‘Het doet het niet!’

ICT vergemakkelijkt een hoop in ons dagelijks leven. ICT zorgt er bijvoorbeeld voor dat onze dagelijkse werkzaamheden sneller en efficiënter afgehandeld kunnen worden. Niets is dus zo frustrerend als ICT die ‘het niet doet’. Waarbij we eerlijkheidshalve altijd de vraag aan onszelf moeten stellen: Doet de ICT het niet of doen wij als gebruiker het niet? Dat laatste is immers meer dan eens de oorzaak van ‘de weigering’ van ICT.

Maar stel dat u er echt van overtuigd bent dat de ICT (bepaalde programmatuur of apparatuur), het niet doet. Wat dan? Uiteraard kunt u dan aankloppen bij de leverancier om aan te geven dat u niet tevreden bent over de geleverde dienstverlening. In mijn praktijk zie ik helaas nog steeds met enige regelmaat dat de klacht die bij de leverancier wordt neergelegd, zelden voorbij het stadium geraakt van de melding: ‘het doet het niet’. Knappe leverancier die met een dergelijke omschrijving direct begrijpt wat er aan de hand is, laat staan dat hij iets kan ondernemen om een probleem te verhelpen. U doet er dus goed aan om, ingeval u ontevreden bent over hetgeen aan u is geleverd, zo gedetailleerd mogelijk aan te geven tegen welke belemmeringen u bent aangelopen.

Preken voor eigen parochie denkt u wellicht. Als belangenbehartiger en juridisch adviseurs van de it-industrie hebben wij inderdaad het beste met de leveranciers voor. Toch helpt u niet enkel de leverancier door zo gedetailleerd mogelijk aan te geven welke belemmeringen door u, of uw medewerkers zijn geconstateerd in de geleverde programmatuur of apparatuur. Ook in het kader van uw eigen juridische positie kan het van belang zijn om zo goed mogelijk aan te geven wat er nu concreet misgaat.

Zo oordeelde de Rechtbank Midden-Nederland vorig jaar in een geschil over de werking van bepaalde programmatuur dat partijen in iedere zaak de taak hebben om de relevante feiten en omstandigheden aan de rechter voor te leggen. ICT’ers onder elkaar hebben meestal aan een half woord genoeg, maar in een juridische procedure volstaat dat niet. Met andere woorden: u kunt wel het gevoel hebben dat u de spijker op zijn kop slaat met de mededeling dat de programmatuur ‘het niet doet’, de rechter zal toch meer en gedetailleerder informatie nodig hebben.

In negen van de tien gevallen geef ik er de voorkeur om een en ander buiten de rechtszaal op te lossen. Desondanks is het van belang om voortdurend de juridische consequenties van de business-problemen in het achterhoofd te houden. Niet dat u daarvoor zelf in de wetboeken hoeft te duiken. Uw advocaat of jurist kan deze vertaalslag uitstekend voor u verzorgen. En mocht een situatie onverhoopt toch in de rechtszaal belanden, weet dan dat de kennis van uw juridisch adviseur het best tot zijn recht komt wanneer deze is gekoppeld aan kennis van de ICT.

Vera Schönfeldt is Juridisch adviseur bij Nederland ICT

 

Gerelateerde berichten...