51 miljoen euro aan recyclegeld blijft onbenut

51 miljoen euro aan recyclegeld blijft onbenut

De afgelopen jaren is meer dan 51 miljoen euro aan recyclegeld voor elektronisch afval onbenut gebleven, terwijl de recycledoelen lang niet worden gehaald. Dit geld, dat door producenten zoals Samsung en Apple werd betaald voor recycling, vloeit nu terug naar deze bedrijven. Dit wekt toenemende kritiek vanuit experts en toezichthouders.

Recyclegeld

In Nederland zijn producenten van elektronica wettelijk verplicht om 65 procent van hun producten te recyclen. Deze taak hebben zij uitbesteed aan Stichting Open, die de inzameling en recycling coördineert. Echter, in 2022 bleef de e-waste-inzameling steken op 43 procent, ver onder het wettelijke doel.

Ondanks deze tegenvallende resultaten heeft Stichting Open de afgelopen jaren miljoenen euro’s aan recyclegeld niet besteed aan inzameling of recycling. In plaats daarvan werd dit geld teruggegeven aan de producenten door middel van lagere afvalbeheerbijdragen. Zo daalde de bijdrage voor bepaalde producten van negen cent naar anderhalve cent per kilo. Dit creëert volgens critici een perverse prikkel, waarbij bedrijven worden beloond voor slechte prestaties.

Weeffout

Hoogleraren Chris Backes en Ernst Worrell van de Universiteit Utrecht noemen dit een “weeffout in de wetgeving.” Zij vinden het onbegrijpelijk dat producenten geld terugkrijgen terwijl ze niet voldoen aan hun recyclingverplichtingen. Backes noemt het zelfs “te gek voor woorden” dat dit systeem blijft bestaan.

Stichting Open is het niet eens met deze kritiek. Voorzitter Steven van Eijck stelt dat het geld uiteindelijk toebehoort aan de producenten en dat zij geen baat hebben bij slechte inzameling, aangezien zij dan boetes riskeren. Hij wijst op de complexiteit van het probleem, waarbij apparaten langer meegaan en de kosten voor inzameling en recycling zijn gestegen.

Reparatie en hergebruik

Ondanks de groeiende kritiek blijft Stichting Open bij haar aanpak. De organisatie erkent dat de doelen moeilijk te halen zijn, mede door de toenemende hoeveelheid elektronica op de markt. Van Eijck stelt dat de 65-procent-doelstelling achterhaald is en dat meer focus moet liggen op reparatie en hergebruik, maar dat Open hier niet voor is ingericht.

De discussie over hoe circulaire economie het beste kan worden gestimuleerd, blijft daarmee een belangrijk punt van zorg voor de betrokken partijen.