ICT & Zorg beurs laat zien: De technologie is er, nu de opschaling nog

Begin november vond in de Jaarbeurs de beurs ICT & Zorg plaats. Normaal gesproken wordt dit evenement altijd in juni gehouden, maar vanwege de pandemie kon het al twee keer niet doorgaan. Bezoekers en exposanten waren dan ook blij dat ze elkaar weer konden ontmoeten.

Hoewel de beurs iets kleiner was dan voorgaande jaren, was de kwaliteit niet minder. Zeker de kwaliteit van de bezoekers niet, zo viel bij diverse standhouders te horen. De algemene tendens: bezoekers hebben een concreet beeld van wat ze zoeken en voeren inhoudelijke gesprekken. Ze weten waar ze heen willen en tasten bij de leveranciers af of zij hen in die visie kunnen ondersteunen.

Leveranciers die zich focussen op cure waren beter vertegenwoordigd dan partijen die mikken op de care. Uitzondering daarop vormde de hoek met startups, waar het ongeveer gelijk verdeeld was. Afgezien van een enkele ECD-leverancier en bedrijven die actief zijn in beide markten, zoals infrastructuurproviders, was er weinig inspirerends te vinden voor bezoekers uit de langdurige zorg. Waar andere jaren de aanbieders van domotica-oplossingen nog ruim vertegenwoordigd waren, was het nu zoeken met een lampje.

Veel aandacht voor interoperabiliteit

Daarentegen konden ICT’ers en zorgprofessionals die werken in ziekenhuizen hun hart ophalen. Niet geheel verwonderlijk na dit coronajaar met de vele uitplaatsingen van patiënten was er bijzonder veel aandacht voor alles wat met interoperabiliteit te maken heeft. Natuurlijk waren de normerings- en standaardiseringsorganisaties, zoals IHE, NEN en VZVZ, aanwezig met een stand, evenals leveranciers die oplossingen bieden op dit terrein.

Wie bij deze standhouders zijn oor te luisteren legde, hoorde veelvuldig: corona heeft voor versnelling gezorgd, maar het had van ons nog wel sneller gemogen. Want natuurlijk is de ziekenhuiswereld blij met het Twinn-project DVDexit, waardoor medische beelden en verslagen eindelijk elektronisch worden uitgewisseld in plaats van via een DVD.

Ook het programma Met Spoed Beschikbaar, voor digitale gegevensuitwisseling in de spoedzorgketen, krijgt de handen op elkaar. Maar bij die twee succesvoorbeelden blijft het ook wel een beetje. Dat is jammer, want iedereen voelt de urgentie, maar toch gaat het traag.

Waar blijft sturing vanuit het ministerie?

De algehele ‘klacht’: de huidige aanpak van het ministerie van VWS, waarbij het veld in de lead is en VWS alleen faciliteert, zorgt voor vertraging. Het Nederlandse zorglandschap is immers zo versnipperd. Er moet overeenstemming worden bereikt met zoveel partijen. Zoals Merik Seven van ZonMw het verwoordde: “De aanpak van VWS is steeds geweest: the whole system in the room. Dat is een prima aanpak als het systeem niet al te groot en complex is. Daarom komen lokale, regionale en categorale samenwerkingsverbanden rondom standaardisering relatief snel van de grond, maar is het landelijk een stuk lastiger. De landelijke aanpak houdt bijvoorbeeld onvoldoende rekening met de verschillende regionale en/of categorale aanpakken en de verschillende snelheden. Als je interoperabiliteit op landelijk of internationaal niveau wilt aanpakken, kun je misschien beter focussen op opschaling van de bestaande lokale of categorale samenwerkingsverbanden. VWS zou heldere keuzes kunnen aangeven die regionaal, nationaal en internationaal worden opgepakt, rekening houdend met de verschillende snelheden. De focus moet daarbij liggen op opschaling. Want als het te lang duurt, zullen steeds meer zorgorganisaties kiezen voor integrale systemen (lees: big tech), waardoor de kans toeneemt dat organisaties afhankelijk worden van leveranciers.”

VWS zou niet alleen kunnen helpen bij versnelling door met wet- en regelgeving af te dwingen dat zorgverleners en (software)leveranciers aansluiten bij standaarden. Het ministerie zou ook duidelijker keuzes kunnen maken in wat we in Nederland prioriteit geven en wat niet, vindt Irma Jongeneel van VZVZ (de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie). “Er gebeurt enorm veel op het vlak van digitale samenwerking tussen zorgverleners onderling en tussen zorgverleners en de cliënt. Dat kunnen ziekenhuizen met hun beperkte capaciteit nooit allemaal behappen. Waar moeten ze zich op focussen? Iedereen in deze sector voelt de urgentie, maar de tijd ontbreekt om alle noodzakelijke projecten tegelijkertijd op te pakken. Als iedereen op hetzelfde moment de aandacht op hetzelfde onderwerp richt, zoals bij DVDexit het geval was, boek je veel meer vooruitgang dan wanneer ieder ziekenhuis een andere prioriteit stelt.”

Omarming nieuwe technologie

Er zijn problemen bij een thema als interoperabiliteit, maar ook bij de omarming van nieuwe technologie zoals bijvoorbeeld voorspellende AI-modellen, constateert Pieter Jeekel van de Nederlandse AI Coalitie. “De versnippering heeft in ons land geleid tot ongelofelijk goede zorg. We prijken als Nederland nog altijd bovenaan in allerlei lijstjes. Maar als het om de adoptie van nieuwe technologie gaat, staat die versnippering ons in de weg. Iedere zorgorganisatie gaat in zee met andere leveranciers, maar is ondertussen wel hetzelfde wiel aan het uitvinden. Ik ben bang dat Nederland zijn koploperspositie gaat verliezen, tenzij we een manier vinden om met behoud van ons decentrale systeem toch te gaan samenwerken.”

Die ontnuchterende waarheid daalt in als je een rondje maakt langs de start-ups, die zich verzameld hadden in een paviljoen achterin de hal. Stuk voor stuk leuke bedrijfjes met goede ideeën, maar wie vijf jaar geleden een zorginnovatie-event bezocht, zag eenzelfde type innovaties. Een enkeling daarvan heeft inmiddels de scale-up fase bereikt, zoals bijvoorbeeld het kleine sociale robotje Tessa, die inmiddels al bij bijna 200 organisaties in de langdurige zorg in gebruik is. De vraag dringt zich op wie van de start-ups in het paviljoen van 2021 over vijf jaar hetzelfde kan zeggen.

De conclusie na een dagje beurs is dat de geesten meer dan ooit rijp zijn om sneller te innoveren. De technologie bestaat al een tijdje. Want hoewel leveranciers hun oplossingen continu doorontwikkelen, hebben we op de beurs geen innovaties gezien de je omverblazen. Het wachten is op opschaling. Gaat dat er in 2022 eindelijk van komen?

Lees ook:

Gerelateerde berichten...