Een marsroute over vijf sporen
Zorgorganisaties kennen zo langzamerhand wel de voordelen en winstpunten van IT uit de cloud. De vraag is dus niet meer zozeer ‘Moet ik naar de cloud?’ Het antwoord op die vraag is inmiddels een overtuigend ‘Ja’. Minder helderheid bestaat er over de weg naar de cloud. Willem Drijver, CEO van Cam IT Solutions, zet de weg naar de cloud uiteen. “Het is een marsroute over vijf sporen.”
Volgens Willem Drijver gaan organisaties in de zorg de komende vijf tot tien jaar naar de cloud. “De gemiddelde zorginstelling”, zegt hij, “staat al met één voet op die weg naar de cloud. Alleen ontdekken de meesten dat deze reis niet verloopt over een enkelbaans eenrichtingssnelweg. Het pad bestaat uit vijf sporen, elk met eigen snelheids- en andere verkeersregels. Ook is het niet zo dat wanneer je halverwege die route bent naar de cloud, je op elk van die vijf sporen ook halverwege bent.”
Hoe dat zit, wordt duidelijk als we eens nader kijken naar de vijf sporen die Drijver ziet op die marsroute naar de cloud.
De vijf sporen
-
- Applicaties
- Gebruikers/werkplekken
- Devices
- Infrastructuur
- Beheer
Spoor 1: Applicaties
Het eerste spoor – de applicaties – speelt een leidende rol in de route naar de cloud. Functionaliteit bepaalt voor een belangrijk deel de timing van het overbrengen van een applicatie van het eigen platform naar de cloud. Drijver: “Breng de meest disruptieve applicaties als eerste naar de cloud. Denk aan applicaties die veranderende werkprocessen ondersteunen. Applicaties in de backoffice, die al decennia zonder opvallende verstoringen werken, kunnen nog wel een paar jaar op hun plek blijven. Die veranderen noch de business noch de kostencase. Het is zelfs onverstandig om deze legacy-systemen vroegtijdig naar de cloud te transformeren, omdat hier waarschijnlijk stevige kosten aan verbonden zijn.”
Een gemiddelde care-instelling heeft zo’n 50 applicaties, terwijl een gemiddeld ziekenhuis er tien keer zoveel heeft. Hieruit volgt logischerwijs dat een ziekenhuis een trager marstempo heeft richting de cloud dan een zorginstelling in de care. “Dat laat onverlet”, vindt Drijver, “dat beide in hun journey naar de cloud deze vijf sporen in het oog moeten houden. Per spoor bekijk je de uitdagingen en bepaal je je vertreksituatie. Door in die vijf sporen te denken, krijg je inzicht in de communicerende vaten tussen deze vijf. De voortgang in dit eerste spoor bepaalt grotendeels het tempo in de andere sporen.”
Sturing vindt volgens Drijver vooral plaats op de eerste twee sporen: applicaties en gebruikers. “Het is weinig zinvol om te sturen op infrastructuur, omdat dit een faciliterend spoor is. Datzelfde geldt voor de devices en het beheer. Daarom is het van wezenlijk belang om te weten welke applicaties deel uitmaken van het veranderende werkproces. Dat zijn namelijk de applicaties die als eerste de juiste ondersteuning gaan bieden vanuit de cloud. Dus classificeer de applicaties; welke functie hebben ze; waar staan ze in het veranderingsproces; wat kosten ze en hoe is een en ander beveiligd? Heb je hier goed zicht op, dan kun je de marsroute van een applicatie naar de cloud bepalen.”
Spoor 2: Gebruikers
Nog altijd wordt de rol van de gebruikers en hun werkplekken onderschat in de reis naar de cloud. “De discussies over de cloud beperken zich vaak tot de functionaliteit en ondersteuning van de werkprocessen”, weet Drijver. “Kiezen we voor Office 365 of een ander pakket? Wanneer je daarbij de gebruikers over het hoofd ziet, wordt de journey een kansloze missie. Koppel daarom de gebruiker aan het werkproces, parallel aan de uiteindelijke applicatiekeuze. Voor hen draait het om het werkproces, hun functionele behoefte, en hoe dat zich verhoudt tot de it-kant en de applicatiekant. De verschillen daarin hebben wij gecategoriseerd in zogeheten persona’s: groepen mensen met een overeenkomstige functionele it-behoefte. Het definiëren van deze persona’s overstijgt het profiel van hun bevoegdheden en privileges. Niet de functie, maar de identiteit van een gebruiker bepaalt de bevoegdheden op een applicatie, evenals welke devices iemand nodig heeft. Wie ambulant werkt, moet snel webbased bij allerlei documenten of informatie kunnen, maar moet ingevoerde data later in alle rust kunnen uitwerken op een zwaardere omgeving. De koppeling van zo’n persona geeft dan aan dat hij naast applicatie 1, 2 en 3, ook een tablet of smartphone nodig heeft voor snelle invoer, plus een landingsplek op een vaste locatie – het kantoor, of thuis – met een groot beeldscherm en draadloos toetsenbord. Dus in die personagroep leg je een link tussen applicaties, de gebruikers en de devices die worden gebruikt.”
Spoor 3: Devices
De behoeftes en noodzakelijkheden zoals vastgelegd in persona’s bieden een directe en heldere vertaalslag naar welke devices waarvoor nodig zijn. Drijver benadrukt het belang om weliswaar functioneel te differentiëren, maar om tegelijkertijd ook technisch te uniformeren. “Doe je dat laatste niet, dan loop je het risico dat je voor iedere persona twee, drie of nog meer verschillende manieren van werken met IT onderscheidt. Voor je het weet, haal je jezelf tientallen deliverystraten op de hals. Om dit te voorkomen standaardiseren we de techniek, maar houden de functionaliteit flexibel. Stel dus niet allerlei verschillende typen desktops, laptops, tablets en smartphones beschikbaar, maar hou het beperkt. Het definiëren van de persona’s is zeker geen eenvoudige materie, maar op basis van onze ruime ervaring in de zorg en de vele best practices waar CAM bij betrokken was en is, hebben wij de meest gebruikte persona’s reeds gedefinieerd. Ook voor de invulling van de applicatiestore, webstore en desktopstore hebben wij diverse concepten ontwikkeld, die een zorginstelling of ziekenhuis kan adopteren. Er is dus al enorm veel voorwerk gedaan.”
Als het bovenstaande goed is ingericht, kunnen de eerste applicaties overgaan naar de cloud. Dit is een geleidelijk proces en geen plotselinge kanteling.
Sporen 4 & 5: Infrastructuur en beheer
De eerste drie sporen – applicaties, gebruikers en devices met de persona’s als bindmiddel in het midden – vormen één samenhangend plan. Het zijn communicerende vaten die aan elkaar zijn gekoppeld vanuit de persona’s. “Maar”, licht Drijver nader toe, “als geheel vormen zij op hun beurt ten opzichte van de overige twee sporen – infrastructuur en beheer – eveneens een communicerend vat. Want iedere stap op een van die eerste drie sporen betekent verlichting van de eigen infrastructuur en beheer. Die nemen stapsgewijs af tot het moment aanbreekt dat het niet langer zinvol is een eigen infrastructuur zelf te onderhouden. De schaalgrootte is dan zodanig gekrompen dat je een en ander niet langer gestandaardiseerd en dus betaalbaar kunt managen. Op dat moment is het inschakelen van een platform dat alle techniek regelt, raadzaam. Sterker nog, het is het beste om parallel aan het vaststellen van de marsroute van de applicaties naar de cloud, de keuze voor de platformprovider te maken. Dat maakt het vervolg namelijk vele malen simpeler.”
Geen technische zorg
Volgens de CEO van CAM is er zelfs een scenario denkbaar dat de kleinere zorginstellingen, nadat alle applicaties in de cloud zijn ondergebracht, helemaal geen eigen infrastructuur meer nodig hebben. “Voor deze instellingen ligt de focus op de eerste drie sporen, aangezien de marsroute van die laatste twee sporen uiteindelijk een doodlopende straat wordt. Organisaties die nog wel een platform nodig hebben, hoeven dat niet langer in eigendom te houden. Voor het uitbesteden van de infrastructuur hoeft een instelling niet te wachten tot alle applicaties over zijn naar de cloud. Vergeet niet dat de reis naar de cloud vijf tot tien jaar in beslag zal nemen, als je het goed wilt doen. Door parallel met die eerste drie sporen, de overige twee van infra en beheer, ook naar de cloud te brengen, heeft een zorginstelling tijdens de restsituatie – waarbij een deel al over is naar de cloud en de oudere applicaties nog achterblijven – zelf geen technische zorg meer voor IT. De platformprovider zorgt ervoor dat beide soorten applicaties probleemloos blijven functioneren: SaaS én niet-SaaS.”
Een zorginstelling kan er dus voor kiezen om tijdens die hele reis naar de cloud beide soorten applicaties op één omgeving te laten draaien. Dat geldt met name voor de grote en middelgrote organisaties. Drijver: “Door de reis naar de cloud met een private cloud platform te maken, veranderen de on-premise-applicaties dan in zogeheten ‘on-platform-applicaties’. Applicaties die achteraan lopen tijdens de marsroute gaan dus van ‘on-premise’ naar ‘on-platform’ naar cloud.”
Twee sporen
Samenvatten kun je zeggen dat de vijf sporen in een vereenvoudigde weergave twee sporen zijn. In het eerste spoor zitten dan applicaties, gebruikers en devices, en in het tweede spoor infrastructuur en beheer. Door beide sporen parallel aan elkaar te laten lopen middels een zorgplatform als de CAMCUBE, weet je zeker dat alle applicaties tijdens die hele marsroute probleemloos de benodigde ondersteuning blijven bieden. “Zelfs wanneer dat punt wordt bereikt dat alle applicaties in de cloud zitten”, voegt Drijver toe, “zelfs dan blijft een platform nodig om de delivery van de applicaties naar de gebruikers te verzorgen. Er zit tegen die tijd een dusdanige complexiteit tussen die applicatie-laag en de gebruikers in hun werkproces, dat dit niet zonder platform kan. Identificatie, single sign-on, hoe de interface eruit ziet, dat het functioneert, dat het allemaal praat met elkaar en koppelt met elkaar, dat aan de KPI´s voor delivery van deze applicaties is voldaan zoals beschikbaarheid, security, performance enzovoort. Het regelen van al deze zaken kan nimmer bij een van die vele applicatieleveranciers worden ondergebracht. Dit platform heeft in dat stadium niets meer te maken met de eigen infrastructuur.”
Door de inzet van de CAMCUBE zijn organisaties die in die marsroute zitten van de zorgen af van het beheer van een eigen it-omgeving. “De behoefte aan een platform blijft bestaan”, voorspelt Drijver. “En met onze standaards in de vorm van kant-en-klare persona’s en gestandaardiseerde devices kunnen wij zorginstellingen nagenoeg out-of-the-box richting de cloud begeleiden.”
Dit artikel is een samenvatting van de white paper ‘Kunt u mij de weg naar de cloud vertellen, meneer?’ Deze kunt u gratis downloaden op: https://www.ictmagazine.nl/whitepaper/kunt-mij-weg-naar-cloud-vertellen-meneer/