Why API’s are eating the world

Why API’s are eating the world

Waarde van data en applicaties stijgt als je ze verbindt

In 2011 verscheen het beroemde essay van Marc Andreessen in The Wall Street Journal: Why software is eating the world. Inmiddels ondernemen wij vrijwel geen activiteit meer zonder dat er ergens software aan te pas komt. Maar die talloze losstaande applicaties zijn (nog) niet geïntegreerd. Dat is de stap die binnen nu en vijf jaar overal om ons heen zal worden gezet, zodat we straks terugkijkend niet meer snappen hoe we vroeger dingen deden.

Je boekt een vlucht op de website van de vliegmaatschappij. Je checkt de app van de luchthaven om te zien hoe lang de wachtrij bij de security is. Je gebruikt een file-app om te zien of je oponthoud kunt verwachten onderweg naar het vliegveld. En je zet de dag van tevoren, voordat je weet hoe druk het op de weg en op de luchthaven is, je wekker. Zou het niet handig zijn als die vier applicaties verbinding met elkaar maken, zodat de wekker automatisch wordt gezet op precies het juiste tijdstip?

 

Overal bruikbaar maken

Dat is de droom van Iddo Gino, oprichter van RapidAPI. Dit is ’s werelds grootste marktplaats voor Application Programming Interfaces, die nu onder de naam Digicosmos ook in Europa wordt gelanceerd. Het platform stelt API’s niet alleen op een centrale plek beschikbaar, maar creëert ook een abstractielaag rondom de API, zodat deze in iedere omgeving is te gebruiken. Hij vertelt: “Toen ik nog studeerde, organiseerde ik regelmatig hackathons. Ik zag dat slimme ontwikkelaars in drie tot zes uur fantastische applicaties bouwden door gebruik te maken van bestaande bouwstenen: API’s. Ze liepen daarbij tegen één uitdaging aan: iedere API heeft zijn eigen programmeertaal, authenticatiestrategie en type connectie. Als je een API wilt gebruiken, dan moet je de taal en authenticatiemethode kennen en jouw applicatie daarop aanpassen. Daar ging de meeste ontwikkeltijd in zitten. Zo ontstond het idee om een marktplaats te beginnen.”

Dat idee sloeg aan. RapidAPI bestaat nu 2,5 jaar. De marktplaats biedt momenteel meer dan 8000 API’s aan, die miljarden keren per maand worden gedownload. Meer dan 500.000 ontwikkelaars weten inmiddels hun weg naar RapidAPI te vinden. En dat komt vooral doordat ontwikkelaars ook zien dat de kracht van data en functionaliteit alleen maar groter wordt als je die deelt.

 

Connected overheid

Het succes van RapidAPI is niet verwonderlijk als we bedenken dat interfaces heel duur zijn om te bouwen. Dat doe je alleen als je weet dat je er jarenlang plezier van hebt. Daarom is het interessant om je basisapplicaties te ‘API-fyen’. De interesse neemt nu snel toe, zowel vanuit het bedrijfsleven als vanuit de overheid. Organisaties als het Kadaster of de Kamer van Koophandel vervullen nu nog een intermediairsrol die wellicht komt te vervallen als blockchain een trusted third party overbodig maakt. Hun toegevoegde waarde ligt nu en dan in het heel eenvoudig toegankelijk maken van alle data die zij beheren, zodat anderen op basis van die data slimme diensten kunnen ontwikkelen.

Gino wordt regelmatig door overheden gevraagd om mee te denken over slimme toepassingen die mogelijk worden door verschillende datasets en softwarecomponenten te combineren. Zo loste RapidAPI een probleem op voor diverse steden in North Carolina en Canada. “In iedere stad rijden vuilniswagens wekelijks precies dezelfde route die nooit wordt aangepast. Ze maken allemaal gebruik van een systeem dat de routes plant, een ander systeem dat bijhoudt hoeveel afval op welke locaties wordt opgehaald en een navigatiesysteem dat laat zien hoe ze om files heen kunnen rijden. Je kunt gemiddeld 25 procent brandstof besparen als je de eerste twee systemen aan elkaar verbindt en met machine learning op zoek gaat naar efficiëntere routes? Zijn de routes eenmaal geoptimaliseerd op basis van historische data, dan kun je ze ook nog eens real-time aanpassen aan de verkeersdrukte. De data om dit soort slimme oplossingen te ontwikkelen is er al jaren, maar het was te complex om die data te ontsluiten of te combineren met real-time data. API’s maken dat nu wél mogelijk.”

 

Slimme zorg

Ook zijn veel toepassingen denkbaar in de gezondheidszorg, vooral omdat je in de abstractielaag kunt meegeven wat voor soort autorisatie en toegangscontrole er moet plaatsvinden om de privacy van gegevens te beschermen. Je kunt bijvoorbeeld meegeven dat er altijd eerst toestemming moet worden gevraagd aan de patiënt voor het gebruik van zijn data. En zo ontstaan er nog veel meer mogelijkheden als je data en functionaliteiten op een slimme manier koppelt. “Neem een diabetes type 1 patiënt”, vertelt Gino, “die de hele dag door rekening moet houden met de inname van koolhydraten passend bij zijn verbranding. Die is de hele dag door aan het tellen en rekenen. Hoe handig is het als zijn Fitbit connect met zijn insulinepomp en met de sensor die zijn bloedsuiker meet en vervolgens aan hem doorgeeft hoeveel koolhydraten hij mag eten? Sterker, misschien kan hij via een foodapp wel precies de maaltijd bestellen die past bij de bloedsuiker en het activiteitenniveau van dat moment. Nu zijn al die losse onderdelen er wel, maar je vraagt aan de patiënt dat hij al die data bij elkaar brengt en er beslissingen op baseert. Vind je het gek dat patiënten snel veel te hoog of te laag in hun bloedsuiker zitten? Laat die berekeningen over aan software en voorzie de patiënt real-time van een advies op maat. Want op dat moment neemt de waarde van de losse applicaties en de data toe. Die integratie, dat is waar het in onze ogen uiteindelijk allemaal om draait.”