang te brengen – iedereen kan data immers op zijn eigen wijze interpreteren – is een goede datacultuur essentieel. Dat betekent dat iedereen, op elk niveau, toegang heeft tot gegevens. Dat is voor sommige bedrijven ongebruikelijk en zelfs spannend. Cotgreave geeft het voorbeeld van een salesmedewerker die vasthoudt aan klantgegevens om concurrentievoordeel te behalen, terwijl juist het delen van deze gegevens de sleutel is tot het behalen van dat voordeel, door betere klantenservice, cross-sell mogelijkheden, snelheid van besluitvorming en nog veel meer. “Data is een teamsport”, citeert Cotgreave Richard Clayton, Hoofd Data en Datawetenschap bij het Britse National Trust. Dat typeert een succesvolle datacultuur. “Wanneer iedereen toegang heeft tot dezelfde gegevens en er een open communicatiecultuur bestaat, kun je een discussie voeren over die data”, zegt de technical evangelist.

Nauwe samenwerking

Data wordt al een paar jaar getypeerd als het nieuwe goud, en veel organisaties zijn sindsdien aan de slag gegaan met het verzamelen van data. Maar uit het Tableau-onderzoek blijkt dat slechts 43 procent van de ondervraagde bedrijven zich wendbaarder voelde in de crisis, doordat ze gewend waren besluiten te nemen op basis van data. Wanneer een organisatie over data beschikt, is er geen excuus meer om er geen waarde of informatie uit te halen. “Managers en directie moeten nauwer gaan samenwerken met de teams op de werkvloer om de juiste data boven water te krijgen voor het nemen van beslissingen”, stelt Cotgreave. “Leiders moeten data vragen om de informatie die ze vanuit de teams krijgen te ondersteunen. Zorg ervoor dat je op die gegevens reageert. Iedereen in het bedrijf moet in de gelegenheid zijn om vragen te stellen aan de data.”

Elementen voor datacultuur

Voor een succesvolle datacultuur zijn vijf elementen belangrijk. Cotgreave: “Vertrouwen ligt aan de basis. Directieleden moeten mensen vertrouwen en werknemers moeten de data en elkaar vertrouwen. Daarmee valt of staat een succesvolle datacultuur.”
Daarnaast is commitment cruciaal. “Veel bedrijven maken de denkfout dat ze met een goeie tool automatisch meer waarde uit hun data halen, maar er is commitment nodig om medewerkers datavaardig te maken. Anders is het net alsof je iemand die net zijn rijbewijs heeft gehaald in een Lamborghini zet: het materiaal klopt, maar wanneer je niet goed weet wat je ermee kunt, haalt het weinig uit.”

Een derde element is opleiden van werknemers, want uiteindelijk zijn zij de kritische schakel in het vormen van een datacultuur. “Training is essentieel, maar bovendien moet het gebruik van data aantrekkelijk en leuk worden gemaakt. Wanneer mensen plezier hebben in het werken met data, gaan ze dat automatisch meer doen.”

Het delen van data en kennis is een vierde pijler van een succesvolle datacultuur. “We hebben altijd het idee dat wij zelf de beste ergens in (moeten) zijn, waardoor we vaak vergeten te vragen of een collega onze analyses even kritisch wil bekijken. Juist in samenwerking ligt het geheim, want door analyses te delen kan worden bepaald of de hoofdvraag is beantwoord en of de data juist geïnterpreteerd is.”

Tot slot is een data-first mindset in het hele bedrijf net zo belangrijk als de datavaardigheid van werknemers. “In een succesvolle cultuur is dat belangrijker dan intuïtie, anekdotes of rangorde en wanneer deze mindset door het hele bedrijf wordt gedeeld, creëert dat een open discussie waarbij ideeën leiden tot nieuwsgierigheid, onderzoek en innovatie.”

Lees ook:

Gerelateerde berichten...