“Vraag je doelgroep aan de verbetertafel”

Lucien Engelen adviseert organisaties in de langdurige zorg:

Dwaaldetectie, videobellen, domotica. In sommige toepassingen loopt de langdurige zorg mijlenver voor op wat er in ziekenhuizen gebeurt. Maar op andere terreinen is er een behoorlijke achterstand, zo signaleert Lucien Engelen nu hij Radboudumc heeft verlaten en in zijn functie bij Deloitte – global strategist Digital Health – en als CEO van zijn eigen bedrijf Transform.Health zorgbreed kijkt. Hoe komt de langdurige zorg uit deze spagaat?

“Een gemiddelde opa of oma weet beter wat er in het leven van hun klein- en achterkleinkinderen gebeurt dan pakweg tien jaar geleden, toen ze het moesten hebben van de spaarzame bezoekjes”, steekt Engelen van wal. “Nu sturen ze foto’s via WhatsApp en bellen via Skype of Facetime. Ook in huishoudens van mensen boven de 80 jaar zijn de tablet en smartphone veel gebruikte apparaten. Alleen worden ze nog maar nauwelijks gebruikt voor de communicatie met zorgverleners.”

Hij stelt het bout om zijn punt te maken. Want hij ziet tot zijn genoegen dat steeds meer thuiszorgorganisaties beeldzorg inzetten. “Zodra een opname gloort, doen ouderen een forse stap terug in de tijd. Weliswaar hangen veel woonzorglocaties vol met domotica en sensoren die alarmen kunnen afgeven, maar deze technologie is niet beschikbaar voor de bewoners. Zij krijgen een rode knop waar ze op kunnen drukken als ze zorg nodig hebben, that’s it. Een rode knop geeft geen enkele prioriteit aan in hun zorgvraag. Waar de ene cliënt de knop om de haverklap gebruikt omdat hij om een praatje verlegen zit, wacht de ander juist te lang met bellen, ‘want die meiden zijn al zo druk’.”

 

Geen one size fits all

Engelen vraagt zich af waarom technologie in de zorg vaak zo afwijkt van alles wat mensen – zowel cliënten als verpleegkundigen en verzorgenden – zelf thuis gebruiken. “Waarom geen app waarmee cliënten de aard of urgentie van hun hulpvraag kunnen aangeven, eventueel vergezeld van een chatberichtje? We moeten af van het ‘one size fits all’-idee. Er moet veel meer maatwerk komen, gericht op wat cliënten en medewerkers zélf willen en (nog) kunnen. Bij Radboudumc zat in de kern van alle innovatie: betrek verpleegkundigen én patiënten erbij. Dat zijn de mensen om wie het in de zorg écht draait. Natuurlijk is het prima dat ook behandelaren en managers meepraten, maar zij merken er in de praktijk veel minder van dat kwaliteit van zorg voor de ene cliënt iets anders betekent dan de andere.”

Nu Engelen weg is bij Radboudumc heeft hij meer tijd om ook de langdurige zorg te bestuderen. “In veel organisaties is het nog ongebruikelijk om cliënten, verzorgenden en verpleegkundigen te betrekken bij innovatie. Veel innovatie wordt op een ‘kantoor’ bedacht. Verzorgenden en verpleegkundigen worden pas voor het eerst geïnformeerd tijdens het implementatietraject. Hoe kun je dan een innovatie laten aansluiten bij behoeften op de werkvloer?”

 

Digital

Hij vindt ook dat zorgorganisaties vaak te weinig oor hebben voor de klachten van de werkvloer. Een van die klachten betreft de wifi. Engelen: “Hoe vaak komt het niet voor dat een woonzorglocatie allerlei mooie domotica-toepassingen heeft, maar de signalen die de sensoren genereren komen niet door op de handsets omdat de wifi er even uit ligt?” Een andere klacht betreft de devices waarmee het leeuwendeel van de woonzorginstellingen werkt. “Hoe kan het toch dat we anno 2019 medewerkers nog steeds met een DECT handset op pad sturen? Waarom zo’n groot apparaat met zulke beperkte functionaliteit? Iedere medeweker heeft privé een hypermoderne smartphone, die eenvoudig is in gebruik, want overal is een app voor. Maak voor diezelfde smartphone een app waarmee medewerkers in hun werkomgeving komen. Vijf jaar geleden kwam er veel bij kijken om werk en privé gescheiden te houden op een apparaat, maar vandaag de dag is dat relatief eenvoudig in te regelen. Natuurlijk, dat brengt investeringen met zich mee. Maar die kunnen worden gefinancierd uit de besparing op devices als je kiest voor BYOD.”

 

Verlaag de werkdruk

Er is veel meer mogelijk dan organisaties denken, maar dat vraagt wel om een toekomstvisie. Want alleen dan kunnen organisaties bepalen waarin ze wel en niet investeren. Engelen: “Organisaties die zo’n visie ontwikkelen, investeren in de regel veel minder in op zichzelf staande toepassingen, maar beginnen bij een toekomstvaste netwerkinfrastructuur. Zonder die basis gaat het niet werken.”

Daarnaast zou het goed zijn om te investeren in registratie aan de bron, met eenmalig vastleggen en meervoudig gebruik van data (zie het artikel ‘Bijvangst blijkt soms grote vis’ elders in deze editie). “Nu worden heel veel zaken al geregistreerd door sensoren, maar verzorgenden doen dan ook nog eens apart een registratie in het ECD. Bijvoorbeeld van het feit dat iemand ’s nachts ging dwalen. Waarom wordt er niet nagedacht over het koppelen van verschillende toepassingen, zodat data slechts eenmalig hoeft te worden vastgelegd om op verschillende manieren te worden gebruikt.”

Engelen vindt dat we haast moeten maken. “Toen ik me voor mijn nieuwe baan aan het inlezen was, schrok ik enorm van het schrikbarend hoge getal van 17 procent burn-outs onder zorgmedewerkers tussen de 25 en 35 jaar. Dit zijn jonge mensen aan het begin van hun carrière die bezwijken onder de hoge werkdruk, waardoor de werkdruk voor degenen die overblijven nog eens hoger wordt. We moeten deze vicieuze cirkel doorbreken. Zorgorganisaties moeten zich niet langer verschuilen achter: ‘onze doelgroep leent zich niet voor verregaande digitalisering’. Vraag je doelgroep aan tafel, samen met mantelzorgers, verpleegkundigen en verzorgenden. Laat ze brainstormen over hoe zíj de zorg samen kunnen verbeteren. Wedden dat daar ideeën uit komen waar managers nooit bij hebben stilgestaan.”

 

 

Gerelateerde berichten...